Een rivier stroomt door de straten.
Kelders heffen het hoogwater naar de zolder.
Een winterfeest drijft in de zomernacht voorbij.
(Trooz juli 2021)
De geurviltjes van Arbre Magique die miljoenen kilometers maken en die àlles zien: files, vakanties,
ruzies, vrijende koppels, en dronkenschap achter het stuur. Ze raken van de weg, sukkelen in kanalen,
en komen per ongeluk of per zelfdoding tegen echte bomen tot stilstand.
Op het erf van het takelbedrijf zag ik ze ook.
Door ongevallen verwrongen wagens met voorin nog altijd het boompje.
In één wrak rook het hevig naar spar. Een wrange combinatie van leed en kerstbomen.
Daar is de volwassen man. Zwijgend houdt hij een bal buiten het bereik van enkele kinderen. Vier moeders kruisen de armen.
De autobus heeft het gezelschap van tijgers, olifanten, koersfietsen, een tank en een brandweerwagen.
De muziek draait hard mee. Maar soms is het stil tussen twee plaatjes.
Dan hoor je alleen de wind in de scharnieren.
Niets van dat alles zijn wij vergeten.
Huis in de Zuiderkempen.
Gemetseld zoals kinderen Lego bouwen.
In de bouwdoos zitten: 1 deur, 2 ramen, 2 rolluiken, 22 dekstenen, 1 schoorsteen en 1 regenpijp.
Uitzonderlijke en langdurige sneeuwval in de Voerstreek (december 2010).
Na veertig uren lag op sommige plaatsen tot een halve meter.
De boer: “Vroeger kwam de postbode met zijn brommer door de dikke sneeuw. Nu hebben ze bestelauto’s met winterbanden, nu zijn er ook sneeuwruimers op de weg, maar er komt al drie dagen geen post.
Met al die technologie zijn we gefragiliseerd.”
Servies dat bij het minste uit de handen schiet.
Er gebeurt altijd wat op de voorruit.
De hoge lampen, de motor, de verre vrachtwagen en de hardnekkige mist.
Een kort verhaal.
Iemand dekt de lading.
Kerstmis is het feest van de kettingzaag.
De tanden snijden een voet en een adem af.
De sneeuw legt een laken over het stoffelijk overschot.
Een bandenspoor verlaat het stilgeworden bos.
Het boerenhuis en het omliggende land zijn onteigend.
De familie is verhuisd, het huis blijft nog overeind. En de schuurpoort blijft van een prachtig blauw.
Ook al is er niemand, ik schroom me om een voet binnen te zetten.
Straks, op een onzekere dag, komt een bulldozer dit bestaan omvergooien.
Stenen zijn graan.
Traag is het malen van de administratieve molen.
De gesloten krantenwinkel deels weggestopt met courantenpapier.
Binnen valt geen blad, geen nieuws meer te lezen.
Voor het raam verdringen zich alsnog zes jaar oude feiten.
Orinoco. Colorado. Ohio. Zambesi. Ganges.
Donau. Snake River.
Een voetganger is een ontdekkingsreiziger.
Katholieken hangen al eens een paternoster. Moslims een gebedskraal. Andere bestuurders een dreamcatcher.
Tengere voorwerpen die onderweg geen moment stil hangen. En die toch een houvast moeten zijn.
Het leven hangt aan een dunne draad.
Het bos staat vol identieke kruisen.
Sommigen met een loden plaatje en een nummer.
Hier zijn door de jaren zesduizend landlopers begraven onder de dennennaalden.
Ooit hadden ze een naam maar geen vast adres.
Nu hebben ze een vast adres, de naam moest meegenomen in het graf.
De trein schoof langs het perron. Eén raam als van een huiskamer.
Een vrouw en een man. Iets willen zeggen en niets willen horen.
Treinramen en hun ooghoeken met tranen.
Eén gesneuvelde van de meer dan 9 miljoen doden in 14-18.
Zijn oogopslag, zijn snor en zijn medaille.
Daarmee kon je naar de oorlog gaan.
Ici repose.
De jongen die dagelijks mee aan tafel zat.
Ik zag al veel houtstapels, maar niet eerder één met een grafkruis erbij.
Op het graf ligt nu een steen en hier rust het afgedankte kruis.
Straks de open haard.
Zaag je zo’n kruis in twee of leg je het in zijn volle lengte op het vuur?
Toch een vorm van schennis.
Iets van de overledene knappert mee.
Het bord van de Vogelvoeders die voor Gezonde Zingende Vogels zorgen hangt er al bijna vijftig jaar. De winkel zelf is al zeker tien jaar gesloten. Naast zangzaad was er ook voer voor duiven, kippen en konijnen. Ze hadden er ook kanaries, aquaria, tropische vissen en hondenmanden.
In de winkel staat nog een laatste toonbank met een werphengel en drie leibanden.
De eigenares kreeg al de vraag of de winkel als filmlocatie mocht gebruikt worden.
Het mocht niet van haar “omdat er dan dingen moesten verschoven worden".
Onroerend moest alles blijven. Stilstand was erfgoed.
Het schip vaart onder de brug en ligt diep in het water.
Het heeft vijf zwarte bergen geladen.
Die komen straks op een kade te liggen waar het stof zal opwaaien.
Het schip heet vanzelfsprekend Arizona.
Of Marina. Of Neptunus, dat kan ook.
Begraafplaatsen hebben hectaren koud marmer en hard arduin.
Terwijl daar vaak zacht en teder gesproken is. Zeker bij het afscheid van een kind.
Dan moeten ouders schrijven dat de liefde voor altijd is en dat er van vergeten geen sprake is.
Dan wordt een graf, dan wordt een hart alsnog van steen.
De jongeman met de alpinopet. Ik weet niet hoe hij gestorven is.
Hij kijkt mij aan van toen hij nog in leven was, een jong leven.
Geen denken aan houtsoorten en chrysanten.
Zoveel ging via deze weg.
Geachte, liefste, beste, hoogachtend, tot onze spijt, tot uw dienst, tot ziens.
Huwelijk, geboorte, dood, belasting, verzekering, verkiezing, en kilo’s papier van drankenhandels en discounts.
De herfst brengt gure tocht.