20 jaar 'Zomerbeelden' op de VRT !

Het is een zeer ongewone zomer, die van 2021. Met wolkbreuken, overstromingen, en aanhoudend buienweer.
Het klimaat verandert, maar tegelijk is er één constante en dat zijn de Zomerbeelden op de VRT. Die worden al twintig jaar uitgezonden.
En dat voor dagelijks 30.000 kijkers. Een feestelijke hommage is hier op zijn plaats.
Met in de hoofdrol: alpenweides, Noordzeestranden en een spin in de linkerbovenhoek.

Humo juli 2016 - herwerkt en licht ingekort  © Jan Hertoghs  

Zomerbeelden en een illustratie van het aloude gezegde: als het in Salzburg regent, dan druppelt het op de webcam.

Zomerbeelden en een illustratie van het aloude gezegde: als het in Salzburg regent, dan druppelt het op de webcam.

Het zinneloze zeilen der zetelliften

Elke voormiddag loopt op Canvas (en vaak op Eén) de uitzending  ‘Zomerbeelden’. Het zogezegde non-programma. Het zagemeel. Het goedkope vulsel van de zendtijd. Niets is minder waar. Na ruim zeven uur kijken mag ik formeel verklaren: ‘Zomerbeelden’ is zen.
-
M'n eerste kijkdag is een zondagmorgen in juli. Op zo'n landerige zondagochtend is nog niemand actief: de wandelaars ontbreken nog op de bergpaden, de parasols zijn nog toegevouwen, de vlaggen hangen nog slap aan de paal, en op vele plaatsen regent het. In de binnenstad van Salzburg lekt de regen letterlijk van de lens. Stadsbeelden zie je niet vaak in ‘Zomerbeelden’. Het klassieke decor is een bergdorp met schuine daken rond de kerktoren. De webcam zwenkt traag over dat dorp, van links naar rechts, en daarna van rechts naar links. Het is het filmen van een ansichtkaart. Er is amper beweging. Het enige wat verroert, is de windzak van de kabelbaan.
Ook bergtoppen scoren hoog in de beelden. Maar vandaag zitten de Grossglockner en de Wildkogel in de wolken. Vijftien seconden lang is alleen grijs te zien. Ooit ontstond ophef over de minuut stilte van Leonard Nolens op de radio. Iedereen sprak erover. Hier gaat het beeldscherm vijftien seconden op grijs, een veel gewaagder experiment in het medialandschap, en niemand maalt erom.

Een gewaagd kijkexperiment: het scherm gaat 15 seconden op grijs. Van een gedurfd medialandschap gesproken!

Een gewaagd kijkexperiment: het scherm gaat 15 seconden op grijs. Van een gedurfd medialandschap gesproken!

Wat me meteen fascineert, zijn die zetelliften in de regen en hoe ze nutteloze rondjes draaien bij dat slechte weer, er is niemand die in- of uitstapt. Het is zeilen in het ijle. Eergisteren was er de staatsgreep in Turkije, de dag voordien de terreurtragedie in Nice, maar hier blijft alles verder draaien. C’est la vie. 
Mechelen komt aan de beurt. Met eveneens een grijze zondag en de grauwe Sint-Romboutstoren. En dan volgt een verrassing, de zeedijk van Zeebrugge. Met de gesluierde zon, de verlaten promenade, de oudere villa’s op de duinen en de helwitte strandcabines is dit een schilderij van Edward Hopper. Een cadeau.

Zondagochtend in Zeebrugge: een Hopperiaanse impressie.

Zondagochtend in Zeebrugge: een Hopperiaanse impressie.

In Sankt Anton am Arlberg komt de zon boven de bergkam. Ze schijnt pal in de lens. Een cameraman filmt nooit pal in de zon. Dat doet alleen de webcam, en zo krijgen we een psychedelische waaier aan prisma’s en halo’s.
Intussen is een kwartier voorbij en dan herbegint de beeldencarrousel: alle vijfendertig locaties komen opnieuw aan de beurt. In Zeebrugge zit een spin in de linkerbovenhoek. Het insect lijkt heel groot op de lens, zo groot als een zwarte weduwe.  

De spin in het web(camerabeeld) van Zeebrugge.

De spin in het web(camerabeeld) van Zeebrugge.

De regen houdt aan in de Alpen. De doornatte speeltuin bij de Zauchensee is pijnlijk leeg. Maar bij alle mistroostige regenbeelden blijft een fagot vrolijk verder spelen. De boodschap is: na regen komt sowieso zonneschijn. Ik hoor een piano van Satie, een strijkje van Schubert, en er zwelt ook wat van Dvorak en Haydn. Bij die rustige ‘Zomerbeelden’ past de klassieke muziek van Klara Continuo als gegoten. Een bariton die brommend aanzet bij de Sint-Romboutstoren. Religieuze koorzang tussen donkere bergwanden, ze zijn voor mekaar gemaakt. Soms klinkt het niet, maar botst het toch. Bij heel ingetogen muziek – mijn gedachten gingen al uit naar een afgestorvene- zag ik de zeedijk van De Haan, met zijn blote bovenlijven, zijn veel te grote buggy’s en zijn honden aan ellenlange leibanden. Niet niet elke soundtrack is voorbereid op de bruuske caleidoscoop van onze kust. 
Om 11 uur 48 is De Haan op z’n mooist. Hagelwitte zeilscheepjes verschijnen aan de blauwe einder, een witte vlieger tuimelt boven het strand, en in de azuurblauwe zee komen witte golfkopjes. Het is bijna poëzie. Helaas is De Haan   de enige badplaats die zijn beelden driemaal na elkaar herhaalt. Alsof we blind zijn, alsof we niet van de eerste keer gezien hebben dat De Haan aan zee ligt en niet aan de Boomsesteenweg.

In Oostenrijk is het intussen harder gaan regenen. De druppels biggelen van de lens. Obertauern verschijnt in beeld. Een lege hoofdstraat en één auto, de koplampen brandend op het natte wegdek. Mistroostiger kan een dorp niet zijn op zondagvoormiddag. Ik zie ook bergpaden in de regen, en ruwhouten weide-afsluitingen die donker geworden zijn van de neerslag. Ik weet wat zich afspeelt in duizenden vakantiewoningen. Vrouw zwijgt. Man aan raam: waar blijft die opklaring? Sikkeneurigheid im Zillertal.
In je zetel en niet op vakantie denk je anders over die regen. Druppels op een lens hebben de schoonheid van grote weerloze tranen. Kijk hoelang het duurt voor zo’n druppel verzadigd is en door de zwaartekracht naar beneden vloeit, dat zie je in de zomers van ‘Zomerbeelden’.

Karakteristieke regendruppels in slowmotion.  De bergweide en het biggelende tranendal.

Karakteristieke regendruppels in slowmotion. De bergweide en het biggelende tranendal.

Het is een oefening in rustig kijken. Geen wonder dat in onze rusthuizen vaak naar ‘Zomerbeelden’ wordt gekeken. Ik heb het aan de VRT-persdienst gevraagd:  of veel kijkers dagelijks afstemmen op die traagdraaiende molen met prentkaarten? En wat bleek: er kijken dagelijks gemiddeld 30.633 Vlamingen “gedurende minstens een kwartier” naar de beelden. Dertigduizend, dat is natuurlijk geen kijkcijferkanon, maar toch een zéér indrukwekkend getal. Dat is het aantal Vlaamse kijkers voor VPRO's "Zomergasten", meer nog, dat is zowat de voltallige bevolking van Aarschot en zijn deelgemeentes die élke dag vijftien minuten naar zetelliften en beschaduwde bosranden kijkt.  
Niet dat de ‘Zomerbeelden’ zomaar beelden zijn. Ze bevatten een schat aan informatie over de plaatsen die te zien zijn. Hun hoogteligging, temperatuur, windrichting, windsnelheid, luchtvochtigheid, weersverwachting voor drie dagen, toeristische evenementen én een landkaart met een bolletje dat aangeeft waar Mauterndorf ligt. Ik heb veel opgestoken. Onder andere dat Salzburg op 444 meter boven de zeespiegel ligt, en Zeebrugge toch ook al op 3 meter.
Met die cams kom je op plaatsen waar je nog nooit was. Eben im Pongau, Klippitz, Finkenberg, Penkenjoch: heerlijk om die namen hardop uit te spreken.

Van Tomorrowland zegt men dat het een overweldigende caleidoscoop is, een kanonschot van beelden op je netvlies.  ‘Zomerbeelden’ is vergelijkbaar: na de visvijvers van Zonhoven volgt het barokke Salzburg en direct daarna de Gempemolen in Sint-Joris-Winge. Wat toch een geniale montage is, die jump cut van grootstedelijke grandeur naar het pannendak van één watermolen.

De webcam van die Brabantse Gempemolen is werkelijk de traagste van allemaal. Mechelen zwenkt heel snel, daar willen ze in vijftien seconden de hele stad laten zien. Bij de Gempemolen is er tijd genoeg: een volle kwartminuut voor één molen annex brasserie. Bij die molen loopt een man met een hond. Het beestje kijkt om. Zijn baas maakt dat armgebaar: loop door, hond, loop niet voor mijn voeten! Ondertussen speelt de piano van Klara als bij de stomme films van de jaren 20. Ik zie Chaplin, ik zie de grote bullebak met de woeste knevel die de arme vagebond weeral onder zijn zitvlak stampt. Die vrije gedachtenassociaties, die dank ik aan de ‘Zomerbeelden’.

Zomerbeelden (en Winterbeelden) vormen de langst lopende reeks van de VRT. Ze worden al vijftien jaar lang uitgezonden. FC De Kampioenen liep eenentwintig jaar, maar telde slechts 273 afleveringen. De Zomer- en Winterbeelden telden op die vijftien jaar 5475 afleveringen, want dagelijks is er een uitzending. Met drie uur per dag maakt dat meer dan 16.000 uur toeristisch stilleven dat naar de Vlaamse huiskamer is gestraald.  
In de beelden zitten weinig Belgische webcams. Driekwart van de locaties ligt in Oostenrijk, de andere cams staan in Zwitserland, Duitsland, Italië en Nederland. Oostenrijk is in deze oververtegenwoordigd omdat het moederbedrijf Feratel in Tirol gelegen is.
Na de regen op zondag volgt de zon op maandag. Zon in Zonhoven. Zon in Mechelen. En ook zon in het klassieke  regengat Salzburg. Al dat zonnige weer gaat gauw vervelen, niks saaier dan blauwe lucht. De enige druppels situeren zich in kasteel Alden Biesen. Door de zon ontstaat daar zoveel condens op de lens dat van Alden Biesen niks meer te zien is.

Het kasteel van Alden Biesen. Prachtig historisch gebouw, helaas volledig aan het oog onttrokken door condens.

Het kasteel van Alden Biesen. Prachtig historisch gebouw, helaas volledig aan het oog onttrokken door condens.

In De Haan (9 uur 48) rent een kind tussen de strandcabines, gevolgd door de oma in haar dichtgeknoopte jas. Zij stapt zwaar door dat mulle zand, het kind holt opgewekt voor haar uit. Het is Jacques Tati. Dezelfde lichtheid van kinderen en dezelfde stroeve onbeholpenheid van volwassenen, een aandoenlijke sequentie tussen de gestreepte parasols. 

Zondag was het nog Klara, maandag is Radio 1 ineens de soundtrack bij de beelden. Ik heb niet veel op met Radio 1: te veel informatief gedaas, te veel karakterloze muziek. En dus: tv-geluid af en Klara erbij via de pc. Zo zitten we weer tussen de strijkstok en de hobo. Dat wat past bij fonteinen, geraniumbalkons en ongerepte bergtoppen.
Ook op deze maandagvoormiddag kom je veertien keer langs vijfendertig dezelfde locaties en dat schept gewenning, én verveling. Voor het eerst heb ik de neiging om de opgenomen beelden door te spoelen. Ik dwing mezelf tot rust. Ik moet langer stilstaan en dieper nadenken over elk bos en elk dorp dat ik zie; in elk ervan schuilt een streekroman. Maar ík ga hem niet schrijven. Ik verlang stilaan naar enig drama. Dat zo'n roerloos bos stilletjes begint te branden. Of dat die sneeuwplek als een lawine naar beneden komt. 
Kalm nu. Rustig nu. De beelden zijn wat ze zijn. Ik moet mezelf herpakken. Ik zal vanaf nu de beelden ruiken, de bergen ruiken. Het drogend hooi en de droge middagwarmte in de schaduw van een houten hut. Het gemaaide gras en de zerpe koeienstront naast de koelte van een bergbeek.  
Ook goed voor de concentratie is wanneer je meer op de dieren gaat letten. Bij de zetellift in Mauterndorf liggen negen koeien te herkauwen, hun kont naar de ijzeren zitjes gekeerd. Een kwartier later lopen ze plots 40 meter hoger, en nog een kwartier later staan ze midden op een wandelweg! Er gebeurt iets. Wandelaars met een trui om de lenden staan lang en nadrukkelijk naar de koeien te kijken. Ook dat is vakantie: de tijd nemen en een veestapel aanschouwen.  

Ook dat is vakantie: toeristen die de tijd nemen om een veestapel van dichtbij te aanschouwen.

Ook dat is vakantie: toeristen die de tijd nemen om een veestapel van dichtbij te aanschouwen.

Dat de dynamische VRT al vijftien jaar deze statische beelden blijft uitzenden, roept natuurlijk vragen op. Zoals: ziet de openbare omroep het als haar taak om “behang-tv” uit te zenden? Lees hier hoe onze omroep de Zomerbeelden omschrijft: “De VRT beschouwt deze weerbeelden als een service aan de kijker en als een venster op mooie toeristische bestemmingen. Weerbeelden én radio vormen een aangename achtergrondcombinatie die door heel wat kijkers gesmaakt wordt. Voor hen bieden deze weerbeelden structuur aan hun dag en daarmee zijn deze beelden een vaste waarde geworden in het ochtendschema van Eén en Canvas”. Anders gezegd: neem de Zomerbeelden weg en duizenden Vlamingen lopen als verloren door hun veel te lange voormiddag. 
Het Oostenrijkse bergdorpje Werfenweng is intussen mijn favoriete webcam. Zondag was alles daar nog potdicht en grijs, maandag zijn er koeien en wandelaars. Eén bergstapper neemt een foto tussen vier koeien en terwijl hij wegstapt, heft één koe haar staart en pletst de stront als dunne spinazie op de bergweg. Zeldzaam beeld. Waar zie je nog kakkende koeien?  

In dit Werfenweng valt m’n oog op de helper van de kabelbaan. Handen in de zakken, de benen gespreid, en een grijsvilten tirolerhoedje. Hij helpt ouderen een handje als ze uit de  kabelcabines stappen en hij ijsbeert ongeduldig als niemand uitstapt. Hoe kijkt hij naar de wereld vanop 1.835 meter boven de zeespiegel? Hoe gaan zijn gedachten naast dat perpetuum mobile van kabels, cabines en schuifraampjes? Heeft hij excursieve gedachten aan Spanje en Italië? Voelt hij zich gekluisterd aan andermans vakantie?

Onze “Helmut”, handlanger van de kabelbaan.  Zijn loopbaan is de lopende band van deze lokale kabelbaan. Maar waar zijn z’n gedachten?

Onze “Helmut”, handlanger van de kabelbaan. Zijn loopbaan is de lopende band van deze lokale kabelbaan. Maar waar zijn z’n gedachten?

Met het warme weer van maandag, dinsdag en woensdag zie ik nu veel meer insecten. Kleine motjes in Sankt Anton en een vrij grote spin in het Duitse Oberstdorf. Die zit live en voor de ogen van duizenden kijkers een vlieg te peuzelen. Bij de volgende passage in Oberstdorf is de spin weg, maar twee verse vliegjes hangen te trillen in haar onzichtbare web. We spreken hier over een letterlijke web-cam. Maar wie heeft er oog voor?! Welke natuurcineast ként deze bijzondere waarnemingen die Zomerbeelden dagelijks en achteloos presenteert? Kent Richard Attenborough deze goedkope beeldenbiotoop?
In Werfenweng landt een dikke vlieg op de lens. Nietsvermoedend zwenkt ze mee, een bromvlieg reist over het  landschap. Pure fly-on-the-wall.

Een grote bromvlieg (rechtsonder) landt op de lens. Zo dadelijk zal deze zwarte geleedpotige zich Messerschmittgewijs op de nietsvermoedende wandelaars storten.

Een grote bromvlieg (rechtsonder) landt op de lens. Zo dadelijk zal deze zwarte geleedpotige zich Messerschmittgewijs op de nietsvermoedende wandelaars storten.

De Zwitserse fotograaf Kurt Caviezel is zowat de enige die het belang ervan ziet. Hij tuurt dagenlang naar webcams op zijn computerscherm, enkel en alleen om screenshots te kunnen nemen van plots opduikende insecten en vogels. Hij monitort 15.000 webcams en noemt die donkere insecten de ‘schoonheidsvlekken’ van het wereldwijde web.
Bij de zetellift van Werfenweng is de handlanger met het tirolerhoedje er weer. Ik begin hem te kennen. Ik noem hem Helmut. Vandaag is het warm en Helmut draagt een licht ruitjeshemd. Hij richt zich tot de man met de mountainbike. Hij richt zich tot een blonde vrouw. Soms is hij niet in beeld te zien. Dat betreur ik. Hij is mijn cliffhanger. Ik ben benieuwd of hij er in het volgende kwartier nog zal zijn.

Woensdag 20 juli is wéér een zonnige dag. Vier dagen zijn intussen voorbij en ik heb bijna acht uur ‘Zomerbeelden’ gezien. Het wordt ineens te veel. Ik heb geen zin meer in dorpen en daken en bergtoppen, de zen is weg, en ook Helmut laat zich niet meer zien.
Ik houd de beelden voor bekeken.
In de Gempemolen murmelt een fagot. In Werfenweng wacht een spin.

NAWOORD
De dag dat het stuk in Humo verscheen, stond ik in zelf in de Zomerbeelden. Door strategisch post te vatten op het terras van de Gempemolen! Product placement op de VRT . En in prime time van de voormiddag: 10u31 !

DSC02981b.JPG
Vorige
Vorige

Orkaan “Ida” - 16 jaar na de ravage van orkaan Katrina

Volgende
Volgende

Tien jaar na Utøya (3): de ontreddering van de redders en de hulpverleners