Corona en massaal tv kijken: de wonderjaren van de televisie

De kranten hadden het nieuws dat we in het coronajaar 2020 veel meer televisie keken dan in vele voorgaande jaren. De kijkduur per dag ging omhoog en ook de kijkcijfers: succesprogramma's halen twee miljoen kijkers en meer. Ook jongeren tussen 12 en 17 die zogezegd niks meer met dat oude scherm hebben, nestelden zich voor de buis. Televisie lijkt "verbindend te werken" nu we door de lockdown veel binnenshuis zitten. 
Dat het klassieke tv-kijken terug is, brengt ons bij de beginjaren van de Vlaamse televisie.  In die jaren vijftig zat men  's avonds ook vaak binnenshuis, maar toen was er eigenlijk maar één zender. Binnen die beperkte programmatie van toen waren er op de de BRT (voorloper van de VRT) wel aparte tv-uitzendingen voor hengelaars, postzegelverzamelaars en uitvinders. Van niches gesproken! 
En niet onbelangrijk in deze tijden van corona: 60 jaar geleden is al onderzocht dat televisie "een helende en kalmerende werking had op zieken, ja zelfs op geesteszieken!"

Humo oktober 2003 - licht herwerkt - © Jan Hertoghs     

Lees ook de reportage over de verkopers van de eerste televisietoestellen.

Het Vlaamse tv-programma Antenne-Club: de kijker die zijn dak-antenne herkende, mocht de artiesten kiezen die in de volgende uitzending gingen optreden (Ingescand uit Humo/ Herman Selleslags)

Het Vlaamse tv-programma Antenne-Club: de kijker die zijn dak-antenne herkende, mocht de artiesten kiezen die in de volgende uitzending gingen optreden (Ingescand uit Humo/ Herman Selleslags)

Honderden toeschouwers om onze tv-mensen bezig te zien: het was alsof er zeven walvissen tegelijk waren aangespoeld.”

 Het programma voor de hengelaars heette Beet, de rubriek voor de filatelisten heette Vergrootglas op de postzegel, en de serie over uitvinders en uitvindingen kreeg de titel Eureka. Voorwaar, er is een tijd geweest dat het leven eenvoudig was en dat de dingen nog bij hun naam werden genoemd. 
Dat hengelprogramma en die postzegelrubriek hebben niet écht de huiskamers doen vollopen en de cafébazen lege stoelen bezorgd, maar ze verdienen het om aan het stof van de vergetelheid te worden ontrukt. Omdat ze sympathiek zijn, of charmant in hun eenvoud, of hopeloos gedateerd en dus wel eens ronduit hilarisch.
Tegelijk presenteren we tal van wetenswaardigheden uit de wereld van de televisie zoals die toen op de prille tv-bladzijden van de weekbladen stonden afgedrukt (Een goede raad: kijk tijdens vismaaltijden géén tv!) 
Kortom, dit zijn de wonderjaren 1954-1961 en we putten voornamelijk uit Humoradio, Zie ZondagsvriendDe TV Kijker (2-maandelijks tijdschrift), de jaaroverzichten van NIR/BRT en het onvolprezen standaardwerk Tien jaar Vlaamse Televisie van Jef Anthierens.

De programma’s van één BRT-avond in het weekblad Zondagsvriend (1960) d:  amper een tiental lijntjes

De programma’s van één BRT-avond in het weekblad Zondagsvriend (1960) d: amper een tiental lijntjes

Dat de televisie nog niet salonfähig was, is te merken in Humoradio van 1954. Toen besloegen de radioprogramma's van één week nog 19 bladzijden; de tv-programmatie van België, Frankrijk, Nederland én Duitsland kon toen nog met gemak op twee bladzijden afgedrukt worden.
Zeven dagen "Brussel Vlaams" benam amper één gedrukte kolom van twintig centimeter, en dan was elk programmadetail nog uitvoerig aangegeven: 19.15 Testbeeld 19.30 Openingsbeeld 19.31 Nieuwsberichten. En zo verder tot 9u30. Een klassieke tv-avond liep toen nog ten einde tussen half tien en tien uur en op maandag werd er niet uitgezonden. Programma's werden ook summier aangekondigd. "Kanker" was een "medicale film", "Het zinderen van de banjo" werd voorgesteld als een "filmisch stemmingsbeeld "en wie naar "Mens en telefoon" wilde kijken, mocht zich verwachten aan een "documentaire fantasie over de moderne rustverstoorder bij uitstek". Heel af en toe veroorloofde men zich al een woordgrapje in de titel, zoals in het programma "Wij geven katoen", een documentaire over katoenplantages.
Qua sport werden veel uitzendingen overgenomen uit het buitenland, onder meer het WK Badminton te Glasgow, toen nog omschreven als het "WK Vederbal, een sport die de jongste jaren een plotselinge vlucht nam". Films kregen in 1954 nog een zedelijke quotering: Stagecoach van John Ford was een KT (=Kinderen Toegelaten) volgens de Staatskeuring, maar Humoradio plaatste ook de Katholieke Filmkeuring erbij en die vond deze klassieke western alleen geschikt Voor Volwassenen.  
Heel veel aandacht ging er naar muziek, reisreportages, toneel en variété. Vooral op dat laatste terrein werden nooit geziene zaken vertoond volgens De Tv-Kijker, een maandblad voor televisievrienden: “"Men zag nummers waarvan men het bestaan nooit had vermoed, zo bijvoorbeeld Bruno Hofman die etherische melodieën aan de randen van champagneglazen ontlokte. En wie had er al eens een beer op een motorfiets zien rijden of een Chinees die twintig soepborden op 4 meter hoge rietstengels liet draaien? Dat zijn maar enkele van de honderden attrakties die de Vlaamse tv op het glazen scherm aanbood en dat aanbod overtrof met een veelvoud hetgeen men vroeger had meegemaakt in het patronaatzaaltje van de gemeente."  
Een variétéprogramma dat nooit meer geëvenaard zal kunnen worden was "Antenne-Club". Daarin trad een plejade aan internationale vedetten op in een decor van dakvensters, geopende luiken en pasgeverfde kroonlijsten. Er stonden uiteraard ook antennes opgesteld waartussen de artiesten al zingend hun weg moesten zoeken. Maar hét bijzonderste was de kijkersvraag. In elke uitzending werden enkele foto's van daken met een tv-antenne getoond en wie ZIJN antenne herkende, werd eregast van de "Antenneclub" en mocht kiezen welke artiesten er in de volgende uitzending gingen optreden. 

Tussen 1960 en 1970 kwamen er ca. 2 miljoen antennes op de Belgische daken.

Tussen 1960 en 1970 kwamen er ca. 2 miljoen antennes op de Belgische daken.

 TV-Circus met duivenbond
De aanblik van daken en antennes was niet van aard om het Vlaamse publiek vertrouwd te maken met het nieuwe medium en zo ontstond TV-Circus. Dit varia-programma wilde de televisie naar de mensen brengen en van 1955 tot 1957 waren er zo'n zestien rechtstreekse uitzendingen op locaties als Adinkerke, Boom, Vilvoorde, Lier, Asse en Sint-Truiden. De televisie arriveerde met een gehuurde circustent en een karavaan van dertig wagens. Uren voor aanvang stonden er lange rijen toeschouwers, "het was alsof er zeven walvissen tegelijk waren aangespoeld." Vanop de zitbanken die "tot de laatste vierkante centimeter" gevuld waren, konden de toeschouwers dan zien hoe televisie gemaakt werd. 
Het succes van TV-Circus bestond in een niet eerder vertoonde combinatie van show en couleur localenaast topvedetten uit  circus, dans en ballet mocht het complete verenigingsleven van de gemeente (én de omstreken) voor de camera's paraderen. Een uitzending duurde gemiddeld drie uur en in de stroom van plaatselijke figuranten liep alles mee "gaande van sportclubs en fanfares tot duivenbonden en andere maatschappijen".  De eerste uitzending in Adinkerke was toonaangevend: er was Oostduinkerke met zijn vissersfanfare, Poperinge met zijn hopboeren, Veurne met zijn imkers, Ieper met zijn kattenstoet en Nieuwpoort met zijn afslagers uit de vismijn "die de kijkers verbaasden door de snelheid waarmede zij achterstevoren konden tellen". Ook spannend was het ongeplande losbreken van een onweer boven deze uitzending wat de tent onder water zette en wat de "cameramannen natte voeten bezorgde alsmede een schok telkens als ze hun camera's durfden aanraken".  

Grote toeloop voor het programma Tv-Circus. Het circus in de tent moest de toeschouwers vertrouwd maken met de televisie. (Ingescand uit Tien Jaar Vlaamse Televisie / Herman Selleslags)

Grote toeloop voor het programma Tv-Circus. Het circus in de tent moest de toeschouwers vertrouwd maken met de televisie. (Ingescand uit Tien Jaar Vlaamse Televisie / Herman Selleslags)

Genezen met televisie
Er was nog een manier om de televisie naar de mensen te brengen en die bestond erin dat de omroep met caritatieve organisaties samenwerkte om tv-toestellen weg te schenken aan "sanitoria, hospitalen, weeshuizen, rusthuizen en krankzinnigengestichten". Die weggeefactie werd noch min noch meer beschouwd als een sterk staaltje van geestelijke gezondheidszorg getuige het artikel in Tv-Kijker van juni 1956 met de titel "Waar TV een zegen is": Daar waar een ziekenzaal dikwijls gekenmerkt wordt door ontzettende verveling en gebrek aan ontspanning die kan resulteren in periodes van neerslachtigheid en prikkelbaarheid, draagt de opmonterende werking van de televisie in grote mate bij tot de genezing. Door de televisie wordt het isolement van de zieke doorbroken. De patiënten herwinnen het contact met de buitenwereld, ze vinden verstrooiing en ze herwinnen hun gemoedsrust, wat grote factoren zijn voor het herstel.(...) Geneesheren onderstrepen de kortere herstelperiode van patiënten mét televisie. Zelfs in krankzinnigengestichten stelde men een verbluffende verbetering vast in de toestand der verpleegden; op zijn minst waren zij al beduidend kalmer dan voorheen." 

Tv-ontvangers aan de muur van de ziekenzaal en ook massieve draagbare tv’s voor de zieken.

Tv-ontvangers aan de muur van de ziekenzaal en ook massieve draagbare tv’s voor de zieken.

Nog even en dankzij de televisie zouden de lammen weer lopen en de blinden weer zien! De Vlaamse televisie is trouwens altijd bezorgd geweest om onze gezondheid, denk maar aan de campagne Blijf Jong (vanaf 1959). Nic Bal en de zijnen wilden dat Vlaanderen fitter zou worden en de televisie die nota bene zélf tienduizenden kijkers tot een zetelzittend bestaan had gedwongen - zou het goeie voorbeeld geven. Om een goed beeld te krijgen van de toenmalige lamlendigheid volstaat deze passage uit De TV-Kijker van juni '59: Sedert jaren maakt men zich in vele kringen bezorgd om de moderne mens, vooral om de stadsmens die een jachtig bestaan leidt. Uren brengt hij door in kantoren en fabrieken met hun onzuivere lucht, dag na dag wordt de weg naar huis afgelegd in overvolle trams, treinen en bussen die veel van de zenuwen vergen. Men eet vlug, men eet slecht, men beweegt nog weinig en het resultaat is dit: eens de 35 jaar voorbij, worden we over het algemeen vadsige naturen, fysiek zwak, en ten prooi aan allerlei kwalen. We hebben niets tekort, maar we zijn overspannen en het ontbreekt ons aan arbeids- en levensvreugde. (...) Nic Bal van onze Vlaamse televisie zegt hierover: wij gaan u helpen jong te blijven met een gezondheidscode die lichaam en geest zal ontspannen."
De campagne Blijf Jong zou meerdere jaren duren en tienduizenden Vlamingen uit hun lethargie halen. Voor de niet-deelnemers had Nic Bal slechts één boodschap: "Laten we dit goed afspreken: het is uw volste recht uw gezondheid te verwaarlozen en uw leven te verkorten. Ik heb u geen bevelen te geven. Rust en roest desnoods in vrede!" 

Het maken van een theemuts
Volksopvoeding is altijd met een hoofdletter geschreven bij de Vlaamse Televisie en er waren programma's voor de man met de pijp én voor de vrouw met de schort. In een uitzending als "Atelier" (1960-1961) kon je naast een interview met een jonge geometrisch-abstracte kuntschilder nog een vraaggesprek volgen met beeldhouwer Oscar Jespers in wiens oeuvre we grosso modo drie periodes kunnen omschrijven: een impressionistische, een kubistisch-expressionistische en een meer classicistische. Zulks vermocht wel eens in schril contrast te staan met de onderwerpen van "Penelope, het Programma voor de Vrouw". 

“Penelope” : het programma voor (moeder) de vrouw. (Ingescand uit Tien Jaar Vlaamse Televisie/ Herman Selleslags)

“Penelope” : het programma voor (moeder) de vrouw. (Ingescand uit Tien Jaar Vlaamse Televisie/ Herman Selleslags)

Humoradio besteedde weinig aandacht aan Penelope, maar het familieblad Zie Zondagsvriend zette het programma van moeder-de-vrouw met graagte in de kijker. Er is vanavond in Penelope weer voor elck wat wils! (...) Zo zullen de kijksters leren dat goedkope stukken van runds-,kalfs-, varkens- en schapenvlees toch ook smakelijk kunnen klaargemaakt worden. Dus dames, houdt potlood en papier klaar om over dit belangrijke praatje iets te noteren! (...) Vandaag ook: het probleem van de teenager. Mevrouw Algoet heeft als lerares met deze jeugdige mensen te maken en zij heeft dit keer een moeder en twee tienerdochters in de studio uitgenodigd om te praten over huishoudelijke karweitjes. Want het schijnt dat onze jonge meisjes niet erg veel geestdrift aan de dag leggen om moeder in het huishouden te helpen. (...) 
In het NIR/BRT-jaaroverzicht (58-60) heb ik de lange lijst van Penelope-items kunnen overlopen en sommige wil ik u niet onthouden, als daar zijn: Bereiding van Mayonaise - Goede manieren op een receptie - Deskundig linoleum leggen - Het maken van soep - Het maken van een theemuts- Het maken en versieren van koude schotels. Wie voor de buis zat op 23 december '59 zag voor zijn ogen Het strijken van een manshemd, wat op 29 juni 1960 gevolgd werd door Het strijken van een mansbroek. Dat was dus hét lifestyle programma van de jaren vijftig.
Dezelfde eenvoud vind je ook terug in andere educatieve programma's. Neem Vedetten uit de Dierenwereld, als je die onderwerpen ziet, dat is een intens sobere inhoud, dat is pure zen! Op 20 september '58: de Krokodil. Op 24 januari '59: de Egel. Op 21 maart '59: het Gordeldier. Op 14 mei 1960: het Paard. Op 9 juli '60: de Kievit. 
Mogelijk dat deze titels u doen denken aan uw eerste spreekbeurten voor de klas, maar mag ik u dan vertellen dat elke uitzending vakkundig gepresenteerd werd door prof. dr. J. Hublé van de Rijksuniversiteit te Gent. Zo ook de uitzending van 11 juni 1960 over De Bijen ("Geen enkele stad is zo dichtbevolkt als de bijenkorf. Wat deze lieve beestjes de godganse dag uitvoeren en hoe zij aan de kost komen, zullen wij vanavond van prof. Hublé vernemen. Zoals steeds zal Paula Semer hem bijstaan om enkele vragen te stellen en het gesprek vlot te houden.")

Aangename Kennismaking: een programma over mensen en hun beroepen of hobby’s. (Zondagsvriend)

Aangename Kennismaking: een programma over mensen en hun beroepen of hobby’s. (Zondagsvriend)

Van Handboog tot Lanceerbasis
Naast het opvoeren van eenvoudige dieren en insecten, was onze televisie ook sterk gericht op het vertonen van mensen en hun beroepen. De uitzendingenreeks waarin dit het sterkst tot uiting kwam, was "Aangename Kennismaking Met..." Hierin waren onder meer te zien: een Loodgieter, een Boswachter, een Redder, een Leerling-Redder, een Strandvisser, een Arbeider in een Mostaardfabriek, een aantal Werklieden van de NMBS, een Direkteur van een moderne Wasserij, een Fabrikant van Hoge Hoeden en een Globetrotter. Het programma had ook verrassingen in petto, zoals het Muziekkorps van het Bestuur der Postchecks en een Kunstschilder zonder penselen.
Aangename Kennismaking was méér dan een kennismaking, want in volle prime time ging men toen nog vijfentwintig minuten op bezoek bij een Verzamelaar van Pompiershelmen. Ook Alpinisten kwamen aan de beurt ("Iedereen is akkoord: het kijken naar deze jonge durvers is eenvoudiger dan er zelf aan te beginnen!")  
Sommige plaatselijke figuren kregen door het programma landelijke bekendheid. Zo was een hele uitzending gewijd aan L. Henrotay, het zeeldraaierke van Sint-Pieters-Lille, en later ook aan Gerard Pintelonde belleman te Lissewege die tevens doodgraver, boodschapper, torenwachter en uitplakker is. Deze lokale Gerard was "zodanig in de smaak gevallen van de kijkers dat Lissewege in de zomer overstroomd werd door toeristen die allemaal de belleman wilden zien." Pintelon -de naam was niet gestolen- werd door de bezoekers royaal getrakteerd en volgens Tv Kijker zou hij "die hele zomer zattekens zijn geweest, meer nog, na de zomer had hij nog 4OO pinten tegoed!"  
Humoradio kreeg het wel eens op zijn heupen van die landelijke en vaak te landerige Kennismakingen. Zo lazen we in Dwarskijker van 26 januari 1960: "Aangename Kennismaking met Zichem bracht ons een kluwen van waterraderen, bomen, fietsen, volkswoningen, volksbruiloften, volksdoopsels, volksgebruiken, volksherbergen en volksvermaak, en dit gedurende drie kwartier. Vijfentwintig minuten van dat alles had ruimschoots volstaan!" 

In Vogelvlucht uit: een programma waarin fabrieken en werkende mensen werden belicht. (Zondagsvriend)

In Vogelvlucht uit: een programma waarin fabrieken en werkende mensen werden belicht. (Zondagsvriend)

Er was ook een tv-reeks die helemaal gewijd was aan fabrieksbezoeken, onder de titel "In Vogelvlucht uit...". In deze reeks waren te zien: een Glasblazerij, een Tapijtweverij, een Fabriek van Tv-Toestellen, een Kachelfabriek, een Koekjesfabriek, de Borstelnijverheid te Izegem en een Beeld van onze Pettenindustrie. (Noot: de hoofdletters komen zoals steeds uit de NIR/BRT-jaaroverzichten, jh). Het waren rechtstreekse uitzendingen vanuit de draaiende fabrieken en volgens de makers was het een "telegeniek procédé": Als wij de industrie onopgesmukt en in volle werking in de huiskamer kunnen brengen, dan is dat de reden waarom onze programma's zoveel bijval kennen."
Het bezoek aan een Papierfabriek kon toen nog aangekondigd worden met lichte geestdrift ("Wij volgen ondermeer het uitmalen en mengen van de papierbrij, twee zeer interessante bewerkingen.") Het kon toen nog: tv-kijkers die net hun dagtaak achter de rug hadden alsnog warm maken voor een programma waarin hard gewerkt werd! Enige Streuvels-pathos werd daarbij in de programmabladen niet geschuwd, zoals bij de Metaalfabriek te Boom: "In de donkere werkhallen van een metaalfabriek waar af en toe een gloeiende staalmassa spookachtige schaduwen op de gezichten tekent, beleven we vandaag de geboorte van een hijskraan." Een zware bevalling, dat spreekt.
Voor alle onderwerpen waarvoor de jonge omroep geen passend kader vond, was er één programma en dat was "Kaleidoskoop", een zwaar veredelde grabbelton. De uitzending van 1O september '58 kan hier als voorbeeld dienen met achtereenvolgens: De Wereld waarin wij leven - Koek en Speculoos - De Schoolmeester - De Strip-Tekening en tot slot Poëzie. En op 15 oktober '58 had je een kaleidoscoop van Het Lucifertje - Cactussen - Oude Munten en De Kasseistamper. Het programma had ook oog voor historische evoluties. Zoals in de uitzending Van Handboog tot Lanceerbasis! 

 Tussen lamp en rad
Wat onmogelijk weg te denken was op de Vlaamse Televisie waren de uitzendingen over volkskunde zoals "Er was een Tijd" en "Levende Folklore". De onderwerpen varieerden van "Volksspelen in een Kermisstemming" tot "het Eindejaarsfeest van de Mezenvangers". Dat sommige van die items op het punt stonden om schielijk overgebracht te worden naar Bokrijk, was de makers niét ontgaan. Zo waren in de uitzending van 27 januari 1957 enkele vertegenwoordigers van stervende ambachten te gast, met name een kuiper (tonnenmaker) en een mutsenstrijkster.
Veel aandacht ging ook naar folklore uit het buitenland: er was Zang en Dans uit Ceylon, Zang, Dans en Muziek uit Zwitserland (door de groep Edelweiss) en Zang, Dans en Folklore uit Belgisch-Congo. Die laatste uitzending droeg de naam "Zwarte Tover" (1955) en "te dier gelegenheid werd in Studio 6 en onder toezicht van deskundigen een geheel negerdorp opgebouwd". De strooien hutten en schaduwrijke palmbomen werden bevolkt door dansende en zieken bezwerende "Congolese acteurs."
HUMO-Tv (de nieuwe bijlage van Humoradio) nam het in 1957 op voor deze folklore-uitzendingen : Voor sommigen is folklore een dood ding, maar in Levende Folklore zien we mensen uit het volk die ons bekoren door de eenvoud waarmee ze bepaalde gebruiken in ere houden.(...) Met een hechte overtuiging kunnen wij verzekeren dat de tijd zal komen waarin zal gezegd worden: " Wat een geluk dat we die folkloreprogramma's gehad hebben!"
Iets minder gelukkig was Humo-Tv toen de BRT zijn huisstijl een ambachtelijke toets wilde geven. Het waren de jaren dat de kleine boeren van het land verdwenen en dat oud alaam en hoefijzers menig woonhuis gingen sieren. Ook de BRT-decorbouwers stapten mee in die mode wat een sneer van Dwarskijker ontlokte (17.1O.60): Onze omroepsters verschijnen nu in nieuwe decors waarin karrenwielen en visserslampen met elkaar afwisselen. Ter aanvulling van deze outer-en-heerd-stijl kunnen de BRT-mensen misschien ook putten uit de voorraad spreuken in de stijl van daar-alleen-kan-liefde-wonen-daar-alleen-is-het-leven-zoet. Zo'n ingelijste huis- tuin- en keukenfilosofie zou het niet kwaad doen tussen lamp en rad."
Het was niet allemaal outer en heerd. Zo liep de 11-juli uitzending van 1960 onder de progressieve titel Sinjaal 1302. Iemand moet dat signaal niet goed begrepen hebben: het ballet van Lydia Chagoll was er het slachtoffer van. Haar dansers moesten "noodgedwongen improviseren op de muziek van een geluidsband die achterstevoren werd afgespeeld; het was bovendien de verkeerde geluidsband."   

“Vergrootglas op de postzegel”, met in het decor, jawel,  een vergrootglas en uitvergrote postzegels. (Zondagsvriend)

“Vergrootglas op de postzegel”, met in het decor, jawel, een vergrootglas en uitvergrote postzegels. (Zondagsvriend)

Vertel ons uw ongeval!
In 1959 had de wereld nog nooit van flippo's gehoord, er werden toen nog sigarenbanden en postzegels verzameld. De postzegelverzamelaars hadden zelfs hun eigen programma ("Postzegelrubriek") dat om de àcht weken liep. Op aanvraag "van vele verzamelaars" kreeg het in 196O een maandelijkse regelmaat en een nieuwe naam ("Vergrootglas op de Postzegel"). Het decor bestond uit, jawel, uitvergrote postzegels. 
In dezelfde periode zag ook de hengelrubriek het licht en die had meteen de juiste naam te pakken, namelijk "Beet"! De onderwerpen die in Beet aan bod kwamen, lagen nogal voor de hand: De Snoek, de Forel, de Karper, De Hengelroede en (voor gevorderden) De Lijntechniek.
Dwarskijker "weet niks van vissen" maar noemt het een aangenaam programma "omdat het gepresenteerd wordt met de nodige zin voor humor". Ingewijden herinneren zich zelfs dat in de studio ooit "met een werphengel een vislijn is uitgeworpen", wat een prestatie mag genoemd worden gezien de geringe afmetingen van Studio 6 (amper 8 bij 12 meter!) 
Ook de autorubriek "Autorama" was zo opgevat dat hij voor niet-automobilisten "prettig en boeiend kon zijn". Het onderdeel dat het meeste succes had, was de Pechvogel van de maand: kijkers die een ongeval hadden gehad met hun wagen mochten een brief schrijven en hun ongeval werd dan volledig naverteld en gereconstrueerd in de studio. Al na enkele weken zat de regisseur met zeshonderd brieven van brokkenmakers, "dus we kunnen nog aardig verder!" 

Eind de jaren vijftig had je ook nog een luchtvaartrubriek, een scheepvaartrubriek ("met aandacht voor fluviale en maritieme wetenswaardigheden") én een rubriek voor uitvinders en uitvindingen. Die laatste heette natuurlijk "Eureka" en zag van 1955 tot 1961 tal van échte en vermeende innovaties de revue passeren. Enkele zijn algemeen goed geworden: rolluik, draagbare wieg in plastiek, wasmachine voor vaatwerk, plooibaar tafeltje, het elektronisch orgel en de voetbal met plastic omhulsel (niet wateropzuigend). Andere werden helaas nooit in de handel gebracht: een elektrisch snuittoestel, een piano met ingebouwde bar en een automatisch duivenhok.

Presentatrice Terry Van Ginderen en de uitvinder van de individuele box voor kalveren. Let ook op het houten tafeltje met enigszins dikke poten.

Presentatrice Terry Van Ginderen en de uitvinder van de individuele box voor kalveren. Let ook op het houten tafeltje met enigszins dikke poten.

De presentatoren Pol Heyninck en (later ook) Terry Van Ginderen hadden het niet makkelijk met hun uitvinders: "Het gevaarlijkste was als je vroeg of het toestel makkelijk te demonteren was. Oh ja, natuurlijk mijnheer, en de eerste schroef bleek al moervast te zitten." Terry Van Ginderen is de geschiedenis ingegaan met de uitvinder van een kurkentrekker voor champagneflessen (zonder spuiten!!). De man had tien jaar aan zijn uitvinding gewerkt, tijdens de repetitie liep alles perfect, maar in de uitzending raakte hij de fles nog maar aan en "de stop ging met een vreselijke knal de lucht in daarbij champagne spuitend tot in de zwarte lokken van Terry Van Ginderen". 

 Stijn Streuvels verjaart
De Vlaamse Televisie heeft in die beginjaren ook een aantal legendarische kwissen voortgebracht zoals 100.000 of Niets, Eén tegen Allen en de Muziekkampioen. Vooral "de 100.000" beroerde danig de kijkende gemoederen, in zoverre zelfs dat Humo de volledige kwis door een achtkoppige stenodactylo-ploeg liet opschrijven en die woordelijke weergave verscheen dan enkele dagen later in het blad (soms over zes volledige pagina's!) Elke kandidaat moest vier quizweken zien te overleven en de weinige bollebozen die het tot winnaar brachten werden tot volkshelden uitgeroepen ("Laureaat Windels is een nationale figuur. Hij wordt te Torhout gehuldigd alsof hij uit de Guldensporenslag terugkeert. De stedelijke overheid ontvangt hem op het stadhuis, de plaatselijke scholen krijgen een dag vrijaf en er trekt een feestelijke optocht, met trommels en trompetten, door de bevlagde straten.) 
Naast die quizzen die heel het land in de ban hielden, zijn er kleinere formules geweest die jàren gelopen hebben en die niettemin helemaal in de vergetelheid zijn verzeild. Neem de Tv-Rebussen, ze kwamen tussen 1954 en 1961 op het scherm, ze droegen namen als Rarara, Schaakmat en Labyrint, en ze konden "op een trouwe schare van honderden piekeraars en puzzelaars rekenen". De rebussen dienden als "proefstation voor beginnende omroepsters" en zowel Terry Van Ginderen, Denise Maes, Monique Delvaux, Aimée De Smet en Emmy Cassiman maakten er hun opwachting.  Humoradio rekende ze tot de "intelligentste tv-uitzendingen" en schreef een bevlogen stuk over hun geestelijke vader: John Buydens. (In Aalst woont een rustige man met een stille stem die om de veertien dagen wanhoop zaait in honderden harten. Op zijn woord duiken honderden mensen met peinzende, gekwelde gezichten in boeken, encyclopedieën en oude kranten; ze rennen naar bibliotheken en maken al hun vrienden en kennissen zuur met de gekste vragen.") 

Tv-rebus: een programma voor puzzelaars en raadseloplossers (Ingescand uit Humo/ Herman, Selleslags)

Tv-rebus: een programma voor puzzelaars en raadseloplossers (Ingescand uit Humo/ Herman, Selleslags)

In de zomer werd de Tv-Rebus vervangen door de toeristische TV-Rally en dat bracht op zijn beurt hele autokaravanen op gang ("Een grote drom automobilisten jaagt de baan op om in allerlei afgelegen hoeken van het land boomomtrekken te meten of op oude grafstenen rond te scharrelen. "Ge moet hem niet meer meten, meneer", zei de oude boer in Itegem die in een uur tijd wel duizend vreemdelingen in de buurt van zijn boom had zien sluipen, "het is 4,55 meter." )
Wat me telkens verwondert, is hoe massaal er toen op tv-uitzendingen gereageerd werd. Om één ampel voorbeeld te geven. In februari 1961 was er een "Aangename Kennismaking met Hoogstraten". Op het einde van de uitzending was er de mededeling "dat de 1OO eerste kijkers die een kaartje schreven naar de burgemeester, een stenen bierpot met het wapen van Hoogstraten zouden ontvangen". Nog diezelfde avond kwamen er al gegadigden met hun kaartje aangereden, uit de onmiddellijke omgeving maar ook "uit Gent, Oostende en Nederland." De volgende morgen arriveerden "nog eens 3OO telegrammen" en tegen 16u had de post al 7OOO brieven ontvangen. Enkele weken later hield de zondvloed op "en werden 24.007 brieven geteld, waaronder ook één van het paleis te Laken!"
De strafste "brieven-trekker" op tv was toch wel Nonkel Bob. Toen Stijn Streuvels negentig jaar werd, deed hij een oproep om verjaardagskaarten naar de auteur te sturen. Resultaat: de gevierde schrijver ontving 40.000 kaarten van kinderenDat waren nog eens tijden! Toen had een kind nog eelt en inkt op de vingers!  

Zeg het met stekskens
Eén ding staat vast. Televisie bracht toen een nationaal én internationaal enthousiasme teweeg alsof men op weg was naar een nieuwe Volkerenbond. We citeren uit Tv-Kijker van juni '56 (Zeg het met stekskens!) "Tijdens de rust van de voetbalwedstrijd Zwitserland-Brazilië werd een stunt uitgehaald die een biezondere vermelding verdient. Wetend dat alle TV-landen aangesloten waren, brachten de Zwitsers een groet aan de sportliefhebbers van Europa. Er werd tot drie geteld, toen ging  het licht uit en dan streken de 35.OOO aanwezigen een lucifer aan. Dit gebaar was heel sympathiek en gaf een TV-effekt dat zijn gelijke niet heeft. Er waren ook honderden aanwezigen die het zo goed vonden dat ze gedurende de tweede speelhelft nog voortdurend lucifers bleven aanstrijken." 
Dat tv-voorbeeld vond ook navolging in ons land want bij de volgende 1 mei-stoet te Gent werd "eveneens een groet met stekskens gebracht".

Alles wat op de buitenlandse schermen gebeurde, was nieuws voor de Vlaamse tv-bladen, en vooral de Amerikaanse tv-quizzen waren een bron van verbazing. In 1957 was er een quiz op NBC ("De koning der bergen") waarbij de deelnemers bij elke opgeloste vraag hoger op een studioberg mochten klimmen. De meeste klimmers bereikten echter nooit de top omdat de berg steiler werd en de zakken van de klimmers gevuld werden met het gewonnen geld "waardoor ze al eens naar beneden donderden". In 1958 was er een Amerikaanse quiz die als hoofdprijs "een Schots eiland weggaf". Toen het eiland gewonnen was, bleek dat er nog zestien Schotten woonden aan wie niks gevraagd was. De "leukste" prijs komt op rekening van de quiz Truth or Consequences (1958): de verliezer kreeg een "blinde wereldreis": in een week tijd werd hij rondgeleid door veertien landen in Europa, Azië en het Midden-Oosten, maar "met een blinddoek voor de ogen". De blindeman moest telkens raden waar hij was en de "hele lachwekkende vertoning werd door de TV uitgezonden". 
Naast spannende quizzen waren er ook aparte slaaprituelen op het scherm. Op de Canadese televisie was er een dagelijks sprookje voor de kleuters dat uitgeleid werd met de woorden: "En dit is dan het einde van de uitzending voor vandaag". Waarna de zender zichzelf uitschakelde en een tiental minuten zwart bleef "en waardoor de kleinsten dus geloofden dat het inderdaad bedtijd was."
Het Amerikaanse tv-station DX-22 had in 1960 een slaapritueel voor volwassenen. "Elke avond neemt het afscheid met een man op het scherm die twee minuten lang geeuwt. Dat slaapdronken gezicht bevalt de Amerikaanse kijkers zodanig dat zij de de tv-directie verzocht hebben dit beeld vijf minuten lang op het scherm te houden. Het maakt hen zogezegd aangenaam vermoeid en zo slapen de Amerikanen beter". 

De BRT had een eigen studio-kapel om de tv-zondagsmis te kunnen opdragen; maar meeestal werd de zondagsmis live en in één of andere parochiekerk  opgenomen. (Zondagsvriend)

De BRT had een eigen studio-kapel om de tv-zondagsmis te kunnen opdragen; maar meeestal werd de zondagsmis live en in één of andere parochiekerk opgenomen. (Zondagsvriend)

H. Clara, patrones van de televisie
Niet alleen de nachtrust, ook de spijsvertering was een punt van bekommernis. In Italië stonden in 196O zo'n half miljoen tv's in cafés en eethuizen opgesteld en Het Verbond der Restaurateurs heeft "thans besloten dat de Tv-apparaten zullen uitgeschakeld worden op het moment dat de vis wordt opgediend. Al te dikwijls moet men immers ondervinden dat de gasten te zeer in het tv-spektakel zijn verdiept en in ettelijke gevallen moest een dokter worden geroepen om de graat uit de keel van een gast te verwijderen."  
Tv en vis eten gaat moeilijk samen, maar het glazen scherm en de glazen serre, dat is wel een combiné. In 1957 werd in Hoeilaart immers een nieuwe druivenvariëteit geteeld: De Televisie-Druif. "Ze heeft geen pitten, heeft een zeer dunne huid en is buitengewoon van smaak. Aan de rijkvoorziene kroon der Brabantse druiventeelt is zij een nieuwe parel en Paula Semer heeft dan ook geen ogenblik geaarzeld om het meterschap van de Televisie-Druif op zich te nemen".  
Dat er sinds 1958 ook een Patrones van de Televisie bestaat zal u allicht ontgaan zijn. De beschermheilige is de H. Clara van Assisi en de man die haar met deze titel bedacht, was Paus Pius XII. De H. Clara (1193-1253) kwam voor de televisie in aanmerking omdat zij "regelmatig bezocht werd door goddelijke visioenen". Ook bij de BRT bekleedde deze patrones een voorname plaats, dat lezen we in Zie Zondagsvriend. Immers, de BRT zond elke zondag een tv-mis uit, maar om niet telkens het hele tv-circus in een kerk te moeten installeren, werd in 196O een kapel in een tv-studio nagebouwd, altaar, tabernakel en kandelaars incluis. Vanuit deze vaste studiokapel werd de H. Mis om de vier weken uitgezonden, en "bij haar inwijding werd de kapel toegewijd aan de H. Clara en de H. Gabriël" (De H. Gabriël was al enkele jaren de Beschermheilige van de Radio omdat hij de Blijde Boodschap had gebracht aan Maria,jh).

Limburg...Even Geduld
Wie de beschermheilige was van de antenne-installateurs is minder duidelijk, in elk geval is in 1958 sprake van 117 Franse installateurs "die tijdens hun werk van een dak zijn gevallen". Twee vielen dood, 28 werden zwaargewond, 63 lichtgewond en 24 anderen kwamen er "met de schrik vanaf".
De tv-antenne op het dak waarmee de Vlaamse televisie "ontvangen werd" is altijd de meest kwetsbare factor geweest van de beginnende televisie. Dat bleek overduidelijk in het blijkbaar verre Limburg. Wie in het noorden van die provincie woont, moet een antenne van 12 tot 18 meter plaatsen ("en dus 5000 tot 7000 fr extra op tafel leggen") om de BRT te kunnen ontvangen. Het oosten van Limburg is nog zwaarder getroffen: in het centrum van Maaseik komt geen enkel BRT-beeld door en elders is het kijken naar de BRT alleen mogelijk in de zomer ("In de winter zijn er perioden dat het beeld geheel verdwijnt".) De Limburgers werden toen beschouwd als de tv-martelaars van Vlaanderen ("Men dient de moed van de Limburgers te bewonderen om dag-in dag-uit naar zwakke, gestoorde beelden te kijken.") Het is dan 1961, de Vlaamse televisie bestaat al zeven jaar. 

DSC00851b.jpg

Ook elders in het land is de tv-ontvangst soms erg fragiel. Kijkers aan de Noordzeekust signaleren na een storm vaak sneeuwvorming op het scherm. De oorzaak blijkt de stormwind te zijn die een zoutlaag aanvoert op de antenne. Wanneer u het slachtoffer wordt van een zoute antenne en gij vrij zijt van hoogtevrees, klim dan op het dak met een emmer water en geef antenne en kabel een flinke beurt.  
In de Antwerpse Kuyperstraat had een kijker ook problemen ("bij momenten verdween het beeld geheel van zijn scherm"). De man klom op zijn dak en ontdekte "een volwassen Zuid-Amerikaanse visarend, een zogenaamde harpij op zijn antenne. Die was enkele uren tevoren uit de dierentuin ontsnapt". Elders wordt ook melding gemaakt van storende duivennesten.
Duiven en antennes zorgen trouwens voor hele bladzijden polemiek in de kranten. Vooral de duivenmelkers hebben het niet begrepen op die metalen obstakels ("de spankabels maken immers slachtoffers onder onze reisduiven"). Gevolg: in een aantal Vlaamse gemeenten zoals Ekeren en Kessel-Lo is het bij politiereglement verplicht om beschermende kurken stoppen op de spankabels aan te brengen zodat de duiven de kabels kunnen onderscheiden en vermijden.  
Een enkeling wist de tv-storingen ook in gunstige zin aan te wenden. In de "veelal verlaten landerijen van Schotland" is het zelfs een middel tegen schapendieven. Eén boer blijft de hele nacht wakker voor zijn scherm en "aan het verschijnen van storingen kan hij zien dat er een wagen in de buurt van zijn kudde komt". 
De mooiste storing vond plaats in Midden-Engeland waar een kijker elke avond om 1Ou hevige ruis ondervond. De storingsdienst van de BBC kwam ter plaatse en zij ontdekten na lang zoeken de bron: een nabijgelegen kostschool voor meisjes. "Inderdaad, precies om 22 u gingen de meisjes naar bed. Zij ontkleedden zich dus allemaal op hetzelfde ogenblik en de meisjes van heden ten dage dragen bijna allemaal nylonkousen en nylon ondergoed. Het uittrekken van die kledingstukken verwekt frictionele elektriciteit die zich in kleine vonken ontlaadt, en dit -vermenigvuldigd met enkele honderden leerlingen- was voldoende om het TV-beeld van onze man grondig te bederverven.”)

De knipsels liggen opzij, de wonderjaren liggen achter ons, en toch moet ook dit overzicht onvolledig blijven. Immers, welke flitsen waren er te zien in het programma "Flitsen"? En voor welke trage doelgroep was "Vertraagde Sekwentiesbestemd? En waarom hebben we nooit meer iets gehoord van de "Mooiste branden van België", een allicht knetterende uitzending van programmamaker Nest Jansen? We zijn ernaar op zoek gegaan, we hebben navraag gedaan, maar zonder enig resultaat. 
En dan is er nog die éne existentiële uitzending die ik graag met eigen ogen gezien had, maar die allicht voor eeuwig in de nevelen des tijds is opgenomen. Dat was "Varia" van 14 december 1956 met naast "kerst-knutselen" oook "een boeiend praatje met Professor Twiesselman: hij vertelt ons wie we zijn en waar we vandaan komen."  

tv kanarie.jpeg
Vorige
Vorige

De overstromingsramp van 1953: de borelingen van de langste nacht

Volgende
Volgende

Verdwaald in de sneeuw van de Hoge Venen