<k> De pionier-tv-verkopers (jaren ‘50 en ‘60)

Door de coronacrisis wordt er opnieuw meer tv gekeken. Op dinsdag 17 maart zaten er 2,4 miljoen Vlamingen voor hun scherm.
Het niet-mobiele lichtmeubel leek zijn centrale plaats verloren ten koste van de laptop en de smartphone, maar nu is de televisie plots weer de samenhorige plek voor het lockdown-gezin.
Dé geschikte aanleiding om de pionier-tv-verkopers aan het woord te laten. Zij die de eerste toestellen triomfantelijk hebben binnengedragen in de huiskringen van de jaren vijftig en zestig.
En die tegelijk ook op het dak zijn gekropen om de metershoge antenne te installeren.
De reportage verscheen in Humo (okt. 2003) naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de Belgische Radio en Televisie (BRT) . Ze is ingekort en aangevuld met een tweede stuk uit 1992

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs / jaren ‘60 huiskamer in Train World Museum

© Jan Hertoghs / jaren ‘60 huiskamer in Train World Museum

"Een maand nadat die nieuwe tv in hun woonkamer stond, zaten ze nog met open mond te kijken."

In de schaduw van de kerk van Kasterlee trek ik een deur en tegelijk de jaren vijftig open. De winkelbel rinkelt niet meer, de kassa is al twaalf jaar weg, en waar ooit de klanten stonden is nu een living met een deftig plaatsje voor de schilderijen en de meubels van de overleden familieleden. Wat nog wel naar een electro-winkel verwijst, zijn de schappen met (oudere) radio- en tv-toestellen. Dat zijn de souvenirs waarvan Louis Donckers (77) geen afstand kan doen. Die rekken met beeld- en klankbuizen staan er nog alsof gisteren de verkoop is stilgevallen.
Ik spreek hier een tevreden man. Wij hebben goed onze boterham verdiend, zegt Louis, en zelfs met confituur erop!  
Televisieverkopers over de tijd dat de televisie als een komeet in de huiskamer kwam gevallen.

Louis Donckers tilt een zware grijze lamp op: "Wat gij hier ziet,  is de eerste beeldbuis van de Kempen. Bij mij hebben de mensen al tv kunnen zien in 1949! Die buis komt van de Philips, ze is niet groter dan tweeëntwintig centimeter, ze was versleten op een half jaar, maar ze gaf televisie in mijn winkel. En de uitzendingen kwamen recht van de fabriek in Eindhoven. Meestal was het sneeuw, soms was het een testbeeld en af en toe kwamen er beelden op. Dikwijls dezelfde beelden zoals die schoolmeester die cijfers stond te schrijven op een bord. Maar dat was al een sensatie in 1949.
In 1951 werd de sensatie nog groter. We kregen toen een reuzenscherm  van eenendertig centimeter, en Philips zond al drie echte programma's uit per week. Van dan af was het hier elke avond vollen bak in mijn winkel. Alleman wilde dat zien.
Zelfs de pastoor preekte erover en niet in goede zin. Hij zei: "De televisie staat nog maar in de kinderschoenen maar nu reeds dient zij om de mensen te bederven! " Ik zat in de kerk, ik heb gezien hoe hij vanop de preekstoel in de richting van mijn winkel wees, maar ik zat daar niks mee in. Ik was overtuigd, wat zeg ik, méér dan overtuigd van de toekomst van televisie. Ik voelde dat aan tot vanachteren in mijne rug!
Ik was ook een felle verkoper. De mensen kwamen binnen voor een nieuwe radio en ze gingen buiten met een televisie. Voor Philips was ik één van de beste verkopers in het land. Wij hebben wel vijfentwintig  reizen mogen maken omdat we elk jaar zoveel tv's verkochten.”

Een aap op een trottinette. Dat was ideaal om te verkopen!

Humo: Waren er grote gebeurtenissen die de mensen tot een aankoop brachten?
Louis: «Ze zeggen wel eens, de Expo '58 en de trouw van Boudewijn en Fabiola in '60, maar dat waren maar kleine sprongskes. De grootste trekpleisters waren toch de Wereldbekers Voetbal. Ik ken niks van dat spel, ik begrijp niet waarom mensen daarnaar kijken, maar ik zag direct dat voetbal tv's deed verkopen. In '54 was de Wereldbeker in Zwitserland, wel, toen zat er elke avond dertig man in mijn kot.
Anna Donckers: «Wij hadden zelf geen stoel meer om op te zitten. Ik zat op een krukje, half verstopt tussen de jassen aan de kapstok. 
Louis: «De mensen zaten tot aan het keldergat op elkaar gedrumd. Dat daar nooit ene in de kelder is gevallen! En het was stil hé, d'r werd niet geroepen of gesupporterd. De mensen keken maar. Naar dat ene beeld, ze waren gefascineerd door dat beeld. En zien doet kopen hé."
Anna: «Louis verkocht ook van huis tot huis. Hij ging dan zogezegd een klapke doen bij de mensen, maar eigenlijk ging hij daar op bezoek om een tv te verkopen. Mijn man deed ook demonstraties voor de hele buurtschap. Dan installeerde hij een toestel in één huis en dan nodigde hij de twintig andere koppels van die straat uit om te komen kijken. Dan zijt gij dikwijls laat thuis gekomen!"
Louis: «Het liefste ging ik in het najaar en in de winter. Dan is het vroeg donker en dan zijn de avonden lang en dan is er tijd om te kijken. Ik ging wel nooit als er die avond een film was op televisie, want dan begonnen de mensen dat verhaal te volgen en die onderschriften te lezen, dan kon ik mijn verkooppraatje niet doen. Ik moest een aap op een trottinette hebben, en dan verkocht ik. Circus, show of variété, dat was goed om te verkopen. Want terwijl die aap rondrijdt, kunt ge als verkoper iets vertellen, de mensen luisteren naar u, en als ze terugkijken, zit die aap nog op zijn trottinette."
Anna: «Er was eigenlijk maar één struikelblok om te kopen en dat was het menselijk opzicht. Wat zullen de mensen zeggen als ik zoiets koop? In die beginjaren een tv kopen, dat was een kapitaal uitgeven, dat stak de ogen uit bij veel andere mensen."
Louis: «Voor een tv moest ge toen nog verschillende maanden gaan werken. Maar ja, als er in een straat één tv-antenne stond, dan was dat niet meer tegen te houden, dan volgden de anderen ook. Maar het was hard werken om dat op gang te krijgen."
Anna: « Wat het meest tot de verkoop heeft bijgedragen, is dat men bij de buren ging kijken. Kasterlee was toen nog een boerengemeente met veel kleine gehuchten, dat waren boerenmensen die mekaar onderling hielpen met het werk en met de oogst, als het winter was, dan werd er tegen die buren makkelijk gezegd, vanavond is er een schoon program, komt maar eens kijken. En in de buurtwinkels werd er ook gepraat hé, hebt ge dit gezien, hebt ge dat gezien? Dat deed de mensen verlangen hé."
Louis: «En dan het feit dat de kinderen 's avonds niet meer thuis waren! Vader kwam thuis van zijn werk, waar zijn ons mannen?! Oh, die zitten bij de geburen, die zitten tellevies te kijken. Dat moet gedaan zijn, zei die vader... en hij kocht zelf een tv. Ja, dat was een enorme stimulans voor mijn verkoop."          

Uit een advertentie voor een tv-verkoper/hersteller in de Gouden Gids (1971)

Uit een advertentie voor een tv-verkoper/hersteller in de Gouden Gids (1971)

      
Humo: Bij jullie kwamen ze in de winkel zitten kijken. Maar ik herinner mij vooral foto's waarop de mensen in rijen voor een etalage staan.
Louis:« Dat was in '67, bij het begin van de kleurentelevisie. Ik had de eerste kleurentelevisie van de Kempen, ik heb er nog mee in de gazet gestaan. Op zaterdagavond stond er het meeste volk voor de vitrine, de mensen gingen eerst te biechten in de kerk en kwamen dan bij ons staan. De grootste toeloop was in 1971. De BRT was ook in kleur begonnen, en ik had toen negen televisies in de vitrine staan, allemaal zenders die in kleuren uitzonden, dat was dé grote sensatie! Het zag hier toen zwart van het volk, tussen zeven en half elf stond hier makkelijk honderd man, er konden geen auto's meer door. Maar door de luidspreker op straat liet ik maar één post horen, en dat was Duitsland! Die hadden op zaterdagavond meestal een programma met volksmuziek, fanfare en operette, en dat viel hier in de smaak. (fel) Het is Duitsland en niet de BRT die hier de kleuren-tv heeft doen verkopen! Duitsland had al jàren een traditie van grote shows en grote orkesten, met chique toiletten en knappe vrouwen, d'r kwam al eens een bloot been in, en dat moesten de mensen hebben!"
Anna: «Die Duitse shows van de jaren zestig en zeventig waren hier even populair als Bonanza, Schipper naast Mathilde en De Heren Van Zichem! Ge zaagt bijna geen auto meer over 't dorp rijden."

Met mijn eigen systeem van het “velowiel” kon je simpel van zender veranderen

Humo: De kabel was nog veraf, dus jullie hebben ook jaren antennes op de daken geïnstalleerd.
Louis: «Ja, dat heb ik dikwijls samen met mijn vrouw gedaan, ik kroop met de antenne op het dak en zij zat op de zolder om de voet van die antenne in een dwarsbalk te nagelen."
Anna: «Die zolders! Ik zag zwart als ik daaruit kwam. Ge klopte met die hamer en alle stof van jaren kwam naar beneden!" 
Louis: «De meeste mensen kochten in de winter, dus moest ik vaak 's winters op dat dak. Soms in de sneeuw en bij min vijf graden! “
Anna: «Ik heb dikwijls in angst gezeten op de zolder, ik durfde zelfs niet buitenkomen om naar u te kijken. Gij liept zomaar over de bolle nok van een pannendak."
Louis: «Ik kon klimmen gelijk een aap in die tijd, en ik kan niet tellen hoeveel antennes ik heb geplaatst, dat moeten er duizenden zijn geweest. In het begin moest je een kanaal kiezen door de richting van de antenne te veranderen. Het zuiden was dan Frans Brussel, het noorden was dan Holland. Dat is later  makkelijker geworden toen er antennes kwamen die met een motor draaiden.
Voor de mensen van Kasterlee en omliggende had ik toen een eigen "systeem" ontwikkeld: het velowiel op de zolder! (Het systeem-Donckers was een ambachtelijke transmissie tussen woonkamer en dak: met enkele koordjes en katrollen kon je op de zolder een fietsvelg doen draaien en die velg deed de spil van de antenne draaien.jh) In de woonkamer eindigde dat koordje aan een gewicht en als de mensen dat gewicht naar boven of onderen trokken, dan draaide dat fietswiel én ook de antenne in de richting van het gekozen kanaal. Eens ze wisten tot waar ze moesten trekken, markeerden de mensen dat met strepen op een lat en bij elke streep schreven ze de post erbij: Vlaams Brussel, Frans Brussel, Holland en Duitsland. “
Anna: «Sommigen vonden zo'n lat en gewicht te lelijk voor de woonkamer. Die plaatsten die lat in de kelder, en als ze van post wilden veranderen, moesten ze de keldertrap af. (Verdere navraag leert dat dit systeem nogal onderhevig was aan wind. Bij stormweer zat de vader des huizes dan doorlopend op zijn knieën bij het gewichtje om de zender op zijn plaats te houden,jh)    

“De mensen zaten een kwartier voor de uitzending al voor hun tv. Dan keken ze naar het testbeeld. Niks mochten ze missen. Geen beeldeke mocht verloren gaan”

“De mensen zaten een kwartier voor de uitzending al voor hun tv. Dan keken ze naar het testbeeld. Niks mochten ze missen. Geen beeldeke mocht verloren gaan”


Testbeeld kijken
Staf Lauwers
(65) is op 15 december 196O tv's beginnen verkopen in Lichtaart. Hij weet het nog goed want op die dag trouwden Boudewijn met Fabiola. Om de winkel feestelijk te openen was Tante Terry uitgenodigd.
"Daar was volk, dat kunt ge niet geloven. De mensen stonden tot honderd meter ver aan te schuiven, een begankenis! En Tante Terry heeft dat heel goed gedaan, ze prees de toestellen aan, ze deelde een geschenkje en een handtekening uit en ze is heel de dag gebleven. Ik heb hier nog de eerste folder die toen is uitgedeeld (Levendige Heldere Beelden Zijn Het Kenmerk Van Bell). Ge ziet de prijzen, een tv was toen niet goedkoop, de duurste kostte bijna achtentwintigduizend en de goedkoopste veertienduizend frank. Ik was afsteller geweest bij Bell in Antwerpen en ik verdiende toen 28OO frank per maand. Dat wil zeggen dat ge met een doorsnee-pree al vijf maanden moest gaan werken voor het goedkoopste toestel. In feite konden alleen begoede mensen toen een tv kopen. (Televisie was in België een kwart duurder dan de omliggende landen vanwege de verplichte dubbele beeldnorm in één toestel: 625 lijnen voor de BRT en 819 lijnen voor de RTBF,jh)
Humo: Hoe reageerde men als dat eerste beeld in de huiskamer kwam?
Staf: “Dat was een sensatie. Ge stopte de prise in, dat beeld verscheen en waw!!, de mensen staken hun armen in de lucht precies of ze hadden een goal gemaakt voor de Belgische ploeg. Zo'n wonder was dat! De BRT zond toen uit van zeven uur tot elf uur en er werd  gekeken van de eerste tot de laatste minuut, geen beeldeke ging verloren. Er werd zelfs naar het testbeeld gekeken, een kwartier voor de uitzending gaan klaar zitten, dat vond alleman toen normaal.
Sommige oudere mensen begrepen het niet helemaal. Ik kwam bij een oud moederke op de hei, die had één week tv in huis, en ze riep mij binnen: Staf, wat is me dat? Ik zag hier gisteren arme negers van de Congo, ik wou ze een zjat koffie geven en ze keken mij niet aan, de smeerlappen! (lacht) Anderen dachten dan weer dat ze heel de wereld konden ontvangen. Staf, ik heb gisteren de Spaanse post kunnen pakken. Als ik dan in de gazet keek, zag ik dat er een Spaanse film op de BRT was geweest..."
Van onze man op de dakpan
"Als ik een tv plaatste, dan werden de buren meestal nog dezelfde avond uitgenodigd voor een koffie en een koekske. Ik heb het meer dan eens gezien dat ze werkelijk àlle zetels en àlle stoelen van dat huis naar die woonkamer sleepten, en die werden dan in rijen voor dat toestel gezet, het was precies een cinemazaal.
Dat uitnodigen van de buren werd soms wel afgunstig bekeken, zo van: ochgot, ze willen ermee uitpakken dat ze een tv hebben! Die afgunst leidde tot rare toestanden. Mensen die geen geld hadden voor een tv en die dan maar een antenne op hun dak lieten zetten. Gewoon om niet onder te doen voor hun buren!
Ik was in die glorietijd elke dag onderweg van 's morgens tot 's avonds om tv's en antennes te installeren. Het is gebeurd dat ik om halftwaalf 's nachts nog op een plat dak stond, met het pillicht erbij. Op een bepaald ogenblik ging de verkoop zo hard dat ik zes maanden wachttijd moest rekenen voor het plaatsen van de antenne, en de mensen wàchtten hé! Nu vinden ze één dag geduld hebben al te lang.
Een antenne bestond meestal uit stukken van drie meter die in elkaar schoven en elk stuk werd met kabeltjes in vier richtingen opgespannen. Om de stukken op elkaar te schuiven, kroop ik dan op een ladderke dat onderaan op de nok steunde en bovenaan tegen de antennebuis. En dat wilde wel eens wiebelen, want dat is toch zeventig kilo lichaamsgewicht dat omhoog kruipt tegen zo'n buis van ocharme vier centimeter.
Ja, mijn geklauter was een evenement. Al de buren stonden te kijken met hun hand boven hun ogen, en ge waart fier natuurlijk, want ge waart de enige in het dorp die dat kon. Het was ook niet niks, een antenne van twaalf, vijftien meter plaatsen op een huis van maar negen meter.
Vooral in de winter hadden we veel werk. Ik heb op daken gezeten dat ik met mijn gat op de sneeuw zat en dat mijn broek aan de pannen vroor, zo koud was het. Maar mijn werk mocht gezien worden, die antennes waren ijzersterk, er staan er nu nog op sommige daken!"
Brommer op het scherm
Als er over de tv-hype van die dagen wordt gesproken, komt me  steeds weer dat éne plaatje uit Suske en Wiske voor de geest. In het album Het Vliegende Bed moet de rijkswacht een dorp ontruimen en de bewoners mogen alleen "de meest onmisbare voorwerpen meenemen". In het volgende prentje vlucht iedereen de straat op mét zijn tv-toestel in de armen. Dat album dateert uit 1959 en het zegt iets over die jaren. Gust Rombouts (71) knikt, hij heeft de strip ook gelezen. Meer nog, de eerste televisie van Willy Vandersteen, die heeft hij geïnstalleerd! 
"Ik werkte bij de gekende zaak Van Meel in de Antwerpse Huidevetterstraat. Aan de mensen die overdag in de winkel kwamen, kon ik eigenlijk geen tv verkopen, want overdag was er alleen maar een testbeeld te zien op televisie. Ik was dus wel verplicht om 's avonds bij de mensen thuis te gaan.
Eerst vroeg ik altijd waar ze woonden, voor of achter het station? Zegden ze bijvoorbeeld Ketsstraat of Provinciestraat, dan zei ik dat een tv daar niet kon marcheren. Want het NIR zond toen uit via een antenne op de Boerentoren, maar die stralen botsten op de hoge koepel van het Centraal Station, dus als je daarachter woonde, had je geen ontvangst.
Dat was toen zo. Je kon tv hebben, maar als iemand een appartementsgebouw naast je huis bouwde, dan was het gedaan met kijken. Het weer had toen ook nog een grote invloed. Met hoge luchtdruk had je zuiver beeld, met lage luchtdruk was het beeld veel slechter.  

Kwam er een brommer door de straat, dan schoot er een bibberende balk over het scherm

Begin jaren zeventig stonden er bijna 2 miljoen antennes op de Belgische daken. Er staken zoveel metalen harken in de lucht dat men sprak van het ‘antennewoud’. © Jan Hertoghs

Begin jaren zeventig stonden er bijna 2 miljoen antennes op de Belgische daken. Er staken zoveel metalen harken in de lucht dat men sprak van het ‘antennewoud’. © Jan Hertoghs


Als ik bij de mensen kwam, begon er direct een hele verhuis van zetels en kasten, want het salon was niet ingesteld op televisie. Het salon was ingesteld op bezoek van familie, op lezen en naar de radio luisteren. De zetels stonden eerder naar mekaar gekeerd, maar de tv gooide dat overhoop, die eiste alle aandacht voor hém. 
Tussen 1953 en 1963 was ik elke avond de baan op om te demonstreren. En bijna altijd was ik heel laat thuis, want de mensen deden er alles aan dat ik zou blijven, dan konden zij ook blijven kijken naar mijn demonstratietoestel. Moet ge niks drinken meneer? Hebt ge al gegeten, meneer?!
Op zo'n avond werden vaak buren of familie uitgenodigd, wat toch soms lastig was voor de verkoop. Amai, wat voor beeld is dat? Dat flikkert nogal? En zo bibberen! Ik heb toch al beter gezien!! Dat waren dan mensen die zelf geen tv hadden, maar wel commentaar hadden natuurlijk. Het was niet simpel, ik moest die commentaar aanhoren én de antenne regelen én het beeld fijnstellen én mijn toestel verkopen. Als er dan nog een bromfiets voorbij kwam, prrrrt, dan schoof er zo'n bibberende balk over het scherm, ja, dan had ik het wel lastig (lacht)!
Als het een film was, had ik ook pech, want de mensen zegden dan dat het zo'ne schone film was en ze wilden die dan helemaal uitkijken. Op de duur kende ik dat en als het een film was, dan ging ik op vier adressen een tv afzetten en na de film ging ik de mensen dan bezoeken.
Lelijk aquarium     
Om tv's te verkopen, moest ik wel eerst weten wie thuis de beslissingen nam. Ik had daar een simpel truukje voor. In de winkel zei ik dan: goh, nu sta ik al heel de dag binnen, wat voor weer is het eigenlijk buiten? En wie dan eerst antwoordde, dat was degene die de beslissingen nam. Was het de man, dan sprak ik over het grote aanbod sportprogramma's dat er te zien was. En was het de vrouw, dan begon ik over het prestige van zo'n tv. Ik zei dan dat het "een verrijking zou zijn voor het interieur" en vrouwen waren daar gevoelig voor. Als ik eerlijk was, dan zou ik gezegd hebben, madame, je haalt een aquarium in huis, en dan nog een lelijk aquarium ook! Maar als verkoper moet je meeklappen hé.
Positief was ook als de kinderen erbij waren, die gingen dan zagen, toe, we gaan er toch ene kopen?! Heel de klas heeft er al ene, alleen wij nog niet!  Dat werkte altijd!
Humo: In tv-geschriften lees je vaak het verhaal van kinderen in de huiskamer die wegsprongen als er op het scherm een emmer werd uitgegoten. En van volwassenen die in hun zondagse kleren tv keken omdat de omroepster er ook deftig uitzag. Zij dachten "dat de speakerin hen kon zien".
Gust: “Och, dat is een fabeltje. De mensen waren niet achterlijk hé. Wel waren oudere mensen soms bang van dat toestel. Niet dat ze aan brand of ontploffing dachten, maar tot dan kwam alleen het geluid van de radio in hun huis en nu kwam er ineens én geluid én beeld én beweging in die huiskamer, met af en toe dan nog zo'n flits, ja, dat was voor sommigen toch wat teveel alteratie in het begin.  
Als dat eerste bewegend beeld bij de mensen in de kamer kwam, dan viel hun mond open, allez meneer, oekandana?!  Ze zaten letterlijk te gapen naar dat scherm. Zelfs een maand nadat ze een tv gekocht hadden, zaten ze nog met open mond te kijken. Ik moest ook altijd zeggen, niet te dichtbij gaan zitten, want de mensen zaten met hun gezicht soms vlak bij het scherm. Ze wilden dichtbij zitten; een krant had je ook vlak voor je en bij de radio ging je ook dichtbij zitten. “
Hoger, lager
Bij ons kon je ook televisies huren tegen een vast bedrag per maand. Of je kon een toestel vragen met een monnaieur. Achteraan zat een kastje met een gleuf, je stopte er geld in en dan kreeg je stroom en dus ook beeld op je tv.
Als de mensen een tv kochten, beseften ze niet altijd dat daar ook nog eens de kost van een antenne bijkwam. Het goedkoopste was alleen Vlaams Brussel; wie een beetje budget had, nam er ook Frans Brussel en Holland bij, en de mensen met het echte geld die wilden ook Frankrijk en Duitsland erbij. Dat werd dan een antenne van 24 meter, en daar speelde vaak het prestige een rol: hoe hoger je antenne, hoe hoger je status.
Met de komst van de kleuren-tv was er ook zo'n dwaas snobisme. Van die klanten die me vroegen of ik een gekleurde antenne op hun dak wilde zetten, want ja, metaalkleurig, dat is toch maar voor zwartwit hé.(lacht)
Om antennes te plaatsen hadden wij een professionele ploeg in huis. Maar je had altijd huisvaders die het zelf wel wilden proberen en die zelf op het dak kropen. Die mastjes van die doe-het-zelvers waren dan niet zo stabiel, als het wat gewaaid had, dan moest vader 's avonds op het dak klauteren om alles weer bij te regelen, en moeder maar roepen door het open venster, naar links nu, nee, nee, 't is te ver, terug naar rechts, naar RECHTS zeg ik!!  Schoon om zien! 
Naast tv's en antennes kon je bij ons toen ook hét tv-tafeltje kopen, ook al zo'n wonder van design. Het was een tablet in gekleurde plastic dat steunde op schuine ijzeren pootjes en onder die pootjes had je wieltjes om de tv te verplaatsen. En dan de eerste vraag van de mensen, dat krijgen we nu toch voor niet, mijnheer?"

Charel Van Den Langenbergh was de éérste tv-verkoper in Rijkevorsel. Deze zelf-geassembleerde  beeldbuis-tv staat in zijn privé-collectie. © Jan Hertoghs

Charel Van Den Langenbergh was de éérste tv-verkoper in Rijkevorsel. Deze zelf-geassembleerde beeldbuis-tv staat in zijn privé-collectie. © Jan Hertoghs

Hun tv kapot? Dat is een drama, dat is een sterfgeval

Begin jaren '90 sprak ik ook met tv-herstellers. Er was toen alleen video om programma's op te nemen, geen dvd, geen Netflix, geen internet. De tv was de enige bron van bewegend beeld en elke tv-kijker was verknocht aan zijn lichtbuis.
Chris en Eric zijn tv-herstellers. Zij leggen huisbezoeken af, stellen diagnoses, en voeren ter plaatse de dringende heelkundige ingrepen uit.
Eric: "De meeste mensen zijn er niet goed van als hun tv stuk is. Dat is een drama, een sterfgeval."
Chris: "Sommigen zijn al ongeduldig op mijn antwoordapparaat: kunt ge alstublieft-alstublieft vanavond nog komen? Wij wachten op u!"
Eric: "Aan de telefoon is het altijd dringend, is het altijd bidden en smeken om zo snel mogelijk te komen. Want het is Walter Capiau, of Gaston en Leo, of ook heel toevallig: hun kleinkind komt op tv. Jaja, er komen geweldig veel kleinkinderen op tv als de tv stuk is."
Chris: "Gemiddeld heb ik vijf klanten per avond. Soms ben ik nog maar bij klant nummer drie ben en is het al elf uur. Dan bel ik die twee anderen of ik niet beter morgen zal komen. Neenee, kom maar af, kom maar af! Want morgen, dat is voor die mensen volgend jaar hé. 'Tot hoe laat blijft u op, madame? Dat speelt geen rol, wij blijven wakker tot gij er zijt!' Zo heb ik al om twee uur 's nachts bij de mensen staan werken. Dan kom je daar binnen en dan zie je ze zitten wachten zoals de ouders van een ziek kind: de dokter heeft gezegd dat hij nog gaat komen!
Een tv-hersteller is de enige klusjesman die midden in de nacht mag aanbellen. Een loodgieter moet na achten niet meer binnenkomen, maar wij zijn àltijd welkom! En dat is wel prettig. Ik hou er ook van om 's avonds door de straten te snorren: er is minder verkeer, je kan nog eens lekker gas geven. En dan kom je in zo'n stille buurt, overal zijn de rolluiken neergelaten, overal is het licht uit, maar er is één huis waar nog licht brandt. Dan hoef ik zelfs niet op mijn werkblad te kijken naar het adres, dan bel ik gewoon aan, want die éne brandende lamp, dat is voor mij."
Chris: "Soms bellen ze mij, onze tv doet het niet meer, en dan zijn ze na het stofzuigen simpelweg vergeten de stekker in het stopcontact te steken, dat gebeurt regelmatig. Eerst stopte ik die stekker in en vroeg ik geen frank. Maar toen merkte ik dat ik regelmatig bij dezelfde klanten moest zijn en nu reken ik 500 frank. Ik doe dat opzettelijk opdat ze zouden denken: "Amai, nu heb ik 500 fr betaald om die stekker in dat stopcontact te steken." Dan zullen ze het tenminste niet meer vergeten."
Eric: "Ik heb zelf een electro-zaak, ik verkoop televisies, dus als ik bij mensen kom die hun tv bij een grote keten gekocht hebben, dan lap ik 500 tot 1500 fr bij mijn factuur. Ik ken collega's die dan d'office 5000 fr extra vragen. Het is altijd hetzelfde liedje: de grote ketens gaan met de poen lopen, en wij krijgen de brokken. De reparatie, dat mag de kleine middenstander hebben. En neenee, die tv hebben ze natuurlijk niet bij de GB of bij de Makro gekocht. Nee mijnheer, ze hebben hem "gewonnen" of "van de bomma gekregen".
Chris: "Zo'n tv-decor is overal verschillend. Vaak dient zo'n tv-kast om foto's en postuurkes en gedroogde bloemen op te zetten. En jammer genoeg ook aquariums en kamerplanten. En wat gebeurt er dan? Ze gieten water in dat aquarium of die plant en per ongeluk ook in die tv. Knetterknetter en dan kan de hersteller komen."
Eric:" Met Kerstmis staat er een kaars op tv! Ook van die waxinelichtjes. Soms smelt de kaarshouder en zo kan er brand ontstaan. Drie van m'n klanten hebben dat al voorgehad. Bij de eerste was de tv uitgerookt, bij de tweede was ook zijn tv-tafel geflambeerd, en bij de derde was heel zijn kot afgebrand. “
Chris: "Ook al meegemaakt: een hond die in de videorecorder pist. Mijnheer en mevrouw gaan weg, de hond blijft alleen, de hond is boos en om zich te revancheren heft hij overal zijn poot.
In al die jaren ben ik bij ongeveer 20.000 mensen thuis geweest.  Mensen in villa's en mensen in krotten, alles heb ik gezien. Eén keer kwam ik bij een oudere boer en daar liepen de geiten, schapen en konijnen door de woonkamer. Of was het de boer die in een stal woonde, ik weet het niet meer (lacht). Na vijf minuten stonk ik al naar de bok."
Eric:”Wat ook is: ze hebben een technieker in huis en dat vraagt om meer. Hun tv is herstel en ineens vragen ze: mijnheer, mijn brilmontuur zit los, kunt ge daar ook eens naar kijken met uw fijn tournaviske?! En mij valt het ook nog altijd op hoe sommigen werkelijk de kluts kwijt zijn als dat scherm niks meer doet. "Allez, wat is dat nu? Waarom speelt die niet? Dakàntochni?!"  Dat toestel mag hen niet in de steek laten. Die tv hóórt bij de avond. Die tv, dat is hun avond. En ineens wordt het geen avond meer. Dat is toch niet mogelijk!"
Chris: "En hoe dankbaar sommigen zijn als die tv hersteld is. Eén keer zijn ze letterlijk rond mijn hals gevlogen: "Hij is gemaakt! hij is gemaakt! merci! merci!" 

DSC00866b.JPG

Vorige
Vorige

De voetbalveteranen (1) : de éminence grise van KFC Putte

Volgende
Volgende

De eenzaamheid van de Last-Post-klaroenblazer