De alziende corona-camera: de burgemeester met het fotografische geheugen
Door de nieuwe corona-maatregelen met vaak lokale verstrengingen is de rol van de burgemeesters heel belangrijk geworden.
Burgemeesters van 2020 moeten een alziend oog hebben. Sluiten de cafés op het voorziene uur? Dragen de inwoners hun masker in de drukke straten? Volgt het woonzorgcentrum de strenge maatregelen in verband met bezoek? Zijn er voldoende camera's als één van m'n agenten een vuistje uitdeelt? U ziet, een burgemeester moet één en al oog zijn.
En dan helpt een fotografische geheugen, zoals bij deze West-Vlaamse burgervader. Hij is de perfecte contact-tracer avant la lettre!
Humo december 2010 - licht ingekort (c)Jan Hertoghs
De man van de 20.000 namen en gezichten
"Sommige mannen zijn vrouwenzot. Ik ben ménsenzot."
Je kent het gevoel vanop recepties, feesten en fuiven. Je begeeft je in een dichtbevolkte bubbel van personen en hun voornamen. En oei, hier twijfel je tussen Els en Ellen, twee groepjes verder zeg je besmuikt hallo (het was Bert besef je achteraf), en weer drie stappen verder wordt het een afgang ("dag Katia" - "het is Nadia"). De hersenen rijden lek, je steekt je wiel in de lucht, maar de volgwagen van het geheugen laat je hopeloos in de steek.
Iemand die daarmee nooit problemen heeft is Ignace Dereeper (64), burgemeester van de West-Vlaamse stad Oudenburg. Naast zijn duizenden inwoners kan hij nog vele duizenden andere gezichten onthouden van zijn vroeger beroep buiten Oudenburg. En alle gezichten onthoudt hij met naam én adres. Spreek vijf woorden met hem en je zit voor altijd in zijn brein.
Humo: In februari 2010 zat u in "Het Dorp" (Man Bijt Hond) en toen zei u dat u als burgemeester achtduizend van de negenduizend inwoners kent. Maar hoe weet u dat het er 8000 zijn?
«Als er hier op een jaar gemiddeld honderd sterfgevallen zijn, dan is er af en toe één die ik niet gekend heb, soms twee. En twee op honderd, dat is een kleine tweehonderd op negenduizend, en voeg daar nog de baby's en de kleutertjes bij, dan kom je ongeveer bij duizend "onbekenden".
Onlangs kwamen ze hier voor een reünie de lijsten opvragen van iedereen die in 1950 in Oudenburg geboren was. En dan heb ik die lijst van die zestigjarigen zelf eens overlopen en er was niemand bij die ik niet kende."
Humo: Terwijl die mensen jonger zijn dan u.
«Ja. En waarvan sommigen allang niet meer in Oudenburg wonen: naar overal zijn ze uitgezwermd en daardoor heb ik ze soms in geen jàren meer gezien. Maar als ze in mijn straat hebben gewoond, met mij school hebben gelopen, of misdienaar zijn geweest, of in de jeugdbeweging of een andere vereniging hebben gezeten, dan kén ik ze. En als het reünie is, dan ben ik aanwezig en dan zal ik proberen om al hun echtgenoten en echtgenotes te leren kennen. Daar ben ik heel gedreven in."
Humo: Kent u ook de kinderen, jonger dan tien bijvoorbeeld?
«Als ik die kinderen samen met hun ouders heb gezien, dan ken ik ze. Onlangs was er hier een evenement waarbij ik veel ouders gezien heb, deels op de school, deels op het stadhuis en in een volksvergadering. De meeste ouders kende ik, en wie ik nog niet kende, daarmee heb ik kennisgemaakt. Even ermee praten is genoeg om hun naam en hun gezicht te onthouden. En als hun kind erbij was en zij die naam van dat kind gezegd hebben, dan ken ik ook dat kind."
Humo: En met kennen bedoelt u...
«Levenslang onthouden.”
Humo: Dus zowel die dertigers als hun kinderen?
«Inderdaad. Ik zal die gezichten, die namen en die voornamen voor altijd onthouden. En als ik ze op straat, op een feest of elders terugzie, dan zal ik ze goeiedag zeggen met voornaam of familienaam.
Ik leer ook kinderen kennen op het voetbalveld. Ik ga naar de duiveltjes zien, of de preminiempjes en de kadetjes. En als ik ze samen met de papa heb gezien, dan weet ik: dat is een Gevaertje. Dat is een Lesaffertje, enzovoort. Alleen al door naar de fysionomie te kijken, onthou ik de familienaam van dat kind."
Humo: Hoe gaat dat dan in uw hoofd? Gebruikt u een ezelsbruggetje? Vriendelijk gezicht= Devriendt?
«Nee. Dat komt bij mij "binnen" en dat zit erin."
Humo: U moet niet doordringend kijken? U moet niet even de tijd nemen om dat gezicht en die naam "in te prenten"?
«Nee. 't Komt automatisch, 't komt intuïtief. Als ik mensen terugzie, hoef ik m'n hersenen ook niet te pijnigen, dat is één oogopslag en ik weet wie ik voor me heb. Pas op, ik ben niet onfeilbaar. Als je vierenzestig bent, dan heb je een massa mensen gezien en gesproken. Zeker wanneer je zoals ik tweeënveertig jaar in de politiek zit, en nog veel langer in het verenigingsleven. En vroeger heb ik dan ook nog maatschappelijk werk gedaan bij de CM (Christelijke Mutualiteiten). Ik heb heel veel mensen thuis bezocht, en ja, die komen er ook allemaal bij." Humo: En dat zijn geen inwoners van Oudenburg?
«Inderdaad. Voor het ziekenfonds heb ik in heel de regio rondgetoerd. Middelkerke, Diksmuide, Klerken, Zarren, Houthulst, (tot op 25 km van Oudenburg,jh). Ik deed dat werk in de periode 1977-1987, dus als ik iemand van toen terugzie, dan is dat zeker twintig jaar geleden dat we mekaar gezien hebben. En dan vraagt het oproepen van die naam wel eventjes tijd. Want gezichten veranderen met de jaren, zeker wanneer er ziekte of miserie is geweest. Maar ineens klaart dat dan op. Ik zie bij dat gezicht een gemeente, en dan een straat en dan zijn huis, en pàts, dan heb ik zijn naam."
Humo: U ziét die straat voor u?
«Jaja! Als u mij vraagt om de Klerkenstraat in Houthulst te beschrijven, dan zie ik die straat zo voor mij, mét alle huizen."
Humo: Het huis en het adres zijn dus belangrijk om een naam te plakken op iemands gezicht. U moet de persoon kunnen "lokaliseren".
«Ik moet vooral ons eerste gesprek kunnen lokaliseren. Zag ik hem thuis, in de voetbalkantine, of op een gouden bruiloft? En als ik dat weet, als ik ons weer zie babbelen, dan herinner ik me ook de naam."
Humo: U kent alle straten en huizen waar u vroeger huisbezoek hebt gedaan. Dan kent u in Oudenburg allicht ook alle straten.
«Ik ken er alle straten én alle huizen. Het zijn er vierduizend ongeveer."
Humo: Vierduizend huizen kennen. Dat is fenomenaal! Ziet u dan een soort foto van dat huis?
«Ja, dat is een foto. Ik zie de gevel, ik zie de voortuin, ik weet of ze langs de voordeur dan wel langs achteren binnen gaan. En van de achtertuin weet ik of er groenten of grote bomen staan."
Humo: En het huisnummer op de gevel.
«Ook dat zie ik voor mij. Het cijfer en ook het soort huisnummer, de typografie ervan."
Humo: Maar er zijn honderden types van huisnummers. In email, in aluminium, in rode plastic, noem maar op.
«Ik zié dat allemaal. En ook of die gevel in nieuwe of oude baksteen is. Mét kleine garage, met grote garage. Door mijn huisbezoeken ken ik ook veel interieurs. Van mensen waar ik nu kom als burgemeester, maar ook van mensen waar ik vroeger geweest ben, in de periode 77-87 toen ik voor de CM werkte, ik zou ze nog allemaal perfect kunnen omschrijven. Niet alle details, niet die ene blauwe vaas of dat ene bloemenschilderij. Maar wel: eiken interieur met aquarium, typisch landbouwinterieur met Leuvense stoof, of modern interieur met strakke meubelen. Ook onthoud ik waar vaak verse snijbloemen staan en waar er nooit bloemen staan. De sfeer van een huis of huishouden onthoud ik heel goed: altijd lekker warm, koud en kaal, altijd een "druppel", veel drukte met kinderen, eenzaam en vervuild, slordig met plakkerige tafel en stoelen."
Humo: U gaat later een heemkundig werk kunnen schrijven: de interieurs van Oudenburg en omstreken anno 1977-1987.
«Dat is zeker zo. En ik zou er gelijk de tractortypes en de automodellen van toen kunnen instoppen. Want ook voor voertuigen heb ik een grote belangstelling. Plus! Ik onthou ook heel goed brievenbussen. Dat zit zo. Mensen komen met een probleem of een vraag op mijn zitdag, en ik zorg nadien voor een schriftelijk antwoord. Ik kan dat vanuit het stadhuis met een postzegel versturen, maar ik verkies om die brieven zelf te bussen. Ik zie dat als een ontspanning: 's avonds voor ik ga slapen, spring ik in mijn auto en doe ik m'n pudderonde (= puitenronde), hop, hop, hop, zoals een kikvors. En dan zie ik al die brievenbussen! En al de rest natuurlijk. Is die woning goed gesoigneerd, is de pelouse afgereden, is de tuin proper of een woestenij. En intussen kijk ik ook rond op straat. Brandt de openbare verlichting? Zitten er stoeptegels los? Dat doe ik dan één moeite."
Humo: Kan u ook zeggen waar ze al vroeg een kerstboom hebben staan? Of waar een kerstman de gevel beklimt?
«O ja, dat zie ik zo voor mij. Dorpstraat 21: Patrick V, ongelooflijk veel decoratie en kerstverlichting. Die loopt zelfs door tot op de omheining van zijn buurvrouw, Maria C., dat is de Dorpsstaat 19.
Het is een passie van mij. Ik wil alle mensen in mijn omgeving leren kennen, met hun blije en met hun droevige momenten. Vanmorgen ben ik naar de begrafenis van André V. geweest, echtgenoot van Julia V.T. En ja, ik zag enkele van hun dochters, dan schieten die namen mij te binnen en dan stel ik vast, hm, tien jaar ouder, maar ze zien er nog goed uit!"
Humo: U bent altijd en overal met namen en gezichten bezig.
«Ja, ik zit altijd en overal naar de mensen te kijken. Dat is soms wel eens onbeleefd, zegt mijn vrouw. Maar ik kan niet anders, het is sterker dan mezelf. Ik kom graag op bijeenkomsten, en dan zie ik de mensen die ik ken, maar nog snéller de mensen die ik niet kén. Zo'n onbekende, dat werkt op mij als een magnéét! Ik wil die absoluut leren kennen. Ik ben 64, maar ik zal ook de jonge gasten leren kennen: via de jeugdraad, maar ook via de jeugdbewegingen. De Chiro organiseerde onlangs een spagetti-avond, wel, dan ben ik present."
Humo: Kent u ook het beroep van de Oudenburgenaren?
«Dat ging vroeger beter. Ik kende de werkgevers uit de streek en ik wist wie er bij hen werkte. Maar nu zwermen de mensen verder uit om te gaan werken, en ze veranderen ook sneller van werkgever, dus dat wordt moeilijker. Maar als ik met hen ooit over hun werk gesproken heb, of als ik ze met hun beroep op de kiezerslijsten heb zien staan, dan zal ik dat onthouden. Ik praat ook makkelijk met de mensen: op straat, in hun vereniging en op mijn zitdagen. Op die spreekavonden zie ik tussen de honderdtwintig en de tweehonderd inwoners per maand. Dat is een zeer hoog aantal. Andere burgemeesters zien hooguit enkele tientallen inwoners per maand.
En dan volg ik ook nog eens de nieuwkomers. Zie ik ergens een nieuw gezicht bij een huis, dan zal ik stoppen en de persoon welkom heten en de hoop uitdrukken dat hij het goed mag stellen in Oudenburg. En dan zit die persoon ook "binnen" in mijn geheugen. Dat is niet om mijn aantal op te drijven, dat is gewoon mijn manier van doen. Ieder mens heeft dat toch graag dat hij herkend wordt, en dat je zijn naam kent, en dat je iets van zijn partner of kinderen herinnert."
Humo: Werkt uw geheugen ook andersom? Als ik een adres opgeef, weet u dan wie er woont?!
«Dat weet ik zeker!
Humo: Weststraat 6!
«Dat huis is afgebroken (lacht).
Humo: Weststraat 120.
«De straat loopt maar tot 70.
Humo: Mariastraat 12!
«Plezierig dat je dat vraagt. In dat huis woont onze negenduizendste inwoner! Willy M. met zijn vrouwtje Ingrid D. Ik ken ze allemààl in de Mariastraat!"
Humo: Had u die gave ook al toen u kind was?
«Eigenlijk wel. Mijn eigen klasmakkertjes van het eerste studiejaar kende ik al heel vlug, met hun naam én hun adres. En toen ik tien was, kende ik alle jongens van de gemeenteschool. Daar waren toen nog acht klassen van elk dertig leerlingen, dus dat ging om tweehonderdveertig jongens. Ja, ik kende ik ook de oudere jongens, daar keek je naar op bij het voetballen, en toen mocht er ook nog zo'n beetje gepest worden en zo. Natuurlijk dat je die groten dan onthoudt."
Humo: Hebt u al van fysionomisten gehoord? Dat zijn mensen die extreem veel gezichten kennen. In casino's worden ze ingehuurd om gokkers met een speelverbod van de tafels te weren.
«Nooit van gehoord. Het is ook niet mijn beroep om die gezichten te onthouden. Het gebeurt en passant zou ik zeggen. Als burgemeester krijg ik de lijsten van mensen die nieuw aangekomen zijn en mensen die de gemeente verlaten hebben. En dan kijk ik waar ze naartoe gaan. Dat is puur uit interesse, maar zo geraakt het dan ook in mijn memorie."
Humo: Hebt u ook iets met het onthouden van cijfers?
«Vroeger meer dan nu. Twintig jaar geleden kende ik zeker vijfhonderd nummerplaten van Oudenburgse wagens."
Humo: Dus, u ziet een auto, u ziet de chauffeur...
«En dan stop ik die nummerplaat bij die naam en dat gezicht. Die vereenzelviging gebeurt automatisch. Maar het onthouden is nu moeilijker omdat a) de mensen vaker van auto veranderen, b) de automodellen op mekaar zijn gaan lijken en c) die combinatie van cijfers en letters op de nummerplaten niet simpel is. Hetzelfde met telefoonnummers. Vroeger kende ik makkelijk vijfhonderd telefoonnummers uit mijn hoofd. Maar vanwege de complexe gsm-nummers en het feit dat mensen nu een vast toestel én een gsm hebben, is alles ingewikkeld geworden."
Hete Julia
Humo: Als inwoners ooit een boete hebben gekregen op het grondgebied van uw gemeente. Zit dat dan ook in uw memorie?
«Als er een PV is opgesteld vanwege te snel rijden of dronken rijden, dan zit dat 's morgens bij mijn briefwisseling als burgemeester en ja, dan weet ik dat. Of neem de inwoners die vaak gehaast zijn en vaak foutparkeren, die ken ik allemaal. Idem voor de familiale conflicten waarvan ik op de hoogte ben gesteld. Of neem weer die nieuwkomers in de gemeente. Als ze zich inschrijven, dan zit er bij de inschrijving altijd een uittreksel van het strafregister. Ik zal niet nalaten van dat te lezen. Om te weten wat voor vlees ik in de kuip heb."
Humo: De burgemeester als Big Brother?
«Het is nu eenmaal zo dat een burgemeester veel weet van zijn mensen, maar ik zal daar nooit misbruik van maken."
Humo: Neem, u ziet iemand op straat, dan klinkt zijn naam op in uw hoofd, maar hoe zit dat met zijn profiel? Ziét u die PV's en dat strafregister ook in uw hoofd?
«Nee, dat is eerder een abstractie. Als ik een mens zie, zie ik allereerst zijn straat en zijn gevel. En dan pas verschijnt dat profiel. Brave mens. Zware jongen. Zet zich in voor 11.11.11 Zet zich in voor de parochie. Enzovoort."
Humo: U hebt uw pappenheimers als kind gekend, dus u weet van zware jongens die vroeger braaf zijn geweest.
«Of omgekeerd! Jaja, de levensloop van een inwoner is mij zelden een geheim. Ik ben twee jaar beroepsjournalist geweest voor Het Nieuwsblad, in 73-74, ik deed voor hen de zware dossiers, moordzaken en zo. En nu wil het toeval dat hier in Oudenburg op zes maanden tijd twee moorden gebeuren. Hier gebeurt nooit een moord en toen ineens twéé! De ene was Chareltje L. een klasgenoot van mij. Die zit in geldgebrek, stapt naar zijn tante in Oostende, bindt een sjaal om haar nek en wringt zolang tot hij wat krijgt. Maar hij wringt een beetje te hard en toen kon ze geen geld meer geven, want ze was dood. Dat was voor mij direct twee-drie volle bladzijden, ah ja, ik kende beide door en door. Tien jaar later komt hij uit den bak en heb ik hem een job gegeven, als delver bij de gemeente. En hij heeft dat schitterend gedaan, die tweede kans grijpen, en hij is ook een heel goeie echtgenoot, want zijn madamtje is ondersteboven gereden aan de Aldi in Koekelare, ze ligt al tien jaar plat, en hij verzorgt ze voorbeeldig.
Bij de tweede moordzaak kende ik de twee verdachten én het slachtoffer. De verdachten waren Freddy V. en Lucien D., levenslang verdacht maar nooit veroordeeld. En het slachtoffer was de zogenaamde Hete Julia, aldus bekend in de plaatselijke textielfabriek, waar zij de opvallendste van de vierhonderdveertig dames was, ze had nogal wat affaires."
20.000 gezichten
Humo: In uw gemeente wonen ook allochtonen, met niet-Belgische namen. Die onthoudt u ook. Maar onthoudt u eveneens de juiste schrijfwijze van die namen?
«Jaja, Marokkaanse namen, Albanese namen, Belgische namen, dat blijft gelijk. Ik wil die zonder fouten onthouden. Dus ook of het Jansens, Janssens of Janssen is."
Humo: Ik wil nog altijd een systematiek ontdekken in uw memoriseren. Als u op een receptie staat, bent u dan honderd procent geconcentreerd op de persoon waarmee u praat? Of bent u zo'n receptiebeest dat al pratend zijn ogen laat zwerven over de andere aanwezigen en voorbijgangers?
«Ik ben die laatste: ik praat, ik onthoud ook wat gezegd wordt, en intussen scan ik de andere omstaanders en de binnenkomers. En als er iemand is die ik niet ken, dan kan ik moeilijk weg op die receptie zonder dat ik weet wie het is."
Humo: U kent achtduizend inwoners in Oudenburg, maar daarbuiten allicht ook nog een groot aantal mensen?
«Ik ken overal mensen, en dan zeker in West-Vlaanderen. Naast die duizenden die ik via die huisbezoeken ken, heb ik ook nog loketwerk voor de CM gedaan in een aantal gemeentes en zo ken ik nog enkele honderden in Bredene, enkele honderden in Den Haan, zowat duizend Oostendenaars..."
Humo: Zitten we dan aan vijftienduizend?
«Ik denk zelfs twintigduizend. Maar het gaat mij niet om dat getal of om een record. Om zo'n goed geheugen voor mensen te hebben, moet ge eerst en vooral de mensen graag zien. Er zijn mannen die vrouwenzot zijn. Wel, ik ben mensenzot. Ik ben gepassioneerd door mensen. Wie ze zijn, wat ze doen, waarvoor ze zich interesseren."
Peerke Pollentier
Humo: Kan u goed gebeurtenissen en data onthouden?
«Alleen lokaal. Als De Slimste Mens over lokale gebeurtenissen in Oudenburg zou gaan..."
Humo: ... dan wint u glansrijk.
«Dat mag ik niet zeggen, maar ik zal toch een gedùchte kandidaat zijn!"
Humo: En kaarten onthouden bij het kaartspel, lukt dat goed?
«Ik ga al eens naar een kaarting (kaartprijskamp), maar ik moet eerlijk zeggen: mijn kaartspel lijdt onder mijn ambitie om iedere aanwezige in die zaal te zien en te kennen. Ik kan dus beter kaarten als we slechts met vier man in een kamertje zitten (lacht). Dat is ook zo bij een voorstelling of een concert, dan zit ik steevast op de laatste rij, want dan kan ik iedereen goed zien die aanwezig is. Dus als ik een voorstelling écht wil volgen, dan zou ik eigenlijk met mijn rug naar de mensen moeten zitten. Om niet afgeleid te zijn."
Humo: U woont alles bij? Amateurtoneel, kaas- en wijnavond, overal waar inwoners bijeen zijn, daar bent u ook?
«Absoluut. Maar ik kan me ook perfect opsluiten om een moeilijk dossier te bestuderen. Dan heb ik geen moeite om twee dagen alleen te zijn. Ik moet niet altijd tussen de mensen zijn. Anderzijds moet ik toegeven dat ik weinig thuis ben. Ik zie dat in mijn agenda. De laatste jaren ben ik op zijn minst 265 avonden van huis, met één jaar dat ik zelfs 313 avonden niet thuis was. Wat wil je, Oudenburg is een actieve stad met honderdzesenveertig verenigingen."
Humo: Hadden uw ouders ook zo'n fenomenaal geheugen?
«Ik weet dat niet. Mijn moeder kon dingen die haar verteld waren, ook van naaldje tot draadje opnieuw vertellen. Het was toen niet ongewoon dat de mensen veel van mekaar onthielden. Ze zagen en spraken mekaar meer dan nu, ze bleven ook langer op dezelfde plaats wonen en werken en ze waren voor het léven met dezelfde persoon getrouwd. Nu is er een Oudenburgenaar die al voor de achtste keer met een ander mokke trouwt, tja, dat maakt de zaken niet makkelijker."
Humo: Maakt het ouder worden het onthouden moeilijker?
«Voorlopig heb ik daar weinig of geen last van."
Humo: Van andere veel-onthouders is geweten dat ze vaak verstrooid en vergeetachtig zijn in praktische zaken.
«Bij mij is dat niet het geval. Ik zal niet gauw een sjaal vergeten of zonder bril en gsm mijn bureau verlaten. (Fotograaf Jelle Vermeersch komt binnen. Hij is van Keiem bij Diksmuide en geen vijf seconden later is hij al op dreef: over de Keiemse pastoor en over de beroemdste Keiemse inwoner, Michel "Peerke" Pollentier, "toen woonachtig in de Dodepaardenstraat numero 31!" En de Keiemse grootouders van de fotograaf, dat zijn oorspronkelijk Oudenburgenaren. "De Meesschaerts! Sterk boerengeslacht. Veel dierenkoopmannen in de familie! De Lange Meesschaert mat bijna twee meter. En zijn vrouw Flavie, dat was een berg, die woog bijna 150 kilo!")
Humo: Is het alleen een "lokale" gave, of loopt het ook door als u op vakantie bent? Stel, u bent in een hotel in Turkije met veel andere nationaliteiten. Werkt het dan ook?
«Dat werkt in elke leefomgeving. Natùùrlijk ken ik binnen de kortst mogelijke tijd het kamermeisje en de vrouw achter de bar en de kelner aan tafel, en àlle gasten waarmee ik een woordje gewisseld heb. En ik zal ze nooit meer vergeten! Vroeger was er geen tijd om op reis te gaan, nu gaan m'n vrouw en ik twee keer per jaar, en dan meestal met een groepsreis. Wel, alle gidsen van al die reizen kan ik me zo herinneren. Of ze ons nu in Duitsland, China of India hebben gegidst, ik ken hun naam en voornaam, of ze 't goed of slecht deden, en nog een pak persoonlijke anecdotes erbij. Eigenlijk is zo'n bus of hotel ideaal. Ah ja! Ge moet misschien maar vijftig mensen memoriseren, en ge hebt twee weken tijd om u te focussen. Dat is een makkie hé."
Humo: Er bestaan mensen die niks kunnen vergeten: alles wat ze ooit gelezen, gezien of gegeten hebben, dat onthouden ze in detail. Zij zouden goud geven om af en toe iets te kunnen vergeten. Hoe is dat bij u? Raakt u niet bezwaard door die berg persoonsgegevens? Dat u er genoeg van hebt. Dat u niet wil dat er nog iets "binnen" komt.
«O nee, nee, nee, nee! Dat weegt totaal niet op mij. Ik ben altijd nieuwsgierig. Ik ben altijd op jacht om mensen te leren kennen."
Humo: Bedankt voor het gesprek. Hoelang gaat u mij onthouden?
«Voor altijd uiteraard! “