<k> De voetbalveteranen (2): de oldtimers van KFC Herenthout

Enkele van de 60-plussers van KFC Herenthout. V.l.n.r.  Jef Meulemans, Kalle (Carolus) Bierinckx, Jos Smits, Sooi Meulemans, Louis Van Looy. (Ingescande foto uit Humo: Herman Selleslags 2003)

Enkele van de 60-plussers van KFC Herenthout. V.l.n.r. Jef Meulemans, Kalle (Carolus) Bierinckx, Jos Smits, Sooi Meulemans, Louis Van Looy. (Ingescande foto uit Humo: Herman Selleslags 2003)

Lees hier deel 1 van De Voetbalveteranen

“ELKE MATCH KAN DE LAATSTE ZIJN. VOLGENDE WEEK KUNNEN WIJ DOOD ZIJN.”

Bij de veteranenploegen van de Koninklijke Belgische Voetbalbond spelen vooral dertigers en veertigers. Slechts hier en daar worden ook vijftigplussers of  bruggepensioneerden opgesteld. Zeldzaam zijn de ploegen die een zestigplusser tussen de lijnen hebben staan. En helemaal nooit gezien is de ploeg die elk weekend tot ACHT zestigplussers in het veld kan sturen. We spreken hier over een unicum in de Vlaamse en mogelijk in de Belgische voetbalsport.
De club waar dit wonder zich elke zaterdag herhaalt is het Kempense KFC Herenthout, een club in derde provinciale. Zij kunnen elke week een ploeg opstellen waarvan de gezamelijke leeftijd de 500 jaar overschrijdt. De straffe zestigers zijn Van Looy Ludovicus (65), Janssens Franciscus (65), Meulemans Josephus (65), Bierinckx Alphonse (65), Smits Josephus (64), Moreels René (62), Bierinckx Carolus (61), en Van Hoof Hendrikus (60,5). Hun hoge ouderdom is wel omgekeerd evenredig met hun lage rangschikking: vorig jaar eindigden de Veteranen-B het seizoen met nul punten.
Dat is niet waar, Jef, wij hadden één punt!

Herenthout zelf is vooral gekend vanwege Zijn Kempenzand, Zijn Carnavalstoet, Zijn Teloorgegane Diamantbewerkingsindustrie, en Zijn Zaal Lux waar ooit nog U2 en Dire Straits op het podium hebben gestaan. En nu zijn er dus ook de Onsterfelijke Veteranen met wie ik een eerste keer kennismaak op het einde van vorig voetbalseizoen.
Plaats van afspraak is etablissement ‘t Kapelleke, wijd en zijd bekend omdat de glazen er nooit leeg geraken. Ik had alleen met Fons Bierinckx en Jef Meulemans afgesproken, maar uit nieuwsgierigheid melden zich nog een hele reservebank veteranen plus wat bestuursleden waardoor ik fysiek niet in de mogelijkheid ben om àlle opmerkingen, commentaren, wedstrijdverslagen en tussenstanden te noteren. Ziehier de belangrijkste gebeurtenissen. Fons en Jef hebben als kind barrevoets gespeeld, er werd soms ook gevoetbald met een varkensblaas. Een leren bal was onbereikbaar, “iets dat ge alleen kon aanraken op zondag als ge naar een match van de eerste ploeg ging kijken, en als de bal tussen de toeschouwers vloog”.
Toen het 1947 was en ze bijna twaalf waren, mochten ze de voetbalschoenen aanbinden. De noppen onder die schoenen waren toen nog “leren bandjes rond een nageltje gewikkeld” en natuurlijk waren de shoes (die ze leenden van de club) steevast veel te groot. Veteraan René herinnert zich dat hij in de tip van zijn veel te grote shoes een klot zeep stak als opvulling. Zo had hij ook altijd propere voeten, wordt er geroepen. De bal waarmee gespeeld werd, had een veter, en wee als ge die veter raakte bij het koppen, schele hoofdpijn was uw deel!
KFC Herenthout speelde in rood en groen, en op een veld dat midden in de dennenbossen lag. Gras was iets voor de koeien, er werd gespeeld op zavel en zand, het plein had de naam “het zwaarste plein van de streek” te zijn. Het water bleef ook staan op die vlakte. Eén keer waren er zoveel plassen en slijk, dat ze het hele veld weer hebben moeten omploegen, zo kon het water toch enigszins in de grond dringen. Was het daarentegen droog weer en joeg de wind door de bossen, dan stoof het zand ook op bij de veteranen, zodat het veld algauw de bijnaam Zand Siro verwierf. We schrijven de jaren zestig. Zand en slijk werd na de match van de kuiten gespoeld met water dat uit een waterput werd geschept. En in de winter werd dat water warm gemaakt met een moor op de kachel. Niemand die kloeg, althans niemand herinnert het zich nog.
En dat ze ooit op een echt patattenveld hebben gespeeld, dat was in de buurt van Mechelen. Naast dat veld hadden in de vakantie zigeuners gekampeerd, die hadden in de backline rode en witte kolen geplant, “en die stengels stonden er nog toen wij daar moesten spelen!” Dat was in de jaren zeventig, dat komt ge nu niet meer tegen. Ge had toen ook nog ploegen waar de netten voor de vogelvangst naast de netten van het doel lagen.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Over het voorbije seizoen valt wat te zeggen. De Veteranen-B kregen week na week klop: 0-8 tegen Nijlen, O-7 tegen Pulle, 13-0 op Vorselaar, 11-0 op Broechem, en dan nog een paar keer 8-0 en 6-O. Nooit brandde een rode lantaarn harder dan hier in Herenthout. In alle matchen hebben ze hoop en al tien goals gemaakt. Het dichtste bij de overwinning kwamen ze met een 6-2, een 3-1, en een 2-1. En toch hebben we één punt gehaald, wordt er ineens raadselachtig gezegd. Het wordt voor de eerste keer stil aan de tafel, of gij dat allemaal gaat opschrijven wat daar toen gebeurd is? Dat er een ploeg geen tijd had om te komen spelen, het was einde seizoen, en dat ze in plaats van forfait en 5-0 te geven, overeen zijn gekomen om een feuille te sturen naar De Bond met als uitslag een gelijkspel. De wedstrijd is dus nooit gespeeld, maar op papier HEBBEN WIJ EEN PUNT! Waarmee ze nog altijd tien punten achter de voorlaatste eindigden.
De 65-plussers Fons en Jef zijn gelukkig altijd van zware blessures gevrijwaard gebleven, anders hadden ze het nooit zolang volgehouden. Fons heeft wel een lelijke tijd meegemaakt in ’99, darmkanker, dat is niet om mee te lachen, maar hij is het toch doorgekomen. Jef denkt dat zij hun lang voetballeven te danken hebben aan de training van elke week. Of het nu zomervakantie of winterstop is, alle tweeënvijftig woensdagen van het jaar zijn de veteranen (A én B) zo goed als voltallig op de training. Dààr worden de spieren losgegooid die het zestig jaar kunnen volhouden! Na de training volgt “de zwaarste oefening”, het kruisjassen, het moppen vertellen en het pinten drinken in de kantine. Maar dat we mekaar niet verkeerd mogen verstaan, het belangrijkste blijft de wedstrijd. Wij doen altijd ons best, wij willen elke keer winnen. En als wij verliezen, dan vinden wij dat erg, op ons zestig jaar kunnen wij nog altijd niet tegen ons verlies! Neem Ludovicus van Looy, 65 jaar en beter gekend als De Witte, dat is den hevigste. Als die op het plein staat, die is er met geen stokken af te krijgen. Moest die topvoetbal spelen en moesten ze hem zo’n bordje met lampekes laten zien dat hij eraf moest, hij stampte dat bordje kapot! Ziet ge, en dat is Herenthout. Wij leggen nooit onze kop.

Een seizoen van 25 matchen en niet één keer winnen.

Andere ploegen zouden het allang opgegeven hebben, een seizoen van vijfentwintig matchen spelen en nooit eens winnen, maar "wij hebben een grote kern, elke match volk teveel, elke match moeten wij volk weigeren! Omdat wij voor het plezier spelen." En voor de kameraadschap. En voor de gezelligheid achteraf.
En och, de supporters van de tegenpartij mogen met hen lachen, "als wij op onze rug vallen en blijven liggen, dan roepen ze: gelieve de schildpad terug recht te zetten, maar dat kan ons niet schelen! Of dat andere ploegen competitie houden, om ter meest goals scoren tegen Herenthout, vorige week 12-0, dan moet het deze week 13-0 zijn, ook dat kan ons niet schelen!"
"Wij hebben onze eigen overwinningen. Als we al eens een vriendenmatch mogen spelen in Poperinge of Visé, dat is 160 km van hier, dan zeggen wij dat we het ver gebracht hebben. Of neem een match waar het bij de rust 5-0 staat en die we met 6-1 verliezen, dan zeggen wij: we hebben in de tweede helft gelijk gespeeld! En dan drinken we d’r eentje op dat gelijkspel.
Neem de match tegen Bouwel, drie jaar geleden. Dat ging erom wie laatste of voorlaatste zou zijn, wel, wij hebben gewonnen, en dat we niet de laatste waren, dat hebben we gevierd!"
"En hoe langer wij op café zitten, hoe beter wij worden. Dan hebben we die dag met 10-1 verloren, maar om halftwaalf ’s nachts staat het vast: het had gerust andersom kunnen zijn! En als de tegenstrever tegen wie we de volgende week moeten spelen, ons dàn zou kunnen zien en horen, jongen, die zou ongerust zijn, die deed in zijn broek van de schrik. Zoveel moed hebben wij dan. Dat is het verschil met andere ploegen: bij ons is de match nooit gedaan zelfs wanneer ze gedaan is."Er moet verteld en gedronken worden en de drankgelegenheden  van het dorp moeten redelijkerwijs bezocht worden. En dan zeker de café’s De Kroon, De Titanic, Zaal Lux, De Veurleste, en ’t Molenhuis, want die sponsoren de veteranen, onder andere met matchballen en sportzakken.
"Wij doen ook elk jaar een teerfeest, dat is twee weken voor Pasen, en dan worden alle nog spelende zestigers gevierd, die krijgen dan een fles of een paasei. De Fons is dit jaar nog gevierd, voor 55 jaar actief spelerschap. En de Fons gaat nog niet stoppen, zijt daar maar zeker van. Iedereen die bij ons is, wil blijven spelen. Stoppen doet niemand, of ge moest bij de gestorvenen zijn. Zoals Jules en Leon, die waren 53, die speelden nog mee, maar die zijn gestorven. En toen zijn we met de vlag naar de lijkdienst gegaan."
Fons is één keer bijna dood geweest, zegt hij. Dat was in de oorlog in ’43 of ‘44. Hij had een gevechtspiloot uit zijn vliegtuig zien springen met een parachute en Fons was met de paraplu van zijn moeder uit een beukenboom gesprongen, wel tien-twaalf meter naar beneden. Zijn twee billen gebroken, elf dagen in de kliniek.
Nu hij toch aan het vertellen is, kan hij die story vertellen van de gaine van zijn vrouw. Hij had een keer een liesbreuk, en om die breuk op zijn plaats te houden bij het voetballen, had hij de gaine van zijn vrouw aangedaan. Dat was in ’74. Het was een vleeskleurig korset, weet Jef ineens, hij heeft hem afgehuurd van de Fons en nog jàren gedragen tijdens de match. Niet omdat hij ook een liesbreuk had, nee, dat was een preventieve dracht om niet aan zijn lies gekwetst te worden. En dat het kanten boordje van die gaine onder de zoom van zijn voetbalbroek te zien was, de French Cancan van Herenthout.
En zo gaat de avond om in lachen en vertellen, en dan schudden we de handen, de afspraak is zeven september, dan is het de eerste match van het nieuwe seizoen, ziet dat ge d'r zijt!

Een oefenmatch op het slecht gefreesde oefenveld : “Dat is hier precies de Sahara.” (Ingescande foto: Herman Selleslags 2003)

Een oefenmatch op het slecht gefreesde oefenveld : “Dat is hier precies de Sahara.” (Ingescande foto: Herman Selleslags 2003)

Drie maanden later is het zover, maar ik kan de eerste match niet bijwonen, en dus kom ik enkele dagen eerder om één van hun befaamde trainingen te zien. Het terrein van de club draagt nog van die  ouwe betonplaten waarop tal van lokale adverteerders staan gekonterfeit. Rik Van Looy is er ook bij, maar het is niet de wereldberoemde coureur, het is Uw Man Voor Alle Dakwerken (Keulemansstraat 21 Herenthout).
De spelers komen op hun gemakje uit de kleedkamer, maar houden allemaal hun pas in als ze het oefenveld zien. Wie heeft die zandbak aangelegd? Dat is hier de Sahara begot! Het hoofdveld is nog intact en groen als een biljart. Maar het oefenveld is alle groen kwijt. Tussen het zand zwerven nog wat losgewoelde plukken gras, elke voorzet, elk schot gaat gepaard met een stofwolk die veel tijd nodig heeft om weer de grond te raken. Blijkt dat de grasmat wat te brutaal gefreesd is en dat al het gras op losse wortels is komen te staan.
Ik informeer naar het oefenprogramma, maar er is geen oefenprogramma. De training is zoals elke woensdagavond een matchke tussen de (jongere) Veteranen A en de (oudere) Veteranen B. Warming up is niet nodig, wie de spieren warm wil krijgen, sjokt een paar keer het veld op en af, of legt zijn been op de balustrade voor een stretchoefening.   
De match begint, en het stof wolkt nu op alsof er een rallykaravaan door het veld trekt. Er wordt gehoest, gespuwd en gerocheld, bij sommige duels is de bal zelfs aan het oog onttrokken. De freesmachine heeft ook allerlei keien naar boven gewoeld, geregeld stopt een speler om een steen te rapen en weg te keilen. Er wordt op het ijzer van de lichtmasten gemikt.
Veteranenvoorzitter Eddy Horemans wordt gewaar dat het nieuwe seizoen gaat beginnen; over gretigheid zal hij niet spreken, het heet hier “dat de goesting groot is” en “dat de mannen heviger zijn dan anders”. Ook een meevaller is dat de sponsor voor nieuwe tenukes heeft gezorgd, daar worden zaterdag foto’s van genomen door Stafke Palmans, lid van de plaatselijke fotoclub. Eddy toont met trots de nieuwe truitjes en legt uit dat het niet zo evident is om een shirtsponsor te vinden voor een Veteranen-B-ploeg. Ze mogen blij zijn dat zij de Gebroeders Gabriëls hebben. Bouwondernemers "hier uit Herenthout", ze sponsoren de ploeg al zeker tien jaar en als ik goed kijk, kan ik van hier hun huis zien staan. 
Ik vraag of alle zestigplussers van vorig seizoen nog paraat zijn, en daarmee raak ik een moeilijk punt. Louis Van Looy (66) en Joske Smits (64) hebben nog altijd hun lidgeld niet betaald, “het zou dus kunnen dat een paar ouwe mannen nog gaan afvallen”. Persoonlijk vindt hij dat er teveel ouwe spelers komen opdagen, hij kan ze onmogelijk allemaal opstellen: “Sommigen zijn ook niet meer zo rap, die worden door jongere tegenstrevers als doemp voorbijgelopen.
Het loopt naar halfacht, de scholieren die na de veteranen trainen, arriveren met sluikhaar, hoofdbandjes, en shirtjes van Keane, Batistuta, Figo en Beckham. Eén van hen is te lui om een bal te gaan halen die op straat is gevlogen. De terreinverzorger is kordaat, geen bandietenstreken! Gij gaat dien bal halen of ik stamp in uwe schijter!
Het Herenthouts is een taal zonder afrastering.

In de kantine mag ieder zelf zijn drank tappen of uit de koeltoog halen, en voorzitter Eddy deelt de kalender van het nieuwe seizoen uit samen met het verslag van de laatste algemene vergadering. (De voorzitter heet iedereen welkom en opent de vergadering met een tournée générale van de kas.) Verder lees ik dat Jef Meulemans in de toekomst “naar de bakker zal rijden voor brood en beleg bij de thuiswedstrijden”. Hét belangrijkste nieuws is dat de voorzitter voorgesteld heeft om de zestigplussers “de helft van hun lidgeld terug te betalen als dank voor hun bewezen voetbaldiensten en als compensatie voor het feit dat ze regelmatig naast de ploeg zullen vallen tijdens de komende competitie”. Ik krijg van overal  elleboogstoten over die passage: “We krijgen duizend frank terug maar in feite moeten ze ons niet meer hebben! De voorzitter wil verjongen, zegt hij! Ja, met gasten die bij andere ploegen niet meer aan de bak komen, die wil hij hier opstellen. Zeg nu zelf, wij zijn vijftig jaar aangesloten bij de club, wij hebben altijd het beste van onszelf gegeven en nu moeten wij plaats maken voor vreemden, dat is toch schandalig! “
De avond duurt nog lang. De gemoederen blijven verhit. Het licht in de kantine zal niet gauw doven.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Tegelijk met de veteranen van Herenthout volg ik ook de veteranen van KFC Putte waar de 72-jarige Frans De Roovere speelt (zie deel 1). Ook in Putte is het nieuwe seizoen begonnen, en goed nieuws, er  hebben zich nieuwe spelers gemeld, de kern zal dit jaar uit 16 veteranen bestaan. Dat zegt trainer-voorzitter Monneke Dox die blij is dat ik dit jaar “ook op post ben” om zijn ploeg te volgen. Alleen spijtig dat Coiske er niet meer is. Coiske was de topscorer met negen doelpunten, maar hij ontbreekt vanwege “familiale problemen van echtelijke aard”.
FC Putte speelt deze zaterdagnamiddag tegen Schriek (Wasserij Sint-Jan) en Monneke wijst op hun nummer zeven die hij graag in zijn ploeg had gehad. Het is een Rus, Poprevitsj of zoiets, "de mens woont bij ons in Putte, maar Schriek was rapper om hem aan te trekken."
De match begint en niet veel later zet Dirk de 1-0 op het bord met een lob-kopbal, of zoals Monneke het uitdrukt: goed gekopt, zachtekes gekopt, schonekes over de keeper zijn handen.
Frans De Roovere (72) is twaalfde man en leunt op de buis van de balustrade. Voor een ondernemer zijn het echte werkmanshanden, met kloven in de nagels en schrammen in het vlees. Frans heeft zijn machinebouwbedrijf al enkele jaren overgedragen aan zijn kinderen, maar hij steekt nog geregeld een hand toe, “ik heb hier en daar artrose, maar ik kan nog altijd honderd kilo heffen als het moet”. En dat hij nu al veertig jaar bij de veteranen speelt, zonder één jaar onderbreking, "ge komt vooral voor de vriendschap en de kameraadschap."
Tijdens de rust neemt Herman Selleslags foto’s van de hele ploeg. Bij de tegenstrever valt de mond open, den Umo? Voor die krotters van Put? Ze hadden het niet mogen zeggen, Eric maakt 2-0 met een kopbal. Het sein voor Schriek om zijn gevreesde nummer 14 nog meer in de ruimte te sturen. Bij Putte kennen ze zijn vaardig spel, het is ne kletskop, dus zijn haar hangt niet in zijn ogen, dat helpt altijd bij ‘t sjotten!
Keeper René redt een bal op de lijn en ranselt een bal uit de voeten, maar moet zich dan toch gewonnen geven. Nummer 14 scoort de 2-1 én de 2-2. Dat laatste doelpunt wordt aangevochten, allez arbiter, nie zeveren hé, hij trekt mij gewoon tegen de grond!
De wedstrijd loopt op het scherp van het mes, Monneke durft Frans er niet inbrengen, maar ineens komt Dirk eraan gelopen, ik zijn toch nog gekomen! Dirk is wielertoerist, is in Limburg efkes 170 kilometer gaan rijden tegen een gemiddelde van 32,5 per uur, en dan is hij naar hier gevlogen om te zien of hij nog reserve kon zijn. Monneke stuurt hem in het veld, we zitten in de laatste minuten, en dan laat de nummer 14 zich vallen in de de zestienmeter. Over de voeten van de pas ingekomen Dirk. De arbiter wijst naar de stip, Dirk steekt zijn handen in de lucht, ik heb ‘m begot niet aangeraakt. Ik ga toch geen 170 kilometer met de velo rijden om hier nog ne penalty weg te geven, maar het blijft wel penalty natuurlijk. Alle ogen zijn nu op Renéke gericht, als hij een wonderbaarlijke redding kan verrichten, blijft het 2-2. Het schot vertrekt, René duikt in de goeie hoek en bokst de bal naast de paal. De procedure tot zaligverklaring wordt ingezet, de felicitaties regenen op zijn schouder, ook bloot onder de douche, staan ze nog op zijn rug te kloppen, goe gedaan Reneeke! En ge ziet nu wel dat we niet altijd op uw kap zitten!
In de kleedkamer zijn ze het er allemaal over eens: als ge de René aanmoedigt, kan ‘m alles, als ge ‘m afbreekt, kan ‘m niks! En dat het wat zal geven als René straks aan de toog staat. Ge moogt gerust zijn, om vier uur vannacht, wat zeg ik, binnen twee maanden is ‘m die penalty nog altijd aan het pakken!!

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Zes kilometer verder zijn de oldtimers van Herenthout een uitwedstrijd gaan spelen op Hèst, wat door stadsmensen Heist-op-den-Berg wordt genoemd. Omdat ik op de wedstrijd in Putte was, is hun match voorbij als ik in de plaatselijke kantine kom. Een storm van rumoer steekt op. Proficiat, Janneman, dat ge erin geslaagd zijt om dit te missen! Want wij hebben hier een reuze match gespeeld! We zijn mààr met 4-2 verloren! En de Jef hier heeft een wereldgoal gemaakt, van bij de backline een volley -pats- in de winkelhaak! Dat ge d’r nu niet waart! Hoe is dat nu mogelijk!
Nog meer geraas als ik zeg dat ik in Putte was, bij de concurrentie nog wel! Dat moest er nog bijkomen!
Jefke (66) geeft me een hand en grijnst dat hij nu de mede-topschutter van de ploeg is met dat éne doelpunt. De anderen zijn er zeker van dat hij de oudste topschutter van België is, dertig jaar ouder dan Patrick Goots!
En dat ik niet mag vergeten dat ze vorige week met 7-1 op hun dak hebben gehad, en ook niet dat Heist een sterke ploeg is met veel jongere spelers. Voorzitter Eddy haalt op luid en algemeen verzoek de feuille van de arbiter boven. Bij Heist spelen allemaal dertigers, de oudste is amper 45. Bij Herenthout stonden vandaag  onder andere vier vijftigers, en vijf 62-plussers op het blad. Totale leeftijd  568 jaar, nu gij weer!
“Kalle” Bierinckx (62) komt met een volle plateau pinten en frisdranken naar de lange tafel, goe gespeeld, Kalle, goe gespeeld, jong! En zoals na elke wedstrijd geven de veteranen van Herenthout zich nu ook weer over aan het kaartspel, kingen en kruisjassen. De kaarten worden hard op tafel gesmeten, hier! en hier! en deze dan! Drie dagen later woon ik opnieuw een training van Herenthout bij. Op hetzelfde ogenblik dat de ploegen van Barcelona en Brugge in het schitterende Nou Camp aantreden, arriveren de veteranen met fiets en auto op hun zeer bescheiden sjotplein. Het zand ligt er nog even stoffig bij als vorige keer waardoor Lucske al direct moet denken aan de uitstap van vorige zondag, toen zijn ze met vier koppels naar Hollandse Hoge Veluwe geweest, “als ge van zand spreekt, daar was zand, duinen zover ge kondt zien”, en ze hadden een foto getrokken met een fles Bru en “wij met z’n achten die naar die fles kropen, precies gelijk in de woestijn.”
Trainer-voorzitter Eddy is nog steeds in de wolken over de nederlaag van vorige zondag, “we mogen met 4-2 verloren zijn, maar zoals we daar gespeeld hebben, dat was een unicum, dat was ongelooflijk. Bij de rust was het 3-0, normaal krijgen we dan een pandoering van 7-0 of 8-0, maar nu hebben we toch stand kunnen houden.“
Helemaal in de traditie van Herenthout, zegt Fons Bierinckx (alias "Fokke Piet" (65) dat ze de tweede helft met 1-2 gewonnen hebben, en dat de wereldgoal van Jefke nog altijd nazindert in de café’s, “ze noemen ‘m al Jefke Van Basten!“
Op het veld kan ik amper een onderscheid maken tussen de veertigers en de zestigers, ze lopen allemaal even hard om de bal binnen de lijnen te houden en ze vloeken ook even hard als ze een halve meter tekort komen. Volgens Fokke trainen de 60-plussers zelfs harder dan de jonge gasten van veertig, “die ouwe mannen weten dat elke training hun laatste training kan zijn, volgende week kunnen ze dood zijn.” Hij zegt het maar half om te lachen.
En of ik gezien heb dat Sooike Meulemans op het oefenterrein is? Sooi is geen betalend lid meer, maar komt voor zijn plezier nog elke woensdag “in de goal staan”. Hij is er 67.
En het mag dan een oefenmatch zijn van de veteranen in een dorp dat in kleine letters op de Michelinkaart staat, als Sooi een bal tegen de touwen krijgt, schudt hij evenzeer het hoofd en zet hij even lang zijn handen in z’n zij als Danny Verlinden van Club Brugge.

De 57-jarige Carolus Torfs (“gij ziet toch aan mijn gezicht dat ze mij Sjarel noemen”), komt trekkebenend bij de balustrade staan. Hij is het “oorlogsslachtoffer” van de match op Heist-op-den-Berg. Zaterdag heeft hij “een verkeerde beweging” gemaakt, en op maandag was zijn knie zo dik dat de dokter een halve zjat bloed heeft afgetapt. Een “zjat” is een Kempense inhoudsmaat waarmee een grote kop koffie wordt aangeduid. Dat bloed is hij nu kwijt, maar zijn knie is nog altijd dik en morgen moet hij platen laten nemen.  Hij zegt dat het dit jaar gedaan is met voetballen, zijn shoes liggen al in de vuilbak.  
Moogt ge nooit doen, zegt Fokke, ge moogt nooit opgeven. Hij had zijn shoes ook tegen de muur gehangen toen hij in ’99 darmkanker kreeg, hij had er zelfs “al gedroogde bloemekes in gezet”, en hij heeft ze dit jaar toch weer van de muur gehaald.
In de kantine waar vorige keer nogal wat onrust heerste omtrent de geplande “verjonging” van voorzitter Eddy, blijkt alles letterlijk weer bij het oude. De twee verloren zonen Louis (66) en Joske (64) hebben toch hun lidgeld betaald en de ploeg zestigplussers van vorig seizoen is dus opnieuw compleet. Alleen René (62) moet noodgedwongen forfait geven. Hij is vorige winter op een besneeuwd veld onderuit geschoven en heeft een gescheurde spier in het bovenbeen, nog een chance dat het mijn genotsspier niet was!
Jef heeft “uit eigen hof” een dikke rammenas meegebracht, een ferme wortel waarvan hij voor iedereen schijfjes snijdt. Er worden pinten en moppen getapt en uit één van de veteranenjassen klinkt gerinkel van een gsm, dat zal het rusthuis zijn, ik zal vragen of ik nog een half uurke mag blijven.    

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Zaterdag staat een toptreffen op de kalender: FC Herenthout speelt thuis tegen FC Putte. Hét FC Putte mét de 72-jarige Frans De Roovere. Dat wordt de Kamp der Knarren, the Battle of the Bompa’s. Ik vraag Eddy wat zijn pronostiek is: wij gaan verliezen hè!
Achter de kantine klimt de volle maan.
In de verte blaft een underdog.

EPILOOG april 2020
In 2015 is Jef Meulemans van KFC Herenthout door de KBVB officieel uitgeroepen tot oudste actieve speler van België. Hij was toen 78. Intussen “sjot” hij niet meer, zegt Jef aan de telefoon: "Ik ben gestopt met wedstrijden op mijn 80ste. Het werd te gevaarlijk, dat risico om iets te breken". De veteranen van Herenthout bengelen dit seizoen weer in de lage regionen "omdat ze vaak niet voltallig zijn en dus geregeld forfait moeten geven". Jef doet nog wel mee met de wekelijkse trainingen “om fit te blijven, dat moet als ge 83 zijt!"                  

Foto: De Nieuwe Schakel Herenthout (blogspot)

Foto: De Nieuwe Schakel Herenthout (blogspot)

DEEL 3 DE SPRONG VAN DE ZWARTE PANTER IN WAANRODE

Vorige
Vorige

De voetbalveteranen (3): de zwarte panter van SK Waanrode

Volgende
Volgende

De voetbalveteranen (1) : de éminence grise van KFC Putte