De voetbalveteranen (3): de zwarte panter van SK Waanrode
Verschenen in Humo (oktober 2003) - (c) Jan Hertoghs
Lees hier deel 1 van De voetbalveteranen
Lees hier deel 2 van De voetbalveteranen
Doelwachter Maurice (bijna 64): "Als ik mijn dag heb, kan ik geweldig rap zijn."
Onder het doelhout staan is blijkbaar een garantie om oud te worden. De Brugse keeper Danny Verlinden is er nu 39, wat zeker respectabel is, maar hij zal nog veel ballen over de lat moeten tillen eer hij Ratko Svilar kan inhalen. Die stond op zijn vierenveertigste nog voor Antwerp te keepen, wat qua eerste klasse toch als een pensioengerechtigde leeftijd beschouwd mag worden. De oudste der Vlaamse KBVB-doelwachters is echter Maurice Broos, hij wordt eind oktober vierenzestig en is aangesloten bij de Brabantse vierdeprovincialer SK Waanrode.
Het is zondagmorgen en de weg van Diest naar Tienen slaapt nog. Zon schijnt op grind en stille rolluiken, schaduw valt van de grote linden en kastanjes, het is voorwaar een ochtend om een streekroman te schrijven. Om die roman kort samen te vatten: Waanrode ligt op een berg in het Hageland, telt 175O inwoners en draagt de officiële titel van Bloemendorp (Europese Prijs voor Uitmuntendheid in 1984 en 1990). Ondanks die Europese titel is er naast de kerk en duivenlokaal De Reisduif nog maar één epicentrum en dat is het veld van SK Waanrode.
Ook hier schijnt de zon en staan de spelers in glanzend geelblauwe tenue van Slagerij Bij Eddy op het fluitsignaal te wachten. De supporters wijzen naar onze Maurice en dat er al een gazet over hem geschreven heeft en dat de grote Sergio Quisquater zelfs met zijn tv-ploeg wilde komen. Niet dat hij gekomen is, maar hij was het wel van plan!
Maurice komt naar de lijn, nauwsluitend antraciet keeperspak, spitse snor, donkere ogen, katachtige loop, voorwaar een zwarte panter. Maar de panter staat niet tussen de palen vandaag: zijn plaats is ingenomen door een 26-jarige uit het naburige Scherpenheuvel. Volgens Maurice is die nieuwe doelman op weg naar de eerste ploeg, maar moet hij als rodage een aantal wedstrijden met de reserven spelen. Binnen een paar weken sta ik er weer in, zegt Maurice.
Maurice staat al vanaf zijn zevende jaar onder de lat. Hij is gestart bij FC Diest en heeft nadien bij honderd-en-acht zeg maar bij ontelbare ploegen gespeeld. Nu speelt hij zijn vijfde jaar bij de reserven van Waanrode. De reserven, dat is een hoger niveau dan de veteranen. Niet alleen het tempo ligt hoger, er wordt ook twee keer per week getraind, en de wedstrijd duurt twee keer de volle 45 minuten (tegenover 2 x 35 minuten bij de veteranen). Dat er nog maar weinig ouderen dat ritme aankunnen is te merken aan de veldbezetting: naast de 63-jarige Maurice zijn er amper twee spelers van boven de vijfendertig, de rest van de reserven zijn onstuimige jonge honden die vechten voor een stek in het eerste van Waanrode.
“Ik pakte alles. Die aanvallers waren ten einde raad.”
De supporters komen nieuwsgierig kijken naar de reporter, en herinneren Maurice aan de match op Bierbeek, daar waart ge den uitblinker! Maurice wijst waar Bierbeek ligt, niet alleen ginder over de heuvels, maar ook op een geweldig hoog niveau. "Die mannen hadden vorig jaar een fantastisch seizoen, alle matchen gewonnen, géén punt verloren, alleen tegen Waanrode liepen ze hun eerste gelijkspel en puntenverlies op." En dat gelijke spel heeft Maurice uit de brand gesleept. “Van overal kwamen de ballen, en altijd zat ik er met een hand of een been tussen, ik had mijn dag hé, en als ik mijn dag heb, dan kan ik geweldig rap zijn. Hoe dikwijls dat ze dachten, hij zit erin, en dat ik er toch nog bij kon. Die aanvallers waren op de duur ten einde raad, vanwaar blijfde gij komen, vroegen ze!
En dat hij als keeper liefst moosweer (=regen- en slijkweer) heeft, hoe meer moos, hoe liever. Dan kunt ge tenminste fel uitkomen en laag over de grond naar de bal schuiven, bij droog weer stuikt ge op de bal en kunt ge hard vallen. En dat Jan Ruiter en Sepp Maier vroeger zijn grote voorbeeld waren. Vooral de doelman van Bayern München lag hem nauw aan het hart, “die pakte in de lucht zonder te kijken; het was precies of zijn handen wisten waar die ballen gingen komen”.
We kijken naar de wedstrijd, Waanrode heeft geen moeite met Budingen, na een kwartier staat het al 3-0. Maurice vertelt dat hij ook nog presteert op de fiets. Twee keer per week vergezelt hij enkele ex-coureurs, dan leggen ze tachtig kilometer af tegen een gemiddelde van 26 per uur. Ik leef helemaal voor de sport, zegt Maurice. Ik drink amper en met roken ben ik acht jaar geleden gestopt, van twee pakskes per dag naar nul pakskes per dag. Dus dat keepen, dat kan nog wel tien jaar doorgaan.
Stress van de eerste ploeg
De eerste helft is voorbij, de stand is 5-0, er kraait een late haan, er graast een pony achter het doel, en er lopen twee meisjes arm in arm op de weg naast het maïsveld. Er rijdt ook een jongen op de fiets. Trage rondjes rijdt hij, om en om het terrein, zo’n dorp is het ook, waar veel van de zondag om hetzelfde draait.
Uit een krantenstukje over Maurice Broos meende ik op te maken dat Maurice een heel seizoen in de eerste ploeg had gespeeld, maar dat heb ik fout. Maurice is altijd en toujours de keeper van de reserven, hij komt niet in aanmerking voor het eerste elftal en des te groter was de schok toen hij op die éne zondag van vorig seizoen voor de eerste ploeg van Waanrode werd opgeroepen.
Voor een buitenstaander klinkt dat allicht vreemd. Hoe kan keepen in vierde provinciale nog iemand uit zijn lood brengen? Vierde provinciale, dat is toch de allerlaagste reeks, daar spelen toch alleen maar onooglijke ploegen als VC Bost, VW Hakendover en SC Orsmaal, wat kan dat nu voor schok geweest zijn?! Maar wie de ernst van het provinciale voetbal een beetje kent, begrijpt dat het voor de 63-jarige Maurice Broos was alsof ze de oude Jean Nicolay terug opriepen voor de Rode Duivels.
Maurice kijkt in de verte: “Ik zal zeggen hoe het gegaan is. De keeper van de eerste ploeg brak zijn duim, de reserve-keeper was op skiverlof, en ineens stond het bestuur aan mijn deur, of ik ze die zondag kon depanneren? Ik heb ja gezegd, maar ik ben daar een hele week mottig van geweest. Die stress van zo’n eerste ploeg, die druk, ik kon dat niet meer aan. Want die mannen spelen voor geld hé, dat zijn geen zotte bedragen, maar als ge verliest, verliezen zij toch centen, en daarmee zat ik in mijn maag. En allemaal hadden ze tegen mij gezegd, Maurice, we nemen u niks kwalijk, gelijk wat er gebeurt, ge zult ons geen kwaad woord horen zeggen, maar ik lag wakker, ik liep maar over en weer naar de wc, dat mijn vrouw op de duur zei, maar allez Maurice, nu sjotte gij al meer dan vijftig jaar en nog zo zenuwachtig! Maar ge moet u dat voorstellen. Al die supporters die ge tegenkomt, zondag is uw match, Maurice, ziet dat ge d’r staat, Maurice, dat speelt door uw kop hé! En toen was de match, en aan de rust stonden we 0-1 voor, maar toen kreeg de tegenstrever de wind mee en ineens stond ik in het schietkraam, ik heb gepakt en gebokst en weggestompt, maar twee zijn erin gegaan, 2-1 verloren, spijtig.”
Het leven heeft zich natuurlijk hervat in Waanrode; ze hebben hier wel ergere dingen meegemaakt. Zoals toen Renault Vilvoorde de deuren sloot, toen viel de helft van het dorp zonder werk, elke dag stopten hier twee bussen om honderd Renault-mannen op te halen. Maurice heeft ook nog bij Renault gewerkt, maar nu is hij natuurlijk gepensioneerd.
Hij zegt dat hij op 29 oktober zijn vierenzestigste verjaardag viert. En dat de voorzitter van de club twee dagen eerder verjaart en dat ze dan samen leggen: alle spelers die op de training aanwezig zijn, krijgen in de kantine friet met biefstuk-in-roomsaus en wijn erbij, "dat is toch rap vijfentwintig man die daar bijeen zit." En dat ze dan allemaal content zijn. Want op andere verjaardagen brengen de spelers een kebap mee, of een friet curryworst of een pistolet curryworst. Van hem krijgen ze een schone biefstuk. En dat zijn vrouw soms ook wafels bakt voor de spelers. Dan zeg ik, Simone, bakt nog eens wafels en dan bakt ze wafels.
Goed in de groep
Twee dagen later ga ik met Herman Selleslags naar de training kijken. De 39-jarige trainer van de reserven stapt almeteen op ons af, hij heeft Maurice zondag horen praten tegen mij. Heeft hij niet gezegd dat hij binnen een paar weken opnieuw onder de lat gaat staan?! Hij schudt het hoofd. Dat Maurice het maar niet snapt. Want dat hij, de trainer, hem duidelijk gezegd heeft dat hij hem dit seizoen niet meer kan opstellen. Maar Maurice wil het niet geloven: hij gaat er te hard in op, hij kan niet aanvaarden dat zijn tijd voorbij is, dat gaat er niet in bij hem. En natuurlijk mag Maurice verder naar de training blijven komen, hij ligt goed in de groep, en allemaal hebben ze respect voor hem, maar meer dan af en toe een kwartierke of halfuurke vervanging gaat het niet worden dit jaar. De trainer heeft grote plannen met de reserven, ze gaan voor de top van de rangschikking spelen dit jaar, en dan kan er in feite geen sprake zijn van zo’n oude keeper. Hij heeft nu een vervanger van zesentwintig jaar, bij de jeugd is er een goeie aankomende keeper van zestien jaar, wat moet hij tegen die gasten zeggen? Ge komt niet aan de bak, jongens, want ik heb al een keeper van bijna 64 jaar... dat gaat toch niet?! Ik moet aan verjonging denken, welke trainer denkt er nu aan veroudering?
Arme Maurice, die vandaag zijn schoonste trui heeft aangetrokken en die in het doel enkele van zijn beste karper- en snoeksprongen uit de kast haalt om de fotograaf te plezieren. Als we afscheid nemen, zegt hij dat we “honderdmaal bedankt” zijn. De trainer geeft ook een hand en voegt er grinnikend aan toe dat Maurice voor de training zijn handschoenen zat nat te maken “om meer grip te hebben op de bal”. Daar hadden ze om moeten lachen, Mauriceke, Mauriceke toch! dat gij daar zo hevig in opgaat!
Ik kijk naar de ondergaande zon achter het Hageland. Het is geen toeval dat ze nù haar laatste licht verliest.
Moed en Volharding
De Antwerpse Kempen is intussen het terrein voor de Battle of the Bompa's, zijnde de veteranenwedstrijd tussen FC Herenthout (met een kern van zéven zestigplussers, zie vorige aflevering) en FC Putte (met de 72-jarige Frans De Roovere tussen de lijnen, zie afl. 1). De wedstrijd begint om drie uur, als ik om twintig na twee aan de kleedkamers kom, is er nog weinig volk te zien. Ik dacht dat voetbalverslaggevers aan kleedkamerdeuren moesten rondhangen, maar dat heeft onze Janneman natuurlijk weer niet goed begrepen, wij zitten in de kantine, jongen, dat is de beste voorbereiding van de match! Jef zit er al een uur te kruisjassen met een ploegje veteranen. Dat ze terwijl ook bier drinken, dat is voor de zenuwen. Kalle vraagt of het klopt dat dit "mijn laatste match" is, ik zeg dat het zo is, en hij zegt dat ze allemaal een traantje zullen wegpinken als "gij niet meer komt met uw notablocske".
Monneke, trainer-voorzitter van FC Putte, heeft voor vandaag een klein selectieprobleem. Hij mist basisspeler René, "die moest ergens klinkers gaan leggen voor een garage-oprit". Eddy, trainer-voorzitter van FC Herenthout was graag met Jos en Marc begonnen, maar Jos blijft liever dichtbij de telefoon van de kantine staan, "mijn kleindochter ligt met een appendicite in het ziekenhuis, het zou kunnen dat ze mij opbellen" Marc, één van de beste veteranen van Herenthout, kan deze zaterdag niet komen "vanwege sociale verplichtingen". Hij is bestuurslid van de visclub Moed en Volharding en als daar een prijskamp te betwisten valt, dan komt hij niet.
Fons "Fokke" Bierinckx is niet content dat hij niet in de ploeg staat opgesteld. Hij beschouwt zich als één van de de trouwste zestigplussers van Herenthout, hij is woensdag naar de training geweest, hij is -goed luisteren!- élke dag gaan wandelen met zijn hond, wat wil zeggen dat hij dus héél die week getraind heeft, en "nog val ik naast de ploeg". Hij gaat dan maar op de bank zitten, mistroostig, zesde reserve zijn, het is niet gemakkelijk!
65 versus 72
Franske, de 72-jarige verdediger staat klaar bij de aftrap, hij staat dus in de basis van Putte en mag zelfs de volle zeventig minuten spelen. Het is een "geste" van Monneke, omdat ze vandaag tegen de "oudstrijders" van Herenthout spelen. Franske zal in de match de persoonlijke tegenstander zijn van de 65-jarige Jef die vorige week nog een wereldgoal scoorde op Heist-op-den-Berg. Francis komt als laatste op het veld. De supporters roepen dat hij wat rapper moet zijn, ik doen het kalmkes aan, mannen, ik heb juist een half uur achter mijn grasmachien gelopen!
Na één minuut en één scherpe voorzit scoort Jan de 0-1 voor Putte. Dat is een domper, zegt Fons, die er maar niet aan uit kan dat hij niet is opgesteld. Als ze mij willen, ben ik direct uitgekleed, mijn sportzak staat in de kantine.
Putte speelt bijna doorlopend op de helft van Herenthout, maar trapt dikwijls in een buitenspel die al even dikwijls betwist wordt, ikke? offside? gij zijt zeker blind?! Langs de lijn zijn de aanwezigen het eens dat arbiter zijn niet gemakkelijk is. "Vindt tegenwoordig nog maar eens ne mens die arbiter wilt spelen! Ge vindt ze niet meer! En natuurlijk maakt nen arbiter al eens fouten! Maar dat doet iedereen! Iedereen maakt fouten! " En dat het een ondankbare taak is, ge moogt gerust zijn, en dat het deze week toch nog schoon weer is voor deze tijd van het jaar.
Danny scoort de O-2 voor Putte, hij kan zomaar ongedekt binnenkoppen, en van dan af heeft Putte een schier onophoudelijk veldoverwicht. Keeper Wim komt in een schiettent te staan, maar slaagt erin om de O-3, de 0-4, de 0-5, de 0-6 én de O-7 van de bordjes te houden. Bij Herenthout zijn ze blij dat hij vandaag onder de lat staat. Dat gebeurt niet te vaak, hij werkt in ploegen, en dikwijls moet hij 's zaterdags in de fabriek staan.
Groot verzet
Na vijfendertig minuten van hard labeur gaan we de rust en de kleedkamers in. Bij Herenthout vragen vier spelers tegelijk om een vervanging, gewoon van de muugte. Francis gooit zijn kousen kwaad op een hoop, hij was vorige week één van de betere spelers, maar vandaag "lukt er niks" en dus is hij weg. Eddy moet de ploeg herschikken, enkele zestigers moeten zich rap gaan omkleden, maar nog altijd is Fons er niet bij. Hij begrijpt er niks van, "ik moet dus echt iemand doodslagen voor ik kan meespelen!"
In de tweede helft zijn er enkele kansen voor Herenthout. Kalle probeert het met een afstandsschot en verschalkt bijna keeper René die al veertig minuten "niks anders heeft moeten doen dan het gras aan mijn voeten tellen". Fons vindt zelfs dat ze "in de match beginnen te komen", en trainer Eddy maant zijn mannen aan tot sneller bewegen, "steekt uw groot verzet!"
De 72-jarige Frans oogst intussen bewondering dat hij het tempo makkelijk kan bijhouden, "die mens trekt zijn streng, als ge op uw tweeënzeventigste nog zo dikwijls aan de bal kunt komen, chapeau zeg ik dan!!"
Putte komt nog twee keer gevaarlijk voor de keeper, maar Wim stopt nu al de achtste en de negende gemaakte goal. In de laatste minuut scoort Herenthout bijna de 1-2, maar het schot strandt op de paal. Er wordt van het veld gegaan met een O-2, wat in Herenthout als een halve overwinning wordt bekeken in vergelijking met de pillen die we soms krijgen. Kalle is van één ding heel zeker, gij zult nog jaren naar ons moeten komen zien eer ge ons een keer ziet winnen!
De 65-jarige Jef en de 72-jarige Frans komen keuvelend van het veld, een babbel die ze al tijdens de match zijn begonnen, ze kennen mekaar al vele jaren, en zeker Jef had nu tijd genoeg om te klappen, "ik kreeg begot geen enkele bal!"
Vreemde vogels
Als iedereen onder de douche is geweest, en alle rondslingerende broekjes, handdoeken en Head and Shoulders in de rechtmatige sporttassen zijn beland, wordt er met natte haren aangeschoven aan de tafels in de kantine. Enkele sponsors trakteren naar jaarlijkse gewoonte met een mosselsouper, er zijn diepe borden, boterhammen met een dikke laag boter, en mosselen die duur zijn dit jaar, 5,48 euro de kilo, in de groothandel dan nog!
Na de maaltijd ontstaat al snel de roep "om wat café's in het dorp te gaan doen". De afspraak is in Zaal Lux, de oude bioscoopzaal waar U2, Dire Straits, The Cure, en Madness als beginnende grootheden hebben opgetreden, met als support act het legendarische zelfgemaakte stoofvlees van organisator Gust Spruyt. Zelfs Marc Dex is hier opgetreden, voegt veteraan Stafke eraan toe.
Dex en Dire Straits zijn voltooid verleden tijd. Vanavond organiseert de siervogelclub De Zingende Lijster haar jaarlijkse vogelshow en zowel de zaal als het podium staan afgeladen vol met honderden kooitjes waarboven tl-lampen hun helderste licht verspreiden. Treden vanavond op: de parkiet, de distelvink, de keep, de groenling, de kruisbek, de barmsijs, -en nooit van gehoord- de diamantduif én de lachduif. Het is een gekwetter van vogels, drinkende mannen en vrouwen, kinderen met pakjes chips, juryleden die met puntenbladzijden langs de tralies wandelen, en veteranen die in mijn oor toeteren dat ge zoiets zeker niet tegenkomt in 't stad!
Ik kan niks meer zeggen. Terwijl ik eigenlijk voorzien had om een kleine afscheidsspeech te houden. Dat de kameraadschap van de voorbije weken me veel plezier heeft gedaan, en dat ze me altijd mogen bellen als ze een goal hebben gemaakt, en nog van die grapjes, maar door dat rumoer zal het voor een andere keer zijn. Dees is Herenthout, wordt van dichtbij in mijn oor geroepen, een actieve gemeente, 94 verenigingen!
Temidden van alle rumoer kan ik dat alleen maar knikkend beamen. Ik ga er stil vandoor. En ik hoop dat ze ooit hun droom kunnen waarmaken. Om één keer te mogen spelen tegen die ouwe sjotters uit dat tv-reclaamke van de olijfolie Bertolli. Stelt u voor! Naar Italië! En sjotten tegen die mannen van zeventig-tachtig jaar! Dat moeten wij toch kunnen winnen!
Epiloog
Op 16 oktober was het voorlopige klassement van Putte, Herenthout en Waanrode als volgt:
*De veteranen van FC Putte hebben na vijf wedstrijden acht punten behaald en staan vijfde. Franske speelt nog regelmatig mee, en belangrijk nieuws, "de regionale tv komt ons binnenkort filmen".
* De veteranen-B van FC Herenthout hebben na zes wedstrijden nog nul punten. Hun doelsaldo: 4 treffers en 31 tegendoelpunten. In de laatste twee wedstrijden incasseerden ze 16 goals en trof niemand de netten.
*De reserven van SK Waanrode hebben na vijf wedstrijden het maximum van vijftien punten, maar keeper Maurice heeft van die vijfmaal negentig minuten slechts een half uur tussen de palen gestaan. De trainer geeft nog steeds de voorkeur aan zijn jongere collega. Maurice zelf heeft de moed nog niet opgegeven: "Misschien maak ik nog een kans als die jonge gast op zondagmorgen niet uit zijn bed geraakt."