Hoe zijn we in tijdnood geraakt? (1): het Vlaamse gezin en zijn dagelijkse 'rit tegen de tijd'

September is druk. De vakantie zit erop, de school is opnieuw begonnen, ouders worstelen weer feller met het evenwicht tussen werk en privé, en tegelijk is er elk weekend veel te doen. Want na een lange corona-stilte zijn er de versoepelingen en die brengen volgens sommigen een 'tsunami' aan vrijetijdsactiviteiten teweeg. Vandaar het gevoel van een tekort aan tijd.
Maar ook twintig jaar geleden kampte men al met tijdsdruk en tijdsschaarste.
Daarover gaat deze reeks: hoe we onze tijd zijn "kwijt" geraakt.
 
Humo dec. 2000 - jan. 2001 / serie toen onder de titel "Waar is de tijd?" - herwerkt en ingekort © Jan Hertoghs

Ingescand uit Humo/ ill. Wim Schamp

Ingescand uit Humo/ ill. Wim Schamp

"In de gezinnen is het nu zoals in de bedrijfswereld: alles is just-in-time geregeld."

Een gemiddelde Amerikaan slijt zes jaar van zijn leven in de file en staat zes maanden voor een rood licht. Ook spendeert hij twee volledige jaren aan het tevergeefs telefonisch willen bereiken van andere Amerikanen. C’est la vie zou de gemiddelde Italiaan zeggen en die spendeert twee jaar van zijn leven aan het zoeken naar een parkeerplaats. 
Hoe de gemiddelde Vlaming omgaat met tijd en tekort aan tijd, dat hebben de VUB-professoren in de sociologie Mark Elchardus en Ignace Glorieux onderzocht.  

Humo: In deze serie zoeken we naar de wortels van onze tijdsdruk en tijdschaarste. Waar liggen die wortels ergens? 
Elchardus: «Vroeger lag alles veel vaster dan nu. Winkels sloten op vaste uren, gezinnen aten op vaste uren, bedrijven begonnen op vaste uren, die ordening lag heel vast. En nog belangrijker, we hadden de bufferfunctie van de huisvrouw! Zij was altijd thuis, zij was altijd beschikbaar, zij smeerde ‘s morgens de boterhammen, zij ving ‘s middags de kinderen op en zij regelde het eten als vader ‘s avonds toevallig wat later thuiskwam. Vanaf de jaren ‘70 zijn die twee zekerheden weg gaan vallen. Uren van bedrijven zijn flexibeler geworden, en de vrouw is haar plaats gaan innemen in het arbeidsproces waardoor die tijdsbuffer van de huismoeder wegviel.
In de gezinnen is het -net als in het bedrijfsleven- allemaal just in time geworden. Vroeger had een bedrijf zijn magazijn met onderdelen en als men iets nodig had, dan haalde men dat uit het magazijn. In de gezinnen is het net zo. De moeder was de voorraad met tijd, ze was altijd aanwezig, ieder kon er naar believen uit putten en het gezinsbedrijf liep op wieltjes. Dan begonnen de bedrijven hun magazijnen te liquideren omdat het te duur werd om voorraad “zomaar” te stockeren. En de moeder ging het huis uit omdat het voor veel gezinnen “te duur” werd om één potentiële arbeidskracht thuis te houden; én veel vrouwen wilden zich ook ontplooien in een arbeid buitenshuis. 
Het gevolg is dat zowel bedrijven als huisgezinnen kwetsbaarder zijn geworden qua tijd. Als de vrachtwagens - die nu de rollende stocks zijn - niet just in time kunnen leveren, dan loopt het tijdschema van de hele fabriek in de war. En als de moeder bij noodsituaties -zoals een kind dat ziek wordt- niet meer kan inspringen, dan loopt in het gezin ook alles in de soep. 
Glorieux: «Je zou in de keukens van de Vlaamse gezinnen moeten kunnen kijken: al de briefjes en post-its die daar hangen van wat er in de dag en in de week allemaal moet gebeuren. En je zou ze ook moeten zien opstaan en ontbijten. Hét gesprek van de ochtend zijn de afspraken; vader en moeder die alle momenten van de dag overlopen om te bepalen waar één van de ouders just-in-time aanwezig moet zijn. En het minste wat dat tijdschema kan verstoren, - te laat gedaan op het werk, te laat thuis met de auto- brengt stress en drukte en nervositeit te weeg.
Humo: Op vijftig jaar is de arbeidstijd nochtans alleen maar afgenomen, en toch hebben we het nu drukker. 
Glorieux: « Eind de jaren vijftig hadden de meeste gezinnen één kostwinner, dat was de vader, en die werkte gemiddeld zesenvijftig uren per week: arbeiders zo’n 58,5 uren per week en bedienden 54 uren per week. Nu werkt de samenwonende of getrouwde man gemiddeld zo’n 42 uren per week. Mannen zijn dus op dertig jaar gemiddeld 12 à 16,5 uren minder gaan werken. Als het niet nog minder is! Want in dat gemiddelde van die 42 uren zitten ook zelfstandigen die sowieso langere werkweken maken. De man is dus gemiddeld veertien uur minder op zijn werk, maar de vrouw is nu gemiddeld 23,5 uur afwezig voor hààr job. En daar zit natuurlijk de knoop als we spreken van tijdsdruk: er wordt binnen de gezinnen meer tijd aan loonarbeid besteed. Tel het maar bij elkaar. De 42 uren van de man en de 23,5 uren van de vrouw, dat maakt meer dan 65 uren tegenover die 56 uren van de jaren vijftig.
Humo: En de meeste tijdsdruk komt allicht op de vrouw terecht?
Glorieux: « Ja. Eens zij thuis is, zal iedereen weer op haar vrije tijd beroep doen. Zij blijft die bufferfunctie ten dele behouden ook al gaat ze parttime of fulltime werken. 

Elchardus: « Bij tijdsdruk verwijst men haast automatisch naar arbeid, en arbeid structureert inderdaad de tijdsindeling van onze dag, maar een heel groot deel van de tijdschaarste ontstaat volgens mij in de vrije tijd. In de vrije tijd ontstaan dwingende gedachten zoals het idee dat je “aan sport moet doen” of dat je “naar de fitness moet gaan omdat je op het werk al zoveel stil zit”. In de vrije tijd botst alles, want op elk moment is er de vraag: ga ik nog wat werken (want ik heb wat werk mee naar huis genomen), ga ik met mijn kinderen bezig zijn, ga ik op tv naar die film kijken, ga ik dat boek lezen dat ik al zolang moet gelezen hebben, ga ik naar de vereniging waarvan ik de twee laatste vergaderingen gemist heb, of misschien zou ik nog beter wat saxofoon oefenen, of ik zou nog eens bij de buren moeten langs lopen, of ik zou die vrienden nog eens moeten uitnodigen die we al een half jaar niet gezien hebben, dat zijn volgens mij de tegengestelde ambities die de mensen het meeste stress geven en die hen opzadelen met dat gevoel dat ze onvoldoende tijd hebben. 

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Humo: Werk geeft dus minder tijdsdruk dan vrije tijd. Dat is bijna niet aan te nemen als je naar de stresserende job van bandarbeiders, caissières of vrachtwagenchauffeurs ziet.
Elchardus: «In die beroepen zit inderdaad veel tijdsdruk omdat ze tegen de klok moeten werken en nogal onderhevig zijn aan flexibiliteit: de ene dag moeten ze vroeger komen dan de andere en die uurroosters worden soms maar op het laatste ogenblik meegedeeld, wat nog voor extra-stress en nervositeit kan zorgen.
Glorieux: « Het zijn ook de beroepen waar je je tijd niet zelf mag indelen. Het is inderdaad stresserend als je doorlopend te horen krijgt: dit moet binnen tien minuten af zijn of je moet zien dat je dààr om twaalf uur bent. Maar het is wel zo dat de groep van werknemers die in dergelijke patronen werkt, met de jaren lichtjes afneemt.
Elchardus: «Het gaat er ook niet om dat we de tijdsdruk in die beroepen willen ontkennen, maar het gaat ‘m om het totaalbeeld. Als je de mensen hoort praten, dan is werken het domein van de dwang en de noodzaak (“ik moet gaan werken”) en de vrije tijd is dan -zoals de term het suggereert - het domein van de vrijheid. Maar dat is een compleet achterhaalde visie. Het aantal jobs dat strak georganiseerd is neemt af en het aantal jobs waarin mensen de vrijheid krijgen om zich te ontplooien en waarin mensen een gevoel van eigenwaarde kunnen opdoen, dat neemt toe. 
Dus op het vlak van de arbeid zie je meer vrijheid komen, maar op het vlak van de vrije tijd zie je meer dwang en werken komen. Mensen worden zwoegers en zweters in hun vrije tijd, ze zijn behept met produktivisme, het zijn Stakhanovisten die een boek gaan zitten lezen omdat dat hun plan was: “ dit weekend wil ik dit boek uitlezen!” En dan klopt er toch iets niet meer. Dat men qua arbeid soepele uren en werkvoorwaarden krijgt en dat men zich in de vrije tijd een alsmaar strakker schema gaat opleggen. 
Er zit toch iets fout in onze cultuur als de mensen nog wel voldoening aan hun werk kunnen beleven omdat de verwachtingen daar nog op een normaal niveau liggen, en dat ze bijna gedoemd zijn om als een mislukkeling door hun weekend te dolen omdat de verwachtingen daar zo ongelimiteerd zijn dat niemand ze kan halen. Als ik onderzoek doe, kom ik geregeld mensen tegen die zeggen: ik zou zot zijn dat ik thuis wil zitten, ik zit liever op mijn werk. Want werk is werk, ik weet duidelijk wat mijn taak is, en als ik thuis ben, dan moet ik op elke moment kiezen tussen tien of twintig bezigheden die allemaal even dringend op mij liggen te wachten. 
Als onze maatschappij een probleem van tijd heeft, - en dat heeft ze in die zin dat veel mensen zich geleefd voelen, zich gehaast en gestresseerd voelen-, dan ligt de sleutel in de vrije tijd. In debatten omtrent onthaasting verwijst men bijna altijd naar het werk, maar ik denk dat we ons moeten onthaasten in onze vrije tijd. Misschien moet ik niet al die boeken proberen te lezen? Misschien moet ik niet altijd met mijn kinderen bezig zijn? Misschien moet ik niet al mijn tijd in dat huis stoppen opdat het er zou uitzien zoals in de boekjes.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

 De intellectueel heeft het druk
Elchardus: « Anderzijds… al die mensen die het zo druk hebben en die meer tijd aan hun kinderen en hun partner en cultuur willen besteden, die besteden de helft van hun vrije tijd aan tv kijken! Naast werk en school is televisie onze voornaamste tijdsindeler. Men haast zich bij andere bezigheden om rustig voor de tv te kunnen zitten.
Humo: Als we minder uren werken en als de tijdsnood vooral in de vrije tijd opduikt, mogen we dan zeggen dat het tijdsprobleem een luxeprobleem is?
Glorieux: « Dat zou ik niet zeggen. Dat just-in-time-principe weegt toch op de samenleving. Op zich zijn het allemaal kleine zorgen - dat in de file staan, dat wachten op een overvolle tram, dat moeilijk vinden van naschoolse opvang, dat haastig vervoeren van de kinderen naar de school en de sportclub, - maar de som van al die kleine zorgen hebben onze tijdsordening wel tot een maatschappelijk probleem gemaakt.  
Elchardus: « Anderzijds moet ik zeggen dat veel van die interesse voor tijdsdruk en tijdschaarste voortkomt uit de kleine groep van de hooggeschoolde klasse. Omdat er nu een flexibiliteit van de hooggeschoolde bestaat, omdat de intellectuelen het ineens druk hebben, wordt erover gepraat. Want het zijn de intellectuelen die het nieuws in de kranten en de televisiejournaals bepalen. Het is hun perceptie van de maatschappij die het haalt op andere percepties. Het zijn hun zorgen die ze projecteren op de hele maatschappij. En veel mensen zullen dat idee van gejaagdheid en stress herkennen, maar er zijn zeker ook grote groepen die zich daarin niet herkennen. 
Humo: Wat is die “flexibiliteit van de hooggeschoolde”?
Elchardus: « Dat is het werkpatroon van werknemers in hooggeschoolde (en goedbetaalde beroepen die hun tijd zelf mogen inrichten naargelang de behoeften van het werk. Dat klinkt heel mooi, maar dat brengt vaak onvoorspelbare werkdagen mee en werktijden van zestig uren per week omdat die werknemers zich zo uitleven in die job dat ze er helemaal door opgeslorpt worden.
De groep van werknemers die in dat ‘vrije’ stramien zit, neemt trouwens toe. Uit een in 1995 gehouden onderzoek bij universitair gediplomeerden bleek dat 31% van de vrouwen en 54% van de mannen bij de aanvang van hun dagtaak niet op twee uur na kon voorspellen wanneer hun werkdag zou eindigen. Je begrijpt dat het in die gezinnen wel ‘s mis kan lopen met de just-in-time.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

 De klauw van het bedrijf
Elchardus: « Die flexibilisering van de arbeid zwengelt op zijn beurt weer andere flexibilisering aan. Want die werknemer met zijn zestig uren wil bijvoorbeeld dat winkels en supermarkten nog laat open zijn. En als zo’n warenhuis daarmee instemt, dan brengt dat mee dat het personeel van dat warenhuis zijn uren ook zal moeten aanpassen.
Nog een gevolg van die flexibilisering van de hooggeschoolde zal de groei zijn van allerlei persoonlijke dienstverlening. Want omdat die werknemer een goed loon heeft en omdat niet alle winkels lang openblijven, zal hij beroep doen op diensten die wél soepel voor hem klaar staan.
Humo: Zien jullie een toekomst voor de zogenaamde comfortdiensten: bedrijfjes die het op zich nemen om je boodschappen te doen, je kleren te kopen en je hond uit te laten?   
Elchardus: «Dat kleren kopen en de hond uitlaten zal marginaal blijven, denk ik. Maar op het vlak van dringende huishoudelijke taken zoals wasgoed binnenbrengen op je bedrijf of je boodschappen op kantoor laten brengen zie ik die diensten zeker toenemen. Persoonlijk zou ik dolgelukkig zijn indien ik mijn boodschappen kon uitbesteden; ik word er halfzot van als ik een uur in een grootwarenhuis moet rondlopen. En wat haast overal een knelpunt is, is kinderoppas. Elk initiatief dat daaraan tegemoetkomt, zie ik succes hebben.  
Glorieux: « Het systeem van de onthaalmoeder is in wezen ook al een comfortdienst. Omdat je het thuis zijn voor de kleine kinderen uitbesteedt aan een ander.   

 Werknemer wordt topsporter
Humo: Klopt het dat we slechts tien procent van ons leven werken en dat we met die loonarbeid negentig procent van ons leven kunnen betalen?
Elchardus: « Als je slapen erbij rekent, dan neemt bezoldigde arbeid inderdaad tien procent van ons leven in. Anderzijds is die tien procent wel dé grote tijdsindeler in ons leven en in onze maatschappij. Dertig procent van ons leven liggen we te slapen, maar dat heeft bijlange niet hetzelfde effect op onze maatschappij als die tien procent arbeidstijd. Want die tien procent bepaalt zowat dertig jaar hoe je je dagelijks leven indeelt, en ze bepaalt dan nog eens dertig jaar met welk pensioen je moet rondkomen."
Elchardus: « Wij gaan vanaf 2001 ook onderzoek doen naar de grote tijdscycli in het leven. Dat jongeren langer studeren en thuis blijven en dat jonge gezinnen later met kinderen beginnen. Dat willen we in kaart brengen. Vroeger was het simpel:  je studeerde, werkte, trouwde, kreeg kinderen, en je behield dezelfde baan tot je op pensioen ging. Nu lopen al die fases door elkaar, nu werkt en studeert men tegelijk en nu krijgen moeders nog kinderen als ze bijna veertig zijn. Glorieux: « Ook van de gepensioneerden willen we heel wat te weten komen. Neem de mensen op brugpensioen. Dat zijn vaak  ouderen die tot hun vijfenvijftigste voor hun thuisblijvende kinderen hebben gezorgd en die direct daarna voor hun ouders van tachtig jaar moeten beginnen zorgen!     
Elchardus: « Veel is veranderd in die levenscycli. Vroeger werden de mensen zeventig jaar en hun arbeidstijd werd uitgesmeerd tussen 18 en 65 jaar. Nu worden we tachtig, negentig of honderd jaar, we hebben een veel langer leven voor de boeg, en toch worden onze arbeidsjaren samengeperst tussen de leeftijd van 25 à 55 jaar. Dat is geen werken meer, dat is topsport.  >

sport.png

Humo: Er zijn de topsporters die door het leven hollen, en er zijn de anderen. Volgens jullie leven we in een maatschappij met twee snelheden.
Elchardus: « Je hebt effectief een groep van mensen voor wie een goed leven een snel leven is. Mensen die stressbestendig zijn, mensen die van een snel ritme houden, mensen die sneller praten, sneller to the point komen, sneller rijden en sneller communiceren met gsm en internet. En je hebt mensen die door opleiding, beroep, leeftijd of zelfgekozen levenswijze trager door het leven gaan.  
Glorieux: « En soms botsen de tempo’s van die twee groepen. Gisteren was er in het journaal een item over Oxford Street waar op het voetpad een aparte strook is afgebakend voor de gehaaste voetgangers, zijnde de drukke zakenman of de bediende die naar zijn werk ijlt en die niet wil opgehouden worden door slenterende shoppers. Weet je waar ze ook twee snelheden mogen invoeren? In de tankstations! Daar mogen ze een snelpomp zetten, want als ik gehaast ben, dan kan ik me soms toch ergeren aan mensen die traagjes hun portefeuille nemen, trààgjes hun code intikken en TRAAGJES die dop eraf draaien!Elchardus: « Weet je waar al drié snelheden zijn? In de Delhaize! Daar is de gewone kassa, de snelkassa en de kassa waar je zelf kan scannen. En aan die scan-kassa zie je de gehaaste jonge mensen die nu niet langer ‘gehinderd’ worden door de gepensioneerden want die bejaarden zijn te bang om zo’n scanner te gebruiken. (sakkert) Ja, die oudere mensen. Heel de week hebben ze tijd om te gaan winkelen en dan komen ze nog op zaterdag hun boodschappen doen! 
Humo: Straks ga je de gepensioneerden nog verplichten om in de daluren te winkelen.
Elchardus: « Ach, ik weet ook wel dat die mensen élke dag willen komen omdat de supermarkt voor hen een vorm van sociaal contact is, maar je merkt toch dat die twee snelheden er zijn en dat er effectief onverdraagzaamheid ontstaat van de snelle tegenover de trage groep.
Glorieux: « Kijk naar de spoorwegen, ze maken de trein zo goed als gratis voor zestigplussers en daar krijg je nu ook wrijvingen tussen die trage groep gepensioneerden en de snellere pendelaars! (Bij de NMBS kwamen klachten binnen dat de treinen “enkele minuten per uur” vertraging leden door al die zestigplussers die trager in- en uitstappen. De maatschappij gaat nu een campagne opzetten waarin ze “de senioren vragen om de spitsuren te mijden”jh)

Humo: Waarom zijn we zo gefixeerd op snelheid en tijd besparen? De HST verbinding onder Antwerpen-Centraal levert in wezen maar luttele minuten tijdsbesparing op, maar het kost wel zeven jaar tijd en vijftien miljard Belgische frank om dat “wonder” te verwezenlijken! 
Elchardus: « De obsessie met snelheid is in elk geval een diepgeworteld cultureel gegeven. We hebben snelheid al eeuwen als een vorm van vooruitgang gezien. En nu is het die HST, maar ooit was het de postkoets. En als iemand een auto koopt, moét hij rapper zijn dan de vorige.  Kijk in de autofolders en wat zie je: optrekken van nul naar honderd kilometer in x seconden! Terwijl een mens zich afvraagt waar je nog honderd kilometer per uur kan rijden in het huidige verkeer! 
Glorieux: « Mensen vallen nog altijd voor snelheid. Voor elk nieuw computertype dat op de markt komt, is er belangstelling omdat hij sneller is dan zijn voorgangers."
Humo: Traag zijn of zeeën van tijd hebben is uit den boze.
Elchardus: « Ja. Absoluut niémand van al die mensen die het “druk-druk” hebben zal bijvoorbeeld ooit willen ruilen met de zeeën van tijd van een werkloze. Liever heeft men tijd te weinig dan tijd teveel.  Tijd teveel hebben is een belangrijk probleem van werklozen. Dat blijkt uit alle studies die we gemaakt hebben. Omdat ze geen werk hebben, omdat ze niks hebben dat hun tijd structureert in arbeidstijd en vrije tijd, worden hun dagen eindeloos en verliezen ze alle fut om nog ergens aan te beginnen. Er is niks zo verschrikkelijk als tijd hebben die gedood moet worden. >

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Humo: Er is e-mail, gsm, microgolfoven, en diepvriesvoeding, men heeft alles om het leven makkelijker, simpeler en sneller te laten verlopen, en nog blijft men tijd te kort hebben. Dat is een merkwaardige paradox terug te vinden bij de Zweedse economist Staffan Linder.
Elchardus: « Ja, Linder heeft die paradox omstandig uitgelegd in  “The Harried Leisure Class” (vrij vertaald: “Het gekwelde herenleven”, een boek uit 1970,jh) En zijn stelling is: veel van die zogezegde tijdbesparende toestellen kosten meer tijd dan dat ze tijd besparen. Als je een wasmachine koopt, dan gaat dat sneller dan met de hand wassen, maar je moet eerst het geld verdienen om ze te kopen, je moet een hogere waterrekening en milieuheffing betalen, je moet nieuwe wasprodukten kopen, enzovoort.  
Humo: Wat je aan tijd bespaart in het wassen, moet je investeren in werken en geld verdienen. 
Elchardus: « Ja. En Linder is dan nog één belangrijke factor vergeten: naarmate die toestellen er zijn gekomen, zijn ook onze normen fel verhoogd. Wij willen veel properder kleren dan vroeger, dus zullen we blijven geld uitgeven aan betere wasmachines en betere wasprodukten. Ook op het gebied van voeding zijn onze eisen hoger gaan liggen. Wij willen variatie in de voedingsmiddelen - Oosters, Afrikaans, Spaans, Italiaans- maar we willen ook afwisselen in de bereidingswijze, wij willen aan de slag met kookpot, wok, fondue, gourmet en dies meer. En dan gaan we kookmagazines kopen, en kookboeken raadplegen, en in krantenbijlagen lezen welke wijnen we bij welke schotels moeten kiezen, en zo gaat dat door, en zo blijven we bezig.
Humo: En zo vliegt de tijd heen. Vandaar het alternatief: als je minder consumeert, dan hou je vanzelf tijd over. 
Elchardus: « Tja, wie geen auto koopt, moet er niet voor gaan werken en staat er ook niet mee in de file. Dat is het principe, maar de realiteit is anders. Kijk, met de jaren zijn onze bedrijven steeds meer materiële goederen gaan produceren op steeds minder tijd, en heel wat producten zijn daardoor goedkoper geworden. Als je dus met weinig comfort tevreden bent, dan moet je daar nog amper voor gaan werken en geld verdienen. Een Brits historicus heeft dat berekend en volgens hem kunnen we anno 2000 met een paar minuten te werken per dag het comfortniveau van 185O halen.
Humo: Dat is niet slecht.
Elchardus: « Jaja, maar je moet dan ook de levensstandaard en de levensverwachting van 1850 aanvaarden hé, toen leefden de mensen hooguit tot hun veertig jaar. Maar zoals je ziet: onze samenleving heeft niet voor dat model van minder werken en meer vrije tijd gekozen. Onze samenleving heeft altijd radicaal voor meer geld en meer welvaart gekozen. En minder arbeid wordt alleen maar aanvaard als het niet ten koste gaat van die materiële welstand. >

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Méér geld!
Glorieux: « We hebben de vraag naar meer inkomen of meer vrije tijd gesteld aan alle loontrekkenden in ons tijdsbudget-onderzoek.  Wil u per jaar 13.140 frank netto meer verdienen of wil u vijf dagen extra vakantie / één keer per maand een halve dag vrij / 75 minuten per week minder werken / 20 minuten per dag minder werken. En 49% van de ondervraagden (in 1999) koos voor het geld. En heel opvallend: er kiezen nu méér mensen voor het geld dan elf jaar geleden! In ’88 koos 37% voor het geld en nu kiest 49% voor het geld. En de loontrekkenden van ’88 zaten toen nog in de nadagen van de crisis!
Elchardus: « Men zit nu ver van de crisis, men heeft nu beduidend méér geld dan in ’88 en toch kiest men voor nog meer geld en niet voor meer vrije tijd!
Humo: Dat relativeert toch sterk dat probleem van de tijdsdruk waar iedereen zogezegd mee kampt. Omwille van het geld en het comfort wil men zelfs meer tijdsdruk incasseren.
Glorieux: « Het was voor ons ook een opvallende vaststelling. Uit die tabellen bleek dat slechts tien procent van de loontrekkenden voor een maandelijkse, wekelijkse of dagelijkse werktijdverkorting koos. Je zou nochtans zeggen dat zo’n verkorting van de werktijd een remedie is voor die dagelijkse drukte waarover men klaagt. Maar weinigen zijn ervoor gewonnen. Wat ook opvallend is: 49% koos voor meer inkomen, 10 % koos voor minder werkuren, en 39% van de ondervraagden kiest voor meer vakantie. Wat hetzelfde is als wensen dat je werk in nog minder werkdagen wordt samengeperst!
Humo: Als de Vlaming zo naar de loonzak neigtt, dan zal hij allicht ook niet gewonnen zijn voor het idee van “ minder consumeren = meer vrije tijd”.  
Elchardus: « Op zich is dat principe van minder consumeren en meer tijd hebben juist, en mensen kunnen volgens mij best met minder tevreden en gelukkig zijn, maar de mensen die daarvoor pleiten, zien te gemakkelijk de materiële ongelijkheid in deze samenleving over het hoofd. Kijk, die argumenten om te onthaasten en om minder te consumeren, komen vooral uit de groene hoek, maar dat zijn vaak mensen uit de hogere middenklasse. Die kunnen natuurlijk over minder consumptie spreken terwijl ze tegen een kastje leunen waarin een dure geluidsketen staat (lacht). De mensen staan onder sociale druk om te consumeren hé. Kijk in de boekskes. Altijd is er een mooier huis, een mooiere keuken, een mooiere auto. En dus moeten ze een beter loon hebben om dat nieuwe ideaalbeeld te bereiken.
Elchardus: « Zo is dat. In een ongelijke samenleving wordt het consumptiepeil van de mindere inkomens aangezwengeld door het consumptiepeil van de hogere inkomens. De minderbegoeden kijken altijd reikhalzend uit naar de volgende consumptiedrempel die ze kunnen nemen. En die beweging kan pas stoppen als er meer gelijkheid komt tussen de inkomens.  >

Ingescand uit Humo/ Kamagurka

Ingescand uit Humo/ Kamagurka

Humo: Een rem zetten op je activiteiten in de vrije tijd zou een flink deel van je tijdsschaarste kunnen oplossen.
Elchardus: «Als je in je vrije tijd geen duizend-en-één activiteiten aanvangt, maar tevreden bent met enkele activiteiten, dan ga je gelukkiger zijn. Dat is geen economisch model, dat is levenskunst. Maar ja, de vrije tijd heeft een geweldige vaart genomen. In de eerste Amerikaanse onderzoeken naar tijdsbesteding uit de jaren dertig was een sigaretje roken toen nog een activiteit in de vrije tijd. Dat was een ontspanning naast de arbeid net zoals “een ritje maken met de wagen” of “radiomuziek beluisteren”. Intussen zijn dat secundaire activiteiten geworden. Rijden, roken en radio luisteren vallen niet meer op als vorm van ontspanning, als activiteit in de vrije tijd. Dat is “achtergrond” geworden bij het snellere leven van elke dag.  
Humo: Van mensen die het druk hebben wordt gezegd dat ze geen tijd meer hebben voor “de anderen”, geen tijd voor de buren, voor familie, voor een praatje op straat.
Glorieux: « Iedereen zegt dat, maar ook dat blijkt niet uit ons tijdsonderzoek. Vlamingen brengen gemiddeld tién uur per week door bij familie, ze gaan 7,5 uur per week op visite en naar recepties, en ze besteden gemiddeld anderhalf uur per week aan sociale babbels via de telefoon. 
Humo: Leert jullie tijdsbudget-onderzoek ook iets over het onthaasten in de Vlaamse gezinnen?
Glorieux: « De enigen die onthaasten zijn de mannen in het gezin. Op het gebied van huishoudelijk werk doen ze nog minder dan elf jaar geleden!  

Deel 2: het krappe weekend en de versnipperde vrije tijd

Vorige
Vorige

Hoe zijn we in tijdnood geraakt? (2): meer vrije tijd en toch meer opgejaagd

Volgende
Volgende

11 september (2): Mohammed Atta, de student stedenbouw die architect van de aanslagen werd