Op huisbezoek met Sint en Piet (2) : in Antwerpen

Piet Fred vult het zwartwitte kruiswoordraadsel in. © Jan Hertoghs

Piet Fred vult het zwartwitte kruiswoordraadsel in. © Jan Hertoghs

"Sint Niklaas kapoentje, geef ons een miljoentje, zet het op de rekening, dan maken wij een tekening!"

Plaats van afspraak is de koekenstad Antwerpen, meer bepaald een pluralistische stadsschool waarbij onder pluralisme verstaan wordt dat de sintenmijter géén kruis heeft en dat hier drié Sinten en zés Pieten klaarstaan om op huisbezoek te gaan. Onze sint voor vandaag stelt zich voor als Erik. De twee pieten mag ik gemeenzaam aanspreken als Fred en zelfs Magda.
In de schoolrefter heet Sint Erik me hartelijk welkom. Zijn stem was me aan de telefoon al opgevallen en nu hoor ik het heel duidelijk: deze sint klinkt als Clement Peerens, dus ook dat ongemeen forse dialect en evenzeer die gruizige korrel in het timbre. Hij zegt dat Humo van geluk mag spreken aangezien ik op pad zal gaan "met het Dreamteam". Dat team bestaat uit Fred, restaurateur in de stadsmusea en éénendertig jaar piet-ervaring. Magda, kinderverzorgster in een peutertuin, en tien jaar knecht-ervaring. En Erik (werkzaam op de personeelsdienst van het OCMW) en al éénentwintig jaar in het vak: "eerst veertien jaar Piet en dan stilaan opgeklommen" De anderen smoezen dat Erik graag Sint is omdat hij overal de mama's op zijn schoot noodt. Erik grijnst, the Saint is a tough job, but someone's gotta do it!
We staan klaar bij de auto, maar Fred moet nog eerst even plassen ("heuj heuj, hier staat een Zwarte Piet met een wit pietje in zijn handen!") Ik ben nu wel zeker dat we op schoolreis vertrekken.

Megaflinke kinderen
Chauffeur Tom (dagelijks "op de baan" als vertegenwoordiger) houdt de deur van de VW Passat open. Erik zegt dat zo'n chauffeur en extra-man geen luxe is: "Ge zit hier in de stad, ge komt in wijken waar ze de sint al eens willen provoceren, dan is het goed dat er een 'burger' bij is. Die kan dan gendarm spelen en orde op zaken stellen. Sint en Piet mogen zich op zo'n moment niet moeien. Als er gescholden wordt op straat, moeten wij sereen blijven, mogen wij niet uit onze rol vallen." En dat zij overàl komen, zowel in de villa's in Aartselaar als in de klein huizekes van de Seefhoek. Dat noemen zij "het plezante van dees job, die mix van sociale milieus". Voor Fred zijn de marginale gezinnen zelfs de plezantste gezinnen, "daar zijn ze nog ongecompliceerd, daar spreken ze niet van: o ja, Sint, zou u ook nog willen vermelden dat..." en hij mimeert een pruimig ABN-mondje. Dan liever de marginale bomma's! "Daar was er één bij die wou de sint opvrijen! Die ging op zijn knie zitten en die ging er niet meer af! Sintnikloas, ik wil mè a mee nor Spanje! Gaj zè ne farme vent!"
De Sint knikt: alles is beter dan de overbezorgde bomma's van de middenklasse, "dat ge binnenkomt en dat ze tegen u al beginnen dat de kinderen toch méér zouden moeten helpen thuis. Ik zat nog niet op mijn stoel!"

Het “Dreamteam”: vlnr Magda, Erik, Fred en chauffeur Tom. © Jan Hertoghs

Het “Dreamteam”: vlnr Magda, Erik, Fred en chauffeur Tom. © Jan Hertoghs

We komen op het eerste adres. Erik belt aan en bij het binnengaan schakelt hij moeiteloos over op een geschaafd Nederlands dat met een belegen brom uit zijn baard komt. Dag Mama! Dag Lieve Kinderen! Er wordt een mooie stoel aan de keukentafel geschoven en de Sint zegt dat hij flinke, heel flinke en megaflinke kinderen onderscheidt, en uiteraard zijn we "hier bij de mega's beland". 't Is jeugdig jargon en de sint zal later zeggen dat hij "beroepshalve" regelmatig naar Ketnet kijkt. Er moet een nagelbijtertje bij de Sint komen: wat ze vorig jaar hadden afgesproken? Een lipje gaat trillen, een traantje blinkt en Erik moet het opkomend verdriet sussen,  "dan proberen we dit jaar ermee te stoppen, afgesproken?"
Traantjes worden zeldzaam, zal het gezelschap later zeggen, "kinderen van nu zijn veel assertiever, die zijn niet langer bang of onder de indruk van ons".
Onderweg naar het tweede adres neemt Erik zijn blad Nuttige Inlichtingen en hij oefent alvast de voornamen van de volgende kinderen (Sietse, Matthias, Fenne) alsook de juiste aanspreking van de grootouders. Hier is het oma-opa, maar het kan ook vake-moeke zijn of bomma-bompa, én alle variaties die we vandaag nog gaan tegenkomen: pépé-mémé, bonnie-bompie, omie-opie, en zelfs grootmoeders die "bomsie" en "mimie" heten!  

Flaptop
In dit huis en in àlle huizen van vandaag gaat Erik gebukt naar binnen. Niet dat de huizen te klein zijn, maar "lusters zijn làstig" voor een mens met een mijter. In het stijlvolle interieur zitten opa en oma, twee paar ouders en alle kleinkinderen aan een feestelijk ontbijtbuffet. Dat is de trend, zal Erik later zeggen, "Sinterklaas is stilaan een familiefeest aan het worden" en zo kunnen de vele geschenken van de verschillende gevers "gecentraliseerd worden op één adres". De Sint vraagt om Sinterklaas Kapoentje te zingen. Hij vindt het goed dat de kinderen 'gooi wat in mijn laarsje' gezongen hebben, en niet "gooi wat in mijnen bottien, want daar kan meer in." Dat heeft hij eens twee hebberige kindjes horen zingen, "met name Didjeeke Reynders en Iefke Leterme!" 
Wat nu al opvalt, is dat de knechten Fred en Magda een stille rol hebben. Normaal nemen de Zwarte Pieten àltijd de flauwe woordspelingen en de gekke lapsussen op zich, maar hier doet de Sint het hele werk: flaptop in plaats van laptop, Megawindy in plaats van MegaMindy, of zijn geliefkoosde stopwoord: alle gekheid op een stafje! Met die scherts mikt hij op de grotere aanwezigen. Zo ook met de berisping dat die groten bij het zingen van de stoomboot juist moeten zingen. Dus niét "hoe huppelt zijn paardje, het dekt op en neer". En als iemand zich afvraagt wat dat rode boek is op zijn schoot: "Dat is het boek van goed en kwaad, en niet den Humo van deze week!" Voor elk wat wils, dat is de core business van de huursint.

De plaatselijke middenstand volgt met belangstelling de intrede van de Sint. © Jan Hertoghs

De plaatselijke middenstand volgt met belangstelling de intrede van de Sint. © Jan Hertoghs

Mondje dicht!
Bij het volgende gezin zitten de kinderen in hun pyjama op de sofa? Dee armpjes rond de knieën geslagen, de ogen nog groot van ontzag en verbazing, de stemmen veel bedeesder dan op gewone dagen. Het is een vertederend gezicht en als we in de auto stappen, kunnen we alleen maar verzuchten dat dit een modelbezoek was. Ook de geschenken waren niet overdreven groot of bombastisch wat Erik op het vorige weekend brengt. "We kwamen bij een papa en mama met één kind. En dat gastje kreeg een Wii met vijf accessoires en dan nog een Playstation 3. Dat was toch een dikke zevenhonderd euro voor dat ene kind. Ik geef dat allemaal af en tot slot vraag ik hem: moet gij nog iets zeggen tegen de sint? Ge verwacht dan een dank-u, maar hij zei dat hij eigenlijk "nog iets gevraagd had". Zijnde een draadloze muis voor zijn laptop. Dus dat gastje van amper zeven-acht jaar hàd ook al een laptop! Ik keek eens schuin naar die ouders, ge zoudt toch wel verlegen zijn met zo'n inhalig kind, maar nee, die leken dat precies normaal te vinden."  
Plotse ontsteltenis in de auto als ze het volgende adres horen, oh nee, toch niet opnieuw bij dat hyperkinetisch manneke! En inderdaad, bij het binnenkomen rukt één van beide kinderen het boek van de sint bijna uit zijn handen, het maakt lawaaierige koprollen op de sofa, en zijn mond staat geen ogenblik stil. Omdat de ouders amper ingrijpen moet de sint het doen: "We spreken af dat we éérst goed gaan luisteren. Dus vinger aan de lippen en mondje dicht!" Dat helpt veertig seconden en dan lanceert het kind zich alweer voor een kopstand tegen de muur ("ik heb een pietendiploma!") Fred en Magda knikken beleefd, de sint vraagt een rustig lied, en broer en zus zetten een contrair refrein in: "Zwarte Piet Kapoentje! stàmp eens in mijn schoentje!" Fred rolt bedenkelijk met de ogen, de sint trekt een hoge wenkbrauw: "Dat is een eh... mooie remix, kinderen!" Intussen is ook een kat in de kamer verschenen, een bijkomende springveer in het gezelschap. Als dan onder fel geroep de geschenken worden uitgepakt (racebaan, prinsessenbed en roller blades) is er nog amper omzien naar de sint. Het wordt een rommelig afscheid, zeker als de sint ook nog eens per ongeluk op de poes trapt. Hij wijst op de zijflappen van zijn pruik: "ik zit ier verdoeme mè nen dooien hoek!"

Bakje witlof
De volgende halte is een bescheiden woning in de randstad. De huiskamer zit helemaal vol met de bomma en bompa, twee koppels en hun vier kinderen. Het gaat er plezierig aan toe, het is er klein maar gezellig. Chauffeur Tom die op de klok moet kijken, geeft de sint een stille wenk dat het tijd is om op te stappen. De Sint zet zijn hand aan het oor: "Hebt ge dat gehoord, Piet? Dat was de stoomboot in de haven. Tijd om te vertrekken zou ik zo zeggen!"
Na het bezoek krijgen we een bussel wortelen, bier en een fles wijn mee ("dank u! die fles neemt de Sint mee naar Spanje, dan kan ik dat opdrinken met de bomma's van Benidorm!") De peekes zijn voor knecht Fred, die ons toevertrouwt dat hij "thuis een konijn heeft zitten." Wat Erik aan een andere groente doet denken. "Weet ge nog die mensen die ons een kistje witlof hadden meegegeven voor het paard? Bedoeling was dat we dat bakje stilletjes terug zouden geven aan de voordeur, maar dat waren we vergeten. En die mensen hebben 's avonds natuurlijk wat anders moeten eten: kaassaus met hesp!"
Magda zegt dat ze zojuist een compliment hebben gekregen voor de "schone kostuums". Dat krijgt ze wel meer te horen, en ook dat de mensen appreciëren dat "zij deftig en fatsoenlijk zijn". Zij hoort vertellen welk slecht sintenvolk er soms op de baan is: "Mensen zeggen: de sint was zat, zijn mijter viel af, hij stootte met zijn staf tegen de luster, en ook van een Zwarte Piet die de kinderen nog in de zak stak, dakanna toch nie hé!"  

Piet Magda: “Complimenten gekregen voor de schoon kostuums.” © Jan Hertoghs

Piet Magda: “Complimenten gekregen voor de schoon kostuums.” © Jan Hertoghs

Hier zijn geen kindjes
's Middags rijden we terug naar onze uitvalsbasis. In de schoolrefter staan de tafels gedekt voor de chauffeurs, sinten en pieten. De heiligen en hun knechten zetten de pruiken af en we eten rijst met kip en groentesoep met extra véél wortelen ("die komen van de schoentjes van gisteren".) Het zijn de vrijwilligers van Simoc (vriendenkring van stadspersoneel en stadsonderwijs) die in de potten roeren en die al tientallen jaren deze sinten-huisbezoeken organiseren.
Aan tafel komen natuurlijk de anekdotes los, dat ge in de armere cotés wat kunt meemaken. Van gezinnen die in het ene jaar nog broederlijk bij de bomma zitten en die het jaar daarop slaanden ambras hebben en "dan moet ge die ineens allemaal apart bezoeken". Of die vader die hen stond op te wachten bij de deur, "ja, mannekes, 't zal niet doorgaan dees jaar want al het speelgoed is gepikt! En we weten wie de dader is, hij woont hier in den blok!" Of dat triestige verhaal van die moeder van wie de vijf kinnekes allemaal bij een verschillend pleeggezin zaten, en de dag dat de Sint kwam, was dan de enige dag "dat die broerkes en zuskes mekaar zagen, op een heel jaar tijd!"
Erik herinnert zich een bezoek waarbij hij een fles jenevel aan de bomma-in-de-rolstoel moest afgeven. Het was "in naam van de kinderen" en toen de bomma verrast was van iéts te krijgen, klonk het gemeend: "Ja bomma, da's voor u want voor 't zelfde geld zijde gij d'r volgend jaar niet meer bij hé!"
Of van die keer op den Dam ! Ze bellen aan een huis, daar wordt opengedaan, ze mogen binnen, ze mogen gaan zitten in de zetel, en dat zij beginnen rond te kijken, euh, waar zijn de kindjes!? - Ik denk dat gij verkeerd zijt, Sinterklaas, hier zijn geen kindjes. Dat was een verkeerd huis dus, tien nummers te ver. Ja màn, ge komt wat tegen!
Wat de bankencrisis betreft en of die zich sterk laat voelen in de geschenken, daarover zijn ze het oneens: bij sommigen wel, bij anderen niet. Over één ding zijn ze wel unaniem: de kinderen krijgen nog altijd tevéél!

“Ik moest kloppen, want de bel doet het niet.” © Jan Hertoghs

“Ik moest kloppen, want de bel doet het niet.” © Jan Hertoghs

Nonkel Van Grauwel
In de namiddag volgen de huisbezoeken aan de buitenrand van de stad. In Wommelgem doet er na drie keer bellen nog altijd niemand open, het zal toch weer niet het verkeerde huis zijn? De sint bonkt dan maar op de voordeur en ineens doet men wel open ("Sint: "Ja, ik moest kloppen, want de bel doet het niet!") We betreden een oerklassiek Vlaams interieur, wat toch altijd weer die onuitgegeven combinatie is van donkere meubelen, ingelijste trouwfoto's, ingelijste kleinkinderen, een groot verlicht aquarium met dun opstijgende belletjes, het gedroogde bruidsboeket uit 1970 achter glas én tenslotte de onverslijtbare spreuk: Wie werkt voor vrouw en kind en wordt door hen bemind? Dat is vader!
In dit stilleven schijnt de zon door de gordijnen en zijn alle zitplaatsen bezet door (groot)ouders en (klein)kinderen. Of de kinderen flink zijn, dàt zullen ze nu moeten bewijzen met een liedje voor onze Sint. En ook hier krijgen we een  alternatieve versie te horen: Sint-Niklaas kapoentje, geef ons een miljoentje, zet het op de rekening, dan maken wij een tekening! (Sint: "Hm, een kapitalistisch refrein van vraag en aanbod, daar moet de sint toch eens diep over nadenken.")
Bij de vele geschenken is ook een bewegend hondje (Sint: "En dit is voor u. Een hondje met Parkinson!") Zo is deze sint: er huist in hem een kleine onderhuidse Nonkel Van Grauwel die graag een scherp kantje zet aan deze zoete dag.    

Dikkenekken!
Het volgende bezoek zal ons gezelschap onderdompelen in gif en opbrekend maagzuur en de aanleiding is een groot herenhuis in Brasschaat waar alle meubelen en alle aanwezige ouders en kinderen de sfeer uitademen van geld, veel geld uitgeven. Er heerst een vanzelfsprekende luxe die we algauw associëren met de arrogantie van donkere BMW's, van mama's  die Vuitton dragen in terreinwagens en van kinderen die op heelblanke scholen zitten en dure namen dragen als Sébastien en Valérie. En wij zijn de stumperds van de pokdalige grootstad, wij moeten hier ons nummertje opvoeren voor die lifestyle-mama's en loft-papa's die fluiten champagne drinken en die eigenlijk maar een half oog hebben voor ons. De sfeer in dit huis is ook koeler dan elders, er is meer aandacht voor de drank en de borrelnoten dan voor de uitsloverij van de sint en zijn pieten. De interesse steekt pas op als de Sint een mama op de schoot vraagt. Braaf zijn hé Sint! Och, laat 'm doen, hij heeft toch zijne staf niet vast!
In de auto breekt het los. Wat een snobs! Wat een dikkenekken! En die was een zuur, en die was een bitch en die andere keek alleen maar op van haar gsm als hààr kinderen bij de sint stonden. Tom de chauffeur heeft nog wat anders in de mot gehad en hij richt zich voluit tot Piet Fred: amai joenge, gelijk gij naar die vrouwen keek! Uw witte oogbollen draaiden nogal! Gij waart ze weer allemaal aan 't uitkleden hé!  O, o, o, wat zijn we pissig en afgunstig en de zwartzak heeft het dan gedaan natuurlijk.

De Sint die soms klinkt als Clement Peerens. © Jan Hertoghs

De Sint die soms klinkt als Clement Peerens. © Jan Hertoghs

Ambiance!
Ook in het volgende huis in Kapellen valt er een kilte op onze nek. Het is een groot en nieuwgebouwd huis, ruimte genoeg, maar de gezelligheid ontbreekt. De twee kinderen staan bij de grote zetel van de sint, de twee ouders verschansen zich zwijgend achter een film- en een fotocamera. En dan zit er ook nog een ongeïnteresseerde bompa aan een afgelegen tafel. Hij zit met zijn rug naar het gebeuren en laat af en toe zijn vingers op de tafel trommelen, een hol en akelig geluid. Alles wat Erik hier vertelt, valt plat, gewoon omdat er geen reactie, geen weerklank is. De kinderen hebben zelfs geen zin om te zingen, dat is de éérste keer dat dit vandaag gebeurt. De sint kijkt eens naar de ouders, maar die halen hun schouders op.
De cadeaus zijn ook ongewoon: veel nuttig ondergoed van de Hema en weinig speelgoed. De afwezige bompa is intussen ook fysiek afwezig, hij staat nu op het terras een sigaret te roken en kijkt intussen met belangstelling naar de dakgoot en de interessante lucht daarboven. Hoe unheimlich kan een familiesfeer zijn! Gelukkig is de tafel gevuld met boterstaaf en petits fours, dat verzoet het onbehagen.
In de auto breekt het opnieuw los. Wawasda, jong! Hedde zoiets al meegemaakt?! Amai, gezelligheid troef! En als die bompa zo al is met een kinderfeest, wat voor nen asociale neurk moet die zijn in de rest van het jaar?!  Ik krijg ook zwaar op m'n kop. Alleman heeft gezien dat ik TWEE STUKKEN boterstaaf en een HEEL petit fourtje heb gegeten. Gij vetzak! Gij dikke profiteur! Gij schooier van den Umo!  Behandelen ze hun werkvolk daar zo slecht dat gij hier uw kas moet volfretten ?! 
De lach en de slappe lach gaan niet weg als we al bij de volgende voordeur staan. Eigenlijk moeten we deftig en braaf kijken, maar dan zegt Fred: "Ik moet eigenlijk ne scheet laten, maar ik durf niet want die mensen staan boven al aan het raam te zien." Het is zo'n dwaze opmerking dat iedereen weer in een wilde lach schiet, en slechts met grote moeite slagen we erin om met uitgestreken gezicht binnen te komen.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Zazawie!
Ook hier is de trend zichtbaar: de sint komt aan huis en dat is een familiefeest waarbij (groot)ouders en (klein)kinderen en zelfs grote kinderen met hun lieven aanwezig zijn. De jonge grootouders heten hier bompie en bomsie, maar ik heb vooral oog voor de oude bomma die stil en peinzend aan tafel zit. Je ziet haar zo denken hoe eenvoudig zij het in haar leven gehad heeft, en zie alles hier nu eens staan: cake en toastjes en chips en wijn en Duvel en ook nog sjampieter, die flessen liggen klaar in de koelkast.  
Het is een gezellige bedoening, de geschenken vallen juichend in de smaak, en de familie gaat wat rechter zitten als één mama op de schoot van de Sint wordt gevraagd. -Niet van profiteren hé Sint! -Zeker niet, mama, de Sint is een goedgeilig man!
Tom doet weer teken van te vertrekken en Erik zegt getrouw: "Hebt ge dat gehoord, Piet, dat was de stoomboot, denk ik." Waarop één kind laconiek: volgens mij was da nen ond!  
We stommelen weer lachend de auto in en na al die gespeelde heiligheid moet de stille bomma het eerst ontgelden ("amai gast, die was helemaal zazawie!") en daarna volgen de mama's: Wow joeng, dat één wèfke, da was een hete, die zag ik wel zitten! Ge bedoelt: liggen! Het is de praat en platte geestigheid van de voetbaldouche. Bij deze: de grofheid en balorigheid als je lang bent opgesloten geweest in braaf zijn en goed gedrag.   

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Stoomboot
De slappe lach is nog niet uitgewoed als Erik op de volgende huisbel duwt. Fred roept: heuj heuj 't is SOS Piet! En dat is weer een aanslag op de lachspieren. Ook op de trap naar de eerste verdieping wordt nog in de rug gepord en tegen een hiel getikt, ik kan er niet bij hoe zij pokerface in die woonkamer arriveren. Vandaar dat mijn kop gecorrigeerd moet worden: Janneman, serieus nu, die zotte smile van uw gezicht!
De woonkamer is in een vorig leven een living geweest maar nu ligt alles vol Lego, dino's, kindercd's, kinderdvd's en kindervideo's. In de houten speelbox zal soms een baby zitten, maar daar huist nu een grote kolonie pluche beesten. 't Is het domicilie van de bomma die duidelijk vaak op de kleinkinderen moet passen. Voor de eerste keer geven de kinderen geen obligate kindertekeningen af, maar een heel mooie kartonnen stoomboot met een rookpluim in witte watten. Prachtige old skool!
Dit was het laatste huisbezoek van het weekend, het zit er weer op voor dit jaar. Makkers, staakt uw wild geraas. We zijn het erover eens, we hebben weer veel gezien, oud en jong, rijk en arm, modern en rustiek, de Vlaming op zondag zoals het in honderdduizenden gezinnen op zondag aan toegaat, in die huiskring van magneten op de koelkast en overledenen op het dressoir.
In de schoolrefter kleden de drie sintenploegen zich om. De mijter dicht geplooid, de staf in twee delen uiteen geschroefd, de Zwarte Pieten luidruchtig in hun onderbroek. Is dat daar geen stoomboot?! Is dat daar geen harde fluit?

Vorige
Vorige

Sint en Piet gaan hard méé met hun tijd: van schimmel tot bulldozer en parachute

Volgende
Volgende

<k> Op huisbezoek met Sint en Piet (1): in de Kempen