<k> Record social distancing op café: 245 uur in quarantaine op een barkruk
Op 8 juni zouden cafés en restaurants weer open mogen mits redelijk strenge voorzorgsmaatregelen. De tafels op restaurant zouden sterk afgeschermd worden, in cafés is het (nog) niet duidelijk hoe de 1,5-meter-maatregel kan gehandhaafd worden.
Dat brengt me bij deze record-barkrukzitter uit Tongerlo die in 1989 meer dan tien dagen "alleen" op een barkruk zat. Niemand mocht hem een hand geven of aanraken. En opdat hij op niemand of op niets zou kunnen leunen werden hij en zijn barkruk in quarantaine geplaatst tussen vier nadarhekkens.
Reportage verschenen in Humo 1996 in de reeks "Eéndagshelden" © Jan Hertoghs
"Ik zat op café tussen nadarhekkens. Precies in een gevang !"
In november 1989 bracht de nu 39-jarige Rob Van den Bosch uit Westerlo het Guinnessrecord barkrukzitten op 245 uren. In café 't Klompke in Tongerlo heeft hij dus meer dan tien dagen op een barkruk gezeten met alleen een rugleuning om tegen te steunen, maar verder geen tafel, geen toog, geen schouder om op te leunen. Tot u spreekt een stevig zitvlak.
HUMO: Hoeveel maanden heb je je op die poging voorbereid?
Van den Bosch: "Drie maanden. Drie maanden dat ik niet meer rookte, geen pinten meer dronk en dat ik veel ging trainen.”
HUMO: Op de barkruk?
Van den Bosch: "Nee, jongen, lopen hé, elke dag gaan lopen. Want als ge loopt, dan traint ge uw benen en uw rug. Dat zitten zelf, dat kunt ge niet trainen. Want een hard zitvlak, dat hebt ge of dat hebt ge niet. Want ja, als ge door uw gat zit, dan zit ge door uw gat hé. Maar ik had daar geen last van. Ik zat negen dagen en toen zei een van mijn twee doktoors: "Rob, kom eens mee naar achteren." Ik dacht nondedju, heeft die soms slecht nieuws dat ik moet stoppen of zo? "Ik wil uw poep zien," zei hij, en toen zag hij mijn poep en daar was niks aan te zien. Die dokter kon zijn ogen niet geloven. Die dacht dat mijn vlees helemaal open zou liggen en dat ik de pijn aan het verbijten was, maar er was niks te zien aan mijn vel. Medisch heb ik niks gemankeerd, want er zijn er bijvoorbeeld die vroegtijdig moeten stoppen omdat ze dikke voeten krijgen. Ah ja, ge zit altijd met uw benen naar beneden en bij sommigen zwellen die voeten dan op. Ja jongen, neem het van mij aan, ge moet optimaal in conditie zijn, want anders kunt ge het vergeten."
HUMO: Je gaat dus op een dag op die barkruk zitten en dat is het dan. Of moet je tevoren veel organiseren?
Van den Bosch: "Manneke! Ge moet sponsors zoeken, ge moet reclame maken, ge moet affiches maken, ge moet die affiches gaan ophangen. Ik heb dat allemaal op mijn eentje gedaan. En sponsors hebt ge nodig, want op mijn eerste zitdag gaf ik al een receptie en de volgende dagen kwamen er maar liefst drie fanfares spelen. Die zult ge later een mosselsouper moeten betalen en dan hebt ge geld vandoen hé."
HUMO: Waarom gaat iemand tien dagen op een barkruk zitten? Waarom precies dàt record en geen ander?
Van den Bosch: "Dat zal ik rap zeggen. Hier waren vier mensen in Tongerlo die dat record ooit hadden willen breken, wat niet gelukt was, en in '89 wilden ze het opnieuw proberen. Ik vroeg of ik mee mocht doen, neenee dat was te moeilijk en si en la, en toen dacht ik: nondedju, als ik niet mee mag doen, dan doe ik het alleen! En zo ben ik begonnen."
HUMO: Hoeveel rustpauzes waren toegelaten op een dag?
Van den Bosch: "Om de drie uur mocht ik een kwartier van die kruk af om mijn benen te strekken."
HUMO: En slapen?
Van den Bosch: "Ik knikkebolde af en toe wat op die barkruk, vooral in de vroege ochtenduren vielen mijn ogen toe. Maar veel slaap kreeg ik niet, want er zat bijna altijd volk rond mij, en die toeschouwers waren natuurlijk niet gekomen om mij te zien slapen. De eerste dagen zat ik dan ook uren aan een stuk te semmelen. Als dat nuchter volk was, ging dat nog, maar ge hebt van die zattekullen die honderd keren vragen hoe-is-'t? dat is om zot te worden natuurlijk. Zo ongeveer op de vierde dag besliste ik: nu stop ik mijn oren dicht, ik laat ze lullen en ik lul niet terug. Van dan af zette ik mijn kop op nul en ik dacht alleen nog aan mijzelf. Ik dacht: ze kunnen allemaal de pot op. Ik ben met mijn record bezig en ik zàl mijn record halen. Die zattekullen, dat was echt niet om te lachen, want die kwamen ook heel de tijd over dat nadarhek hangen om mij een hand te geven."
HUMO: Je zat binnen in dat café tussen nadarafsluitingen?
Van den Bosch: "Ah ja, want niemand mocht mij aanraken! Aanraken werd immers beschouwd als 'leunen' en dus moest dat volk weggehouden worden met nadars. Ik zat precies achter tralies, precies in een gevang. En ik zat overal tachtig centimeter vandaan. Van de muur, van de toog, van de tv en van de video. Opdat ik maar niet zou kunnen leunen. En alleman kon mij controleren hé, want ik zat voor het raam van het café. Op elk uur van de dag of de nacht konden voorbijgangers mij zien zitten."
HUMO: Wat heb je zoal op tv bekeken?
Van den Bosch: "Veel sport en veel avonturenfilms. En verder had ik daar ook telefoon en heb ik puzzels en kruiswoordraadsels ingevuld. En met de kaarten gespeeld, met drie anderen die ook op tachtig centimeter van mij zaten."
HUMO: Werd je op de duur niet suf, misselijk of duizelig?
Van den Bosch: "Ik werd beter met de dag! En niks genomen hé! Geen pillen! Niks! Ik had twee dokters en die hielden dat allemaal proper in het oog."
HUMO: At je aangepaste voeding?
Van den Bosch: "Bijlange niet! Ik heb alles gegeten! Biefstuk met friet! Kieken met friet! Al wat ge maar wilt!"
HUMO: En hoe moest je je wassen?
Van den Bosch: "Die cafébazin maakte een warm bad klaar tegen zeven-acht uur 's avonds. Als mijn kwartiertje pauze daar was, dan was dat spurten naar boven, broekje en t-shirt uit, raprap wassen en weer naar mijn kruk hé. Tijdens andere kwartiertjes ging ik een luchtje scheppen, een eindje lopen tot aan de abdij van Tongerlo, of een keer goed aan de toog hangen tussen het volk, maar wel met een cola."
HUMO: Hoeveel mensen zijn er op die dagen komen kijken?
Van den Bosch: "Ik had een gepensioneerde om dat allemaal te tellen en die had na elf dagen 48OO streepjes gezet. Woensdag toen ik halfweg was, is het Tiroler orkest waarvan ik spelend lid ben, hier komen spelen en toen zat het café zo stampvol dat ge niet meer binnen of buiten kon. De fanfares van Zammel en Tongerlo, waarvan ik ook lid ben, zijn hier trouwens ook komen spelen."
HUMO: Hoe heb je je mentaal voorbereid?
Van den Bosch: "Mentaal voorbereid? Ik zal het u rap zeggen. Om zes uur 's avonds moest ik op die kruk kruipen en om twintig na vijf was ik nog een spandoek aan 't ophangen van één van mijn sponsors. Ik ben dan gewoon naar huis gegaan, ik heb mijn kabas genomen met wat onderbroeken erin, ik ben op die kruk gekropen en ik ben er niet meer afgekomen. Karakter, jongen, da's alles."
HUMo: Was je nadien de held van het dorp?
Van den Bosch: "Ze verschoten allemaal dat ik het gepresteerd had. Want ik ben hier nogal gekend, ik drink graag een pint, ik zwans graag, ik ben graag onder de vrouwen, en alleman dacht dat ik den haas zou worden, dat ik eronderdoor zou gaan. Maar ik heb het gehaald, en iedereen verschoot dat ik zo sterk was. En dan zijn natuurlijk de gazetten gekomen, en de schepen van sport met zijn beker, en later dat diploma van het Guinness Boek. Ik heb hier ook nog een videoband liggen. Drie uur en drie kwartier video. Allemaal over mijn record."
HUMO: In de krant noemden ze Tongerlo een 'recorddorp'.
Van den Bosch: "Dat is zo. Op de dorpsfeesten zijn hier al heel wat records gesneuveld: de langste toog, het langste spit, de grootste barbecue, de langste worst, allemaal in Tongerlo."
HUMO: Hangt je Guinness-getuigschrift nog aan de muur?
Van den Bosch: "Bwah nee! Ik heb die barkruk zelfs verkocht! Die was versierd, ze hing vol stickers, maar ik heb ze niet bijgehouden. 't Is niet omdat ge één keer iets straf doet, dat ge daar een heel leven op moet teren hé."
HUMO: Hoelang heeft het dorp daar nog over gepraat?
Van den Bosch: "'t Is zeven jaar geleden, maar daar klappen ze nu nog over. Ik moet maar in een café komen of "Nondedju, Rob, weet ge 't nog van toen?!" En dan begint het weer hé."
HUMO: Na die recordpoging ben je dus niet in een zwart gat gevallen.
Van den Bosch: "Integendeel. Er waren genoeg cafébazen die wilden dat ik die poging nog eens overdeed in hun café. Wat wilt ge?! Tien dagen iemand in huis hebben die bijna 5OOO man over de vloer trekt! Maar zolang ik de beste ben, begin ik niet opnieuw. Maar pas op! Als er ene is die mijn record klopt, al is het maar met één minuut, dan begin ik opnieuw. Dan zit ik morgen weer op die kruk."