Rock-’n-roll-model voor alle online huiskamerconcerten: de Slechtste Gitarist van Vlaanderen

Humo  april 1996  -   © Jan Hertoghs

Niet voor gevoelige snaren!

(Ingescande foto uit Humo)

(Ingescande foto uit Humo)

Om als de beste gitarist bekroond te worden, zijn jaren van volharding nodig. Om als slechtste gitarist gelauwerd te worden, volstaat één avond. Eerste en tot nog toe bekendste Slechtste Gitarist van Vlaanderen was Donald Froyen, hij triomfeerde in 1993.
Voor onze reeks "Eéndagshelden" staan we in 1996 voor zijn deur in Genk. Het had natuurlijk gekund dat de slechtste gitarist van Vlaanderen ook in het miserabelste huis van Vlaanderen zou wonen, maar niets daarvan. Een huis netjes in de rij, bakstenen netjes op elkaar, kindertjes proper gewassen in bed, vloeren en vensters kraakhelder gepoetst en de tafel keurig gedekt met pils (maar toch ook met slechte wijn). En alvast deze riff om te beginnen: er zijn natuurlijk nog slechte gitaristen in Vlaanderen, maar de slechtste van allen was hij!
Froyen: "In de krant las ik de oproep (GEZOCHT - SLECHTSTE GITARIST VAN VLAANDEREN) en als voorwaarde om te kunnen deelnemen moest je een bandje opsturen waaruit bleek hoe slecht je wel was. Blijkbaar was die demo van vier minuten overtuigend genoeg, want ik was bij de vijf finalisten.
De finale vond plaats in zaal Villicus in Diepenbeek, die bomvol zat trouwens, er was zo'n 8OO man. Er waren twee onderdelen, een solo van Van Halen naspelen, de solo uit "Eruption", en een eigen compositie spelen. Ik heb twee keer fel lawaai gemaakt in een act die het midden hield tussen Jimi Hendrix, Chuck Berry en Pete Townsend. Met andere woorden: duck walks, op de grond vallen, op de snaren bijten én met fel zwaaiende armen op die snaren slaan. Mijn naaste concurrent was een konijn. Die mens in dat konijn was ook heel slecht, maar ik was nog slechter.
Ter ondersteuning van mijn slechtheid had ik ook een grote schaar onsportieve supporters meegebracht, die à volonté boe hebben geroepen en met bekertjes bier hebben gesmeten." 

titel gitarist.jpeg

HUMO: Kan je gitaar spelen of had je de snaren moedwillig vals gestemd ?
"Neenee, het reglement verbood dat je de snaren ontstemde! Ik wàs gewoon slecht!"
HUMO: Oké, maar kun je akkoorden spelen?
"Natuurlijk niet! Dan zou ik fout bezig zijn."
HUMO: Ernstig: had je nog nooit een gitaar in je handen gehad?
"OK, ernstig. Ja, ik had al een gitaar vastgehad. Ik ben een bassist, en ik heb bij verschillende groepjes gespeeld waaronder het meest bekende Du Pain, Du Vin et Du Boursin, wij speelden grunge, maar wel tien jaar te vroeg. Ik kan dus akkoorden rammen op een basgitaar, maar ik ben GEEN gitarist, ik kan niet soleren en ik kan zeker niks van Hendrix of van Van Halen spelen. Maar wat ik muzikaal niet kan, maak ik goed door mijn podiumervaring. Ik heb al op honderden podia gestaan, en als ik daar sta, dan krijg ik iets over mij om me compleet te laten gaan en om de mensen zo zot te maken als maar mogelijk is.
Ik kan ook met die apparatuur omgaan, ik kan versterkers afregelen, ik kan volume maken, noise maken, maar nog eens, ik ben geen gitarist."
HUMO: Op dat optreden was het persagentschap Reuters aanwezig en zo ben je via de satelliet de wereld rondgegaan.
"Ja, die beelden zijn zelfs in Australië en Japan op tv getoond. Ze vroegen waarom ik gewonnen had en ik heb toen gezegd: "Omdat de anderen beter waren." Een uitspraak die nu toch al een beetje onsterfelijk zou moeten zijn.
Voor mij begon het eigenlijk de maandagmorgen daarop. Ik werd uit mijn bed gebeld door Het Vrije Westen (radioprogramma) en die wilden dat ik 's middags via de telefoon live zou spelen in hun uitzending. Ik viel uit de lucht, ik had zoiets helemaal niet verwacht, en daarna belden er kranten voor interviews, en toen zei mijn vrouw: "Donald, je moet daar iets mee doen!" En ik ben me dan beginnen organiseren, ik heb copies van al die krantenstukken naar concertorganisatoren gestuurd en ik ben die organisatoren ook beginnen opbellen."
HUMO: Je hebt gelobbyd?
"Ja, ik heb me zwaar verkocht en zo heb ik op twee maanden tijd toch voor zo'n 2O.OOO toeschouwers kunnen optreden, onder andere op Zwemdokrock in Lummen en op het Belgian Rhythm and Blues-festival in Peer. Ik heb zelfs naar Herman Schueremans en Pinkpop gebeld, maar die waren spijtig genoeg niet geïnteresseerd. Ondertussen hadden Roy Nathanson (ex-Lounge Lizards) en Anthony Coleman contact met mij opgenomen. Ze hadden me in New York op tv gezien en zij kwamen kort daarop naar de Beursschouwburg en ik was hun support act. Ik kreeg daarvoor ook een echt contract waarin gestipuleerd werd dat ik maximum tien minuten mocht spelen, wat toch chique was, want gewoonlijk staat er in een contract dat een artiest minimum een aantal minuten moét spelen (lacht). Ik heb daar zeven minuten gespeeld en ik kreeg daarvoor zevenduizend frank, dat is duizend frank per minuut, daar kunnen veel beroepsmuzikanten een punt aan zuigen! 
In de weken, maanden, en ook jaren daarop heb ik dan nog opgetreden voor de tv-programma's TILT en Prettig Gestoord, en voor Radio Donna, allemaal zijn ze mij komen vinden. Ik werd zelfs herkend in de supermarkt door families met kinderen! En een student heeft voor zijn eindwerk een videodocumentaire gemaakt, Een Dag Uit Het Leven Van De Slechtste Gitarist." 
HUMO: Kreeg je ook fanmail?
"Nee, dat niet."
HUMO: Je bedoelt: nee, gelukkig niet.
"Ha! Je begint het te léren!"
HUMO: Ben je na al die optredens ook eh...beter geworden?
"God beware me, gelukkig niet. Maar soms had ik wel eens een moeilijk publiek. Ik speelde een keer met de cabaret-band Tony En De Hangmatten in zo'n trendy dancing en die Johnny's en Marina's aldaar stonden met open mond te gapen. Zoiets hadden ze nog nooit in hun biotoop waargenomen en je zag ze hardop peinzen, moeten wij die gast nu op zijn gezicht slaan of niet? Dat waren wel moeilijke optredens, ja.
Ik herinner me ook een optreden in de Democrazy in Gent. Ik kwam met mijn rug naar het publiek gedribbeld, en toen viel ik ineens achterwaarts van het podium, krak op mijn rug, al mijn botten deden pijn, maar ik bleef voortspelen! Nadien kwamen toeschouwers mij zeggen dat ze nog nooit zoiets straf gezien hadden. Terwijl ik eigenlijk was blijven liggen van de pijn!"
HUMO: Speelde je altijd maar zes-zeven minuten?
"Ja, kort en krachtig. Volle petrol en let's kick ass! Er waren een paar optredens waar ik echt in form was, waar ik écht slécht was."  
HUMO: Je probeert die ik-ben-echt-slecht-gimmick wel aan te houden, hé?
"Met jou is het nochtans moeilijk, en ik ben er ook een beetje uit omdat het allemaal een tijdje geleden is, maar in mijn glorieperiode zette ik zo'n interview als dit helemaal naar mijn hand. Ik repeteerde niet want dan zou ik te goed worden. Van die dingen. En dat ik soms aan mezelf twijfelde na een optreden waarin ik drie akkoorden juist had gespeeld. En dat mijn vrouw mij dan moest oppeppen: komaan Donald, één goed optreden is toch niet zo erg, ik weet dat je het niét kunt, ik weet dat je écht slecht bent! (lacht)

Het Laatste Nieuws 1993

Het Laatste Nieuws 1993

“Weet je naar wie ik geweldig opkeek in die dagen? Naar Eddie the Eagle, die Britse zogezegd mislukte schansspringer met zijn houthakkersstijl. Dat was mijn lichtend voorbeeld. Hoe die gast met zijn verbetenheid, zijn valse stijl én zijn nonchalante verschijning de sympathie van iedereen kon winnen. Hij was ook zo'n voorbeeld van niet-kunnen, maar wél durven. Want je moet dat durven om de slechtste te zijn voor een publiek van een paar honderd of paar duizend man. 't Is geen kwestie van schuchter op dat podium kruipen en een beetje plinkeplonke doen. Dat is het niet, hé. De mensen willen geen prutser zien. De mensen willen een slechterik zien die slecht is met verve!  En dat kon ik omdat schrik of plankenkoorts mij vreemd zijn. Als ze mij morgen vragen om een tv-programma te presenteren, dan doe ik dat direct. Wat ik wil zeggen is: ik ben nergens bang voor, ik wil alles doen, alles proberen. Ik ben dertien jaar kroegbaas geweest tot ik het gezeur van de tooghangers zat was. En nu studeer ik en doe ik stage als psychiatrisch verpleger. Toen iedereen dacht, kan die Donald nog wat anders dan cafébaas zijn, dan zei ik bij mezelf: we zullen ze eens laten zien wat ik kan."
HUMO: En dus wou je de slechtste gitarist worden.
"Ja. En als iemand mij nu uitdaagt, wil ik nog altijd bewijzen dat IK nog steeds de allerslechtste ben. (lacht) Ja, ik moet iets kunnen doen wat de anderen niet doen. Ik wil geen alledaags leven. Daarom heb ik ook zo genoten van die twee maanden roem na die wedstrijd. Ik zie me nog altijd naar Moorsele rijden voor mijn eerste optreden. Met mijn gitaar de trein op, uren en uren rijden door onze schone Vlaamse landschappen, ginder aankomen, podium in volledige gereedheid, tien minuten ertegenaan gaan, chaos!chaos!, en daarna met de volgende trein weer naar huis. (zalige glimlach).
HUMO: Hoe zijn die two months of fame dan doodgebloed?
"Na die zomer van '93 met zijn festivals was het wel voorbij. 't Was tof geweest, ik heb veel rondgehangen in VIP-tenten en backstage-area's, maar eigenlijk was het lucht hé.  Het was zoals Xavier Debaere in "Morgen Maandag". Dat was ook een kitsch-cultfiguur en ineens kon die op de toppen van de belangstelling surfen, maar dan valt die golf stil en is het ook gedaan. Ik kreeg naar het einde ook al eens te horen dat mijn act 'voorspelbaar' was geworden. Mja, dat was zware kritiek natuurlijk en toen was de lol er af voor mij."
HUMO: Maar die enkele reis Lourdes die je gewonnen hebt, die pakken ze je niet meer af.
"Ja! Die miraculeuze waardebon heb ik nog altijd!"  
HUMO: Je opvolger in '94 (Michael Dilger) is niet populair geworden.
"Dat verwondert me niks. Toen hij won, smeet iemand met een blikje bier naar zijn nieuwe gitaar en hij zei: "Hé, pas op voor mijn nieuwe gitaar!" Qua foute ingesteldheid kon dat tellen!"

gitarist%2B3.jpg

Vorige
Vorige

2020: het jaar van het lange haar (de “hippie-comeback”)

Volgende
Volgende

60 jaar geleden: veel minder auto's en véél moorddadiger verkeer (2)