Tien jaar na de tragedie in Utøya (1): het relaas van de overlevenden

Vandaag is het tien jaar geleden dat Noorwegen getroffen werd door de aanslag op een regeringsgebouw in Oslo en de moorddadige raid op een jeugdkamp op het eiland Utøya . In totaal vielen 77 doden. Ik heb een persoonlijke band met Noorwegen, een land dat ik ken van vele avontuurlijke vakanties . Acht maanden na de tragedie reisde ik naar Oslo en Utøya om met overlevenden te spreken. Het was aan de vooravond van het proces tegen de dader Anders Breivik.
Humo april 2012 -  licht ingekort © Jan Hertoghs  

Ingescand uit Humo / Adrian Johansen - Dagbladet

Ingescand uit Humo / Adrian Johansen - Dagbladet

"Utøya is de beste plek om een lief te vinden!"

Haat kan gedijen en diep wortel schieten, zelfs onder de noorderzon, en op vrijdag 22 juli 2011 plaatste Anders Behring Breivik een zware autobom in de regeringswijk van Oslo. Ze kostte aan acht mensen het leven. Daarna reed hij naar het 40 km verdergelegen eiland Utøya waar de jeugdafdeling van de Arbeiderspartij haar zomerkamp hield. Hij kamde het eiland uit en schoot negenenzestig (hoofdzakelijk jonge) kampeerders dood. Op die manier rekende hij af met "de landverraders van het ethnische Noorse volk". Straks is het 16 april en begint in Oslo het proces tegen de 32-jarige die zichzelf tot "kruisvaarder" benoemde tegen de "islamitische invasie" annex de "multiculturele overrompeling" van Europa. Kort voor dat proces ging Humo naar Noorwegen en sprak er met de betrokkenen van 's lands zwaarste tragedie sinds Wereldoorlog II. 
Vannacht heeft het nog zacht gesneeuwd tegen de ramen van het luchthavenhotel, maar op deze morgen in maart smelt de sneeuw voor de zon. Zo'n noordelijke winter trekt zich maar schoorvoetend terug. De weiden en akkers die tegen het bos liggen hebben nog hun oude sneeuw, een rivier stroomt donker tussen het ijs aan de oevers, en zelfs in de industriezones liggen nog hompen bijeengeduwde sneeuw.
Ik ken Noorwegen eerder van julimaanden. Het avontuurlijke rijden langs de smalle landwegen, het altijd dichtbij weten van zee en bergen, het aan de rotsrand van een fjord staan en een zalm of kabeljauw kunnen haken, en als het lang regent, dàn beschutting zoeken in de boeken van Knut Hamsun. Eén keer hebben we veertien dagen op een eiland van honderd inwoners gewoond. Krabbenfuiken uit de zee tillen, een motorboot nodig hebben om boodschappen te doen, en 's morgens ontwaken in een kamer met zicht op de oceaan. We deden huisruil, woonden in huizen van Noren en intussen woonde dat Noorse gezin in ons Belgische huis. Zo heb ik een band met dit land. 

De voorpagina van de Noorse krant Dagbladet

De voorpagina van de Noorse krant Dagbladet

In Oslo zal ik Ali Esbati (35) spreken. Hij is een overlevende van de tragedie. Met zijn ouders verliet hij Iran in de jaren tachtig; om humanitaire redenen kregen ze een verblijfsvergunning in Zweden en nu woont hij in Noorwegen waar hij econoom is en medewerker van de progressieve denktank Manifest. En hoewel we mekaar niet kennen, hebben we het al na ampele minuten over de Zweedse anarchist Joel Hägglund (1879-1915) die in Amerika bekend zou worden als de vakbondsleider Joe Hill, en ook over die andere treinzwerver en activist Woody Guthrie en zijn biografie Bound for Glory, een boek dat we allebei briljant vinden, en zo schudden we mekaar opnieuw en hartelijker de hand. Vrienden van Joe en Woody, dat is een schone Internationale.
Ali vertelt over die 22ste juli, die vrijdag dat hij zinnens was om hooguit twee uur op Utøya te blijven...   
"Het AUF (de Arbeidernes Ungdomsfylking = jongerenorganisatie van de Arbeiderspartij) had me gevraagd om die dag een workshop te geven over hoe de rechtse regering in Zweden de sociale zekerheid had ondermijnd. Voor Noren is dat relevant omdat Noorse centrumrechtse partijen ook die houding hebben om  de sociale zekerheid aan te vallen. Ik ben tegen drie uur met de bus aan die kaai gekomen waar je een kleine overzet naar het eiland kan nemen. De workshop zou van half vier tot half vijf duren en normaal gezien zou ik daarna Utøya weer verlaten. Er waren zo'n veertig aanwezigen, en al tijdens de workshop zag ik verschillende gasten sms-en krijgen, blijkbaar over een "explosie" in Oslo. Ik heb m'n lezing dan maar snel afgerond omdat iedereen begon rond te bellen, en zo hoorden we dat de "explosie" een aanslag was. Omdat de bom in het centrum ontploft was, kon iedereen zich wel iemand voorstellen die daar zou kunnen zijn, om te werken of te winkelen, en ook het secretariaat van het AUF is in dat centrum gelegen. Ik zag op mijn iPhone ook veel gemiste oproepen, onder andere van mijn moeder. Ze was heel ongerust, ze dacht dat ik in de stad was, dus ik heb haar direct gebeld, dat ze zich geen zorgen hoefde te maken, dat ik op een eiland zat, een heel eind van Oslo... En zo hebben velen hun vrienden en familie gerustgesteld. Daarna heb ik mijn vrouw gebeld, die was toen zes maanden zwanger, ik dacht dat zij in de stad was, maar dat bleek gelukkig niet waar.  
Al snel kwamen we te weten dat het openbaar vervoer naar en in Oslo helemaal platlag, en zo ben ik dan maar op het eiland gebleven; ik wilde wachten tot alles weer in orde was. Ondertussen kregen we te horen dat er om vijf uur een korte vergadering zou zijn. Daar is toen wat uitleg gegeven, het weinige dat men al wist van de bomaanslag. Achteraf gezien is dat een groot geluk geweest dat Breivik geen twintig minuten eerder is aangekomen, want die vergadering werd bijna door iedereen bijgewoond, door haast alle zeshonderd aanwezigen. Hij had daar véél meer slachtoffers kunnen maken.

Ali Esbati: “Mijn vrouw was een target. Breivik wilde haar onthoofden.” (ingescand uit Humo/ Lars Eivind Bones - Dagbladet)

Ali Esbati: “Mijn vrouw was een target. Breivik wilde haar onthoofden.” (ingescand uit Humo/ Lars Eivind Bones - Dagbladet)

Op sokken
Na die uitleg ging iedereen weg, naar zijn tent, of naar de activiteit waarmee ie bezig was. Ik ben van het zaaltje van de workshop naar het cafetaria gegaan, ik heb er een broodje besteld, en in afwachting zat ik het nieuws op m'n iPhone te lezen, tot ik ineens een vreemd geluid hoorde: het leek op vuurwerk, eerder nog van die bommetjes die jongens wel eens op straat gooien. Ik zag ook dat mensen bezorgd door het raam keken, zo was de sfeer ook, men was somber en gespannen door die aanslag, en niemand begreep dat een of andere onnozelaar nu tijd had voor dat soort grapjes. Tot er meisje de deur open gooide: "liggen! liggen! iedereen op de grond! "
En iedereen legde zich ook op de vloer, ik dacht dat er in de keuken iets misliep met een gasfornuis en dat men geen risico wilde nemen. Maar toen stormde er iemand binnen langs een andere deur en die gilde: weg! weg! iedereen moet hier weg! En toen was er wel paniek, mensen rukten ramen open om naar buiten te springen, en bij de deur had ik schrik dat we mekaar gingen vertrappelen, zo heftig was die vlucht. 
Naar Noorse gewoonte had ik m'n schoenen uitgetrokken bij het binnengaan van het vergadercentrum, wat maakte dat ik op mijn sokken naar buiten ben gelopen. Ik was niet de enige, velen hebben bijna anderhalf uur zo goed als blootsvoets rondgelopen. Eerst hebben we met een groepje gebukt tussen de struiken gezeten, en de eerste keer dat ik m'n hoofd durfde oprichten om naar het cafetaria te kijken, zag ik buiten twee lichamen liggen. Ik kon niet weten dat ze doodgeschoten waren, maar hun "houding" zei me dat het ernstig was. We zijn dan snel een rotshelling afgerend, pas een maand later heb ik gezien hoe steil die was, en ook nat en glibberig, ik zou er nog geen kousenvoet op dùrven zetten, maar op dat moment deed ik dat gewoon. En terwijl we opnieuw achter enkele struiken zaten, kwamen er drie gasten die een gewond meisje droegen, ik schat dat ze negentien was. Ze legden haar neer en ze bloedde uit haar buik en uit haar mond, waar ze een kogel door de wang had gekregen. Pas toen drong het tot mij door dat het om een schietpartij ging. En dat meisje bleef maar herhalen dat ze nog niet wilde sterven, nu niet! nu niet!, maar als ze dan toch moest sterven, dat wij dan allemaal fantastisk waren geweest voor haar. Ik zie ons nog staan, allemaal geschokt en ontroerd tegelijk. Ze was echt nog helder, want ze zei ook dat ze aan onze gezichten kon zien dat het heel ernstig was, en dat ze zelf ook wel dacht dat ze ging sterven. Er kwam toen iemand die verstand had van EHBO en ik ben dan verder gelopen tot achter een kapotte skateboardramp, en daar heb ik het noodnummer ingetikt, en de man aan de lijn zei dat ze onderweg waren, en dat we ons verder moesten blijven verstoppen. Ik heb dan ook naar m'n vrouw ge-smst dat er een schietpartij was maar dat ik "oké was". En toen belde ze natuurlijk terug en dan heb ik gezegd dat ik weinig meer wist, maar dat alles wel in orde zou komen. Dat heeft ze mij fluisterend horen zeggen, waardoor ze het gesprek ook heel kort heeft gehouden. Ik heb nog wel heel intens kunnen zeggen dat ik van haar hield.

Jongetje van elf
En heel de tijd konden we schoten horen. Het was geen ta-da-da-da-da-da als van een mitrailleervuur, het was eerder een gericht schieten: paw! pa-ba-baw! pa-baw! Maar door de weerkaatsing tegen de rotsen, door het dempen van het struikgewas en ook door het ver dragen van die knallen op het water wisten we absoluut niet wààr en door wie er geschoten werd. Op die plek waar ik toen zat, heb ik ook een jongetje van elf gezien dat voortdurend huilde, het werd getroost door een oudere jongen, en later vernam ik dat z'n vader kort tevoren doodgeschoten was.
Wat zei je tegen jezelf om kalm te kunnen blijven?
Esbati:
"Vreemd genoeg voelde ik geen angst. Ik was heel kalm, heel gefocust, ik kon heel scherp kijken, heel gespitst luisteren, het is alsof je lichaam zich in een andere modus schakelt. En normaal heb ik een hekel aan kou en nattigheid, maar op geen enkel moment voelde ik me ongemakkelijk vanwege die gietende regen en die kapotte en doorweekte sokken.
Ik weet dat je atheïst bent, maar heb je gebeden? Het zou toch verklaarbaar zijn dat je op zo'n momenten terugvalt op het geloof van je jeugd en van je ouders.
Esbati
: "Ik heb niet gebeden en ook niet aan een god gedacht. I was in the moment, ik kon alleen maar denken dat ik daar  levend vandaan moest zien te komen. En er racet wat door je hoofd als er de hele tijd schoten klinken. Ik heb onnoemelijk veel scenario's doorlopen, en wat me nog het meest aannemelijk leek, was dat er een terreurgroep was, dat ze mensen hadden doodgeschoten en anderen gegijzeld hadden, en dat er nu een vuurgevecht met de politie aan de gang was, vandaar de vele schoten. In géén enkel scenario had ik kunnen denken dat één man dat hele eiland wilde uitmoorden.  Ineens kwamen de schoten weer dichterbij, en tegelijk kwam een grote groep jonge gasten heftig aangelopen, we zijn met hen mee gevlucht, langs het grindpad dat rond het eiland loopt. Die mensen waren ontsnapt uit de buurt van het pomphuis waar hij velen heeft doodgeschoten.
We liepen naar het zuiden, en na een eindje zag ik naast de weg twee meisjes geknield bij een jongen zitten, hij had schotwonden in beide benen. Ik heb m'n jasje onder hem gelegd, ik heb gezegd dat alles wel in orde zou komen, maar het meest heb ik nog de moed van die twee meisjes bewonderd. Eentje had haar t-shirt uitgedaan, ze stond in haar bh, en met dat shirt maakte ze tourniquets om het bloeden van die schotwonden te stelpen.»

uit GVA 11/2/2012

uit GVA 11/2/2012

De Mohikaan!
Terwijl Ali Esbati getuige was van die primitieve eerste hulp,  waren er intussen ook jongeren die verzet wilden plegen tegen Breivik. Dat waren de jonge Tsjetsjenen Movsar Dzhamayev (17) en Rustam Daudov (16) die met eigen kinderogen de bloedige oorlog in hun land hadden gezien en die daardoor minder uit hun lood waren dan de "vredelievende Noren". Movsar belde zijn vader en die bezwoer zijn zoon dat hij dapper moest zijn: "val die indringer aan en doe het van de eerste keer goed!" Samen met nog een derde jongen raapten ze stenen op en slopen ze naar Breivik. Maar toen ze hem tot op enkele meters genaderd waren, schoot hij één van hun vrienden "in de kop en toen hebben we onze stenen weggegooid en hebben we moeten rennen voor ons leven. Het was onbegonnen om iets tegen hem te doen."
Esbati: «Het moet toen al na zessen zijn geweest, toen ik bij die meisjes en die gewonde jongen zat, want ineens hoorde ik een helicopter en loeiende sirenes die van het vasteland leken te komen. Dat was een opluchting, het zag ernaar uit dat alles gauw voorbij zou zijn. Tegelijk was ik toch wel bang van een grootschalige inzet van elitetroepen: stel dat ze mij vanwege mijn arabisch uiterlijk "per ongeluk" zouden neerschieten?! Dat was op dat moment zelfs mijn grootste schrik. 
Uiteindelijk klonken er weer schoten, en liep ik langs dat pad verder naar de zuidpunt van het eiland, daar waren nog jongeren, en allemaal hadden ze dat grindpad onderweg al willen verlaten, maar omdat de rotsen langszij zo steil waren, was dat onmogelijk. Op dat zuidelijke punt liepen de rotsen af naar een kleine baai, en sommigen stonden al tot hun middel in het water, twijfelend of ze naar het vasteland zouden zwemmen of niet. Ik wachtte af, ik kon de ambulances zien staan aan de overkant, op zevenhonderd meter van ons, en ik vermoedde dat "het" elk ogenblik gedaan kon zijn. We hadden ook al een boot op ons zien afkomen, we hadden gewuifd en zelfs geroepen, maar ineens draaide die bruusk weg, en pas later hebben we beseft dat Breivik op die boot geschoten heeft.  
En dan voélde ik plots onraad. Ik draaide me om en ik zag hém, op vijftien meter van ons: wij stonden bij het water, hij liep nog op de rotsen. Ik kon zijn grote gestalte, zijn uniform en zijn blonde haar zien, en zijn gezicht dat kalm maar lichtjes bezweet was, en ineens brak het wolkendek open en viel er een streep zon op zijn hoofd, en het was alsof hij ineens een Mohikaan was, met een kam blond haar en met twee donkere zijkanten. En ik vertel dat nu in een paar seconden, maar ik zag dat in één split second, en toen riep hij iets in de aard van "it's okay! it's the police here!", maar tegelijk zag ik dat hij zijn grote geweer optilde en in een flits heb ik me naar het fjord gegooid en dàn begon hij te schieten. Het is gedaan met mij, dacht ik, en vallend en struikelend ben ik beginnen zwemmen. Ik kan slecht zwemmen, ik maakte wat dwaze slagen na elkaar, en bij elke slag voelde ik een schot in m'n rug, niet dat hij me raakte, maar ik voelde mij een groot en makkelijk doelwit, als ik gekund had, had ik in een bolletje gezwommen.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Papa dood
Na vijfentwintig meter was er een rotseilandje met een paar bosjes en daar kon ik me verstoppen. En met m'n lichaam in het water en met m'n hoofd er net bovenuit durfde ik kijken en zo zag ik ook Bjørn zitten, een gast die ik onderweg had leren kennen, hij had zich intussen al over twee kleine jongens van elf jaar ontfermd (waarvan allebei hun vader was doodgeschoten, jh). Ik zag dat Bjørn af en toe zijn hand voor hun mond stopte, die jongetjes waren zo bang, maar hij wilde niet dat ze gingen roepen en schreeuwen. Ik keek ook naar de oever en daar zag ik vijf of zes lichamen liggen die niet meer bewogen, dat waren jongeren die eerder bij ons stonden in die kleine baai.
Omdat ik zo dicht bij de dood was geweest, wilde ik absoluut nog één keer m'n ouders en m'n vrouw bellen, maar het water had m'n iPhone defect gemaakt en toén voelde ik me ineens hulpeloos en alleen. Zolang ik die smartphone had, was dat een geruststelling: ik had een lifeline, ik had een link met de buitenwereld. En nu zat ik hier, en niemand kon me helpen. My body was calm, but my thoughts were racing. Ineens kwamen er allemaal herinneringen in me op, over gezelligheid bij m'n ouders thuis, over een terrasje in Stockholm waar ik met vrienden zat op een warme zomeravond, het was niet de film van mijn leven, het was meer een diep verdriet, dat al die aangename dingen van het leven hier een einde namen. En wat nog het meeste pijn deed, was dat iemand mijn ouders moest vertellen dat ik dood was en hoe verschrikkelijk dat voor hen zou zijn, en ook dat ik m'n vrouw nooit meer ging terugzien en dat ik onze baby nooit zou kennen.
Wat ik niet wist, was dat Breivik kort nadien gearresteerd was, dichtbij de baai waar we zaten. Het bleef ook een tijd stil dat we geen schoten meer hoorden en dan zagen we ineens een politieman op het strand: "Dit is de gewapende politie! Dit is de politie!" Maar niemand van ons durfde zijn kop opsteken, daarvoor was de argwaan te groot. Die man ging hoger op de rotsen staan en ineens zag hij ons, mijn hart sprong in mijn keel, maar deze agent trok geen wapen, en toen hij vroeg of er iemand van ons gewond was, toén durfden we naar het strand te komen. Hij vroeg ons met aandrang om dààr te blijven en nergens heen te gaan, er zou direct hulp komen.
Ik had erg te doen met die twee jongetjes die bij Bjørn waren, die gastjes huilden en snikten maar dat hun papa dood was, en dat iedereen die ze daar kenden ook dood zou zijn, en met nog twee anderen hebben we die gastjes zo goed als dat ging getroost. Bjørn heeft zelfs gevraagd wat ze voor kerstmis dachten te krijgen. Toen er een tweede politieman ook kwam vragen of we gewond waren en ook wéér weg ging, toen werden die jongetjes hysterisch. Eentje liep achter hem aan, mister policeman , please, please, take me with you! Dat kind wilde niet achter blijven, dat dacht dat het daar zou sterven als er niemand bleef om over hen te waken. Dat kind was ook extreem overstuur, zijn papa was een politieman die daar op Utøya was, een soort van steward om voor de veiligheid te zorgen, en die papa-politieman had hij zien doodschieten door een andere politieman.

De kleine overzetboot waarmee Breivik op het eiland geraakte. Hij droeg een politieuniform en had een auto vol met wapens en ammunitie. © Jan Hertoghs

De kleine overzetboot waarmee Breivik op het eiland geraakte. Hij droeg een politieuniform en had een auto vol met wapens en ammunitie. © Jan Hertoghs

Inferno aan emoties
Uiteindelijk zijn we naar een punt gebracht waar een shuttle was van boten, en Bjørn heeft die jongetjes in de boot genomen en naar de overkant doen kijken, want op de oever achter ons lagen meerdere zwaargewonden en ook lichamen onder lakens. Wat verder in het water dreef een reddingsvest, die vesten waren uit boten gegooid door kampeerders die niet te dicht durfden komen, maar toen we langs vaarden, zag ik dat het een lijk was, met de rug naar boven, en omdat er lucht onder zijn windjak zat, leek het op een reddingsvest.
De man die ons wegbracht met zijn speedboat, was een campinggast van de overkant. Aan de oever van die camping was het een geharrewar van ambulanciers die een triëring maakten tussen licht- en zwaargewonden. En op brancards lagen rijen van bloedende mensen.
Drong toen de ware omvang van dat drama tot je door?
Esbati
: "Nee, dat was pas uren later. Ik heb er nog met Bjørn over gesproken, hoe we beiden een heel ander besef hadden van die schietpartij. Ik had hier en daar enkele lijken gezien, dus ik dacht dat heel veel mensen het overleefd hadden. Maar mensen zoals Bjørn die bij het begin vele anderen hadden zien doodschieten, die dachten andersom. Die meenden dat iederéén stelselmatig was uitgemoord, en dat zij zowat de enige overlevenden waren. Hun doodsangst was veel groter geweest. 
Omdat we alleen maar schrammen en kneuzingen hadden, mochten we te voet verder tot op de hoger gelegen rijweg. Daar was een "bushalte", daar was in zekere zin weer het normale leven, en daar zijn heel veel mensen ingestort. Sommigen zaten apathisch met het hoofd tussen de knieën, anderen liepen hysterisch schreeuwend rond, nog iemand stond in wanhoop tegen een verkeersbord te schoppen, een andere jongen huilde onophoudelijk, hij had zijn twee broers nog altijd niet terug gezien, "en wat moet ik nu aan ons mama vertellen?!" Tegelijk waren er anderen die hun doodgewaande vriend of vriendin terug zagen, dat gaf een schreeuw van vreugde, en ze vlogen mekaar om de hals. Ik kan het niet anders omschrijven als een inferno van emoties.
Ik heb iemands gsm gevraagd, maar ik kon noch m'n vrouw noch m'n ouders bereiken, het hele netwerk lag plat. Het is pas in het Sundvolden Hotel (=crisiscentrum) dat ik na lang aanschuiven kon inloggen op een computer en via Facebook heb ik m'n vrouw ingelicht: I'm alive! Toen was het al twee uur na het laatste schot. Mijn familie ging er eigenlijk al vanuit dat ik dood was omdat ze geen antwoord kregen op m'n iPhone. Ze zijn dan naar het crisiscentrum gekomen om me op te halen, en op weg naar Oslo hoorden we het nieuws op de autoradio dat er zeventig, mogelijk tachtig doden waren. Dat was een enorme schok voor mij, tot dan had de politie officieel over twee doden gesproken. Ik zei het ook tegen m'n vrouw, ze zeggen toch åtte (acht)? Nee, ze zeggen åtti (= tachtig)!  

Onthoofden
In feite was je zijn prime target: je bent het "levende bewijs" van de multiculturele samenleving én je komt dan nog van een islamitisch land!
Esbati:
"Hij had het moeten weten! En ook dat mijn vrouw de journaliste Marte Michelet was, dan had hij me zeker gezocht en omgebracht. Immers, de dag nadien kregen we telefoon van de politie, dat we niet veilig waren en dat mijn vrouw en ik weg moesten. Een tijd later stond er een politieauto voor ons appartement en werden we weggebracht naar een hotel. De reden was dat Breivik Marte's naam genoemd had bij de eerste verhoren door de politie. Marte stond op zijn dodenlijst samen met nog een paar andere progressieve journalisten. En omdat ze nog altijd niet zeker waren of hij nog medeplichtigen had rondlopen, moesten we elders gaan logeren. 
M'n vrouw is columniste en journaliste voor de krant Dagbladet en ze schrijft heel veel over migranten en het migratiebeleid,  dat was een doorn in het oog van Breivik. Komt erbij dat zij ook een lezing had gegeven op Utøya, twee dagen voor de schietpartij. Die lezing ging over racisme en islamofobie... en Breivik wist dat! Want uit latere politieverhoren is gebleken dat hij woensdag had willen kiezen voor zijn schietpartij, precies omdat hij wist dat mijn vrouw er toen was. Breivik vertelde de politie ook dat hij erover gefantaseerd had om haar te onthoofden en dat filmpje dan op YouTube te zetten.
Dat klinkt toch wel ziek dat hij haar hoofd wilde. Wat denk jij van het psychiatrisch rapport waarin hij krankzinnig is verklaard?
Esbati:
"Die fantasie van dat onthoofden klinkt ziek, maar ik vind hem helemaal niet insane. Want hoeveel 'krankzinnigen' zijn er die een plan drie jaar nauwgezet kunnen voorbereiden én die het dan ook nog kunnen uitvoeren?! Ook zijn manifest kan je moeilijk "krankzinnig" noemen want op het net vind je duizenden die komaf willen maken met de multiculturele samenleving en die de moslims uit hun land willen schoppen.  En oké, als je op één namiddag tachtig mensen de dood injaagt, dan ben je ziek, maar ben je daarom een krankzinnige losgeslagen massamoordenaar?! Als een fascist tijdens de oorlog tachtig mensen doodt in een dorp dat de partizanen gunstig gezind is, dan is hij ook ziek, maar je kan toch niet zeggen dat hij geen politieke daad heeft gesteld?! Hij handelde toch binnen dat gedachtengoed van het fascisme?!» 

De journaliste Marte Michelet zou het zéker moeten ontgelden, maar aanvankelijk had Breivik een nog grootschaliger mediaplan. In februari raakte bekend dat hij bommen wilde leggen bij de publieke omroep NRK en bij de twee grootste Noorse kranten. Aan de politie zei hij dat de "media en alle journalisten als een doelwit van eerste orde" beschouwde. Hij wilde zijn bommen als pakket afgeven, en hij ging zich daarbij verkleden als Fed Ex koerier. Hij had ook al verkenningen uitgevoerd aan al die redactiegebouwen, maar op de duur zag hij af van zijn mediaplan af omdat de aanslag op Utøya makkelijker uit te voeren was.

Tonje Brenna: “Die zomerkampen zijn vrolijke bijeenkomsten met een lange traditie.” (ingescand uit Humo / Sveining U. Ystad)

Tonje Brenna: “Die zomerkampen zijn vrolijke bijeenkomsten met een lange traditie.” (ingescand uit Humo / Sveining U. Ystad)

Tenten en tipi's
Om een beeld te krijgen van de "vijanden" van Breivik en om te weten wat die zomerkampen inhielden, heb ik een afspraak met Tonje Brenna. Ze is vierentwintig, ze is algemeen secretaris van het AUF en ze was die vrijdag ook op Utøya ("al voor de vijfde keer"). Ze legt uit dat de kampen een lange traditie hebben en dat het op Utøya vaak een vrolijke bedoening was,  dat kan ik opmaken uit haar snelle en ontwapenende lach.
Brenna: "Het eiland is al vijftig jaar eigendom van het AUF, we gebruiken het niet alleen voor onze zomerkampen maar voor al onze politieke bijeenkomsten en vormingscursussen. Ook andere progressieve organisaties mogen het kampterrein huren van ons. Het is nu einde maart, rond deze tijd hielden we  altijd een lang weekend waarin we de gebouwen opknapten, het gras maaiden, het voetbalveld extra inzaaiden, enzovoort. Als die klussen gedaan waren, dan startte er weer een nieuw activiteitenjaar op Utøya. 
Zo'n julikamp duurt een kleine week en naast de politieke workshops is er ook veel sport, vooral volley en voetbal. Elk jaar is er wel een voetbaltornooi waar de verschillende Noorse provincies tegen mekaar uitkomen, en elk jaar krijgen we ook wel een elftal van buitenlandse gasten bijeen. Vorig jaar hadden we gasten uit Oeganda, Libanon, Swaziland en Georgië, dat zijn dan invités van zusterorganisaties, zoals de Jongsocialisten van België ook een zusterorganisatie zijn. Ik ben zelfs zeker dat heel wat sociaaldemocratische leiders in Europa ooit als jonge gast op Utøya zijn geweest."
Is het een kamp waarbij je in tenten kampeert?
  
Brenna: "Ja, de meesten slapen in een tent die ze zelf meebrengen, van die iglo's voor één persoon, maar ook van die tipi's voor tien man. We hebben ook zo'n honderd vrijwilligers die instaan voor de keuken, het sanitair, de EHBO en de organisatie, en zij slapen in de gebouwen. Zo krijgen ze hun  nachtrust, wat in de tenten niet zo vanzelfsprekend is (lacht)
Wat voor workshops worden er zoal gehouden?
Brenna: "Meestal hebben we in de voormiddag een lezing met een debat en na de middag volgen dan de workshops in kleinere groepen: over de Noord-Zuidverhouding, Palestina, de bankencrisis, het onderwijs, het milieu.
Ik denk ook dat Utøya het enige kamp ter wereld is waar de eerste minister van het land op het matje wordt geroepen; tenminste, als de sociaaldemocraten aan de macht zijn. De premier moet dan echt de confrontatie aangaan met ons. Er is geen podium, je moet geen kaart omhoogsteken als je een vraag wil stellen, nee, hij staat midden tussen ons en wij stellen al onze kritische vragen face to face. Premier Jens Stoltenberg heeft dat al vaker gezegd, ik ga graag naar Utøya, maar ik hou elke keer m'n hart vast! Dat eiland is dus niet zomaar een kampeerplek, dat eiland is deel van de identiteit van het AUF en van de Arbeiderspartij. Vier van de huidige ministers in de Noorse regering zijn op Utøya geweest en zijn leider van het AUF geweest.

The Love Path
Een maand na de tragedie zag ik een docu van de Noorse tv en daar zegden kampeerders dat Utøya the best place is om een lief te vinden.
Brenna: "Yep! Eén van de grootste Noorse kranten, Aftenposten, heeft eens een onderzoek gedaan en daaruit bleek dat Utøya the best place was for dating, en dat al jaren aan een stuk! Op de eerste dag hebben we ook altijd een gigantische speeddate, een kennismakingsgesprek waarbij je op een paar uur tijd een heel pak van de zeshonderd kampeerders kan leren kennen. En er is een wandelpad dat helemaal rond het eiland gaat, en dat we The Love Path noemen omdat het zo'n romantisch pad is, met uitzicht op het fjord. (toont een plattegrond) Kijk, vanuit de lucht gezien heeft Utøya zelfs de vorm van een hart. 
In de programmatie zag ik dat je elke nacht nog naar de cinema kan, om twee uur!
Brenna
: "Dat zijn onze night movies. Vroeger waren die in openlucht, maar omdat het soms te koud werd, draaien we ze nu in een zaaltje. En vaak is het een politiek of maatschappelijk getinte film of een documentaire.
Naast die late films hebben jullie ook nog late - en volgens de omwonenden- soms (te) luide feestjes.
Brenna
: "(lacht) dat zal onze discobar zijn, die is er ook elke avond, en soms draagt dat geluid nogal ver over open water. Bad for the neighbors. Really bad (lacht luid). En dan zijn er ook nog pop- en rockconcerten. En meestal spelen er  Noorse groepen, maar af en toe ook een buitenlandse band. En 's avonds bij het kampvuur wordt ook nog véél gezongen en gitaar gespeeld.

Voor dood blijven liggen
Jij was ook daar op die bewuste vrijdagnamiddag.
Brenna
: "Ja, en ik ben met een groepje weggerend tot op dat Love Path en daar hebben we ons onderaan een steile rotshelling verborgen, tussen rotsen en struiken. Mijn voordeel was dat ik het eiland kende als m'n broekzak, want geloof me, het is geen vanzelfsprekende plek om je te verstoppen. Vanuit de lucht lijkt het alsof er dichte vegetatie is, maar dat zijn dennenbomen met een dichte kroon bovenaan, maar onderaan zijn het kale stammen. In feite is het een heel open eiland waar je heel ver kan zien. Het eiland is ook klein, iets meer dan tien hectaren. (Noot: het stadspark in Antwerpen is al groter, met zijn 14 ha, jh) Als je dan vijfenzeventig minuten de tijd hebt, dan kan je die plek volledig uitkammen zoals hij gedaan heeft. Op een bepaald moment heeft hij onze schuilplaats ook gedeeltelijk ontdekt en verschillende mensen doodgeschoten. Ik hield me voor dood, zo lag ik bewegingsloos tussen andere lichamen, en ik heb hem vlakbij gehoord (geeft met haar handen een afstand van één meter aan).
Je zat daar verstopt met zo'n twintig anderen. Hoe blijf je kàlm op die doodsbange momenten?
Brenna
: "Door mekaar moed in te fluisteren. We called it the whispering game. We lagen dicht bij elkaar en ik fluisterde in iemands oor, don't worry, everything will be fine, tomorrow we will be home, soon there will be a boat that will pick us up,  and we will have popcorn and sit in a sofa with a blanket, and our parents will be there... En dat fluisterden we van oor tot oor verder. En oké, het was wishful thinking, maar het had een kalmerend effect."

Back to normal
Volgend weekend en de week daarna is het eiland  opnieuw open voor bezoekers.
Brenna: "Dat is de eerste keer dat we een breder publiek toelaten. In feite is er nog maar één bezoekweekend geweest, en dat was op de herdenking één maand na de aanslag. Maar toen mochten alleen de ouders komen van de slachtoffers, en ook de overlevenden zelf, die mochten één iemand meebrengen. Veel ouders hebben toen een foto van hun kind met bloemen en een brandend kaarsje achtergelaten op de plek waar hun zoon of dochter doodgeschoten was. De politie was erbij om die plekken aan te wijzen."
"Ik ben intussen al een keer of zeven terug geweest op Utøya, en in het begin was ik heel gespannen, maar dat mindert met de keer. Ik heb zoveel goeie herinneringen aan de voorbije jaren, en die komen stilaan terug. Ook nu het lente is, heeft het eiland niet meer die doodse aanblik. De vogels zingen, het gras groeit op het voetbalveld, er staan bloemen langs de kant van de weg, it's alsmost back to normal. En voor de mensen in het buitenland en ook voor de media die het eiland vroeger niet gekend hebben, is Utøya een crime scene, maar voor mij en de mensen van het AUF ligt dat anders. Als iemand in je huis breekt en alles overhoop haalt, dan kan je daar nog jaren onder lijden, maar dat blijft nog altijd je huis en je thuis."

 DEEL 2: de onderzoeksjournalist en de psychologe van de overlevenden

Anders Breivik (ingescand uit Humo)

Anders Breivik (ingescand uit Humo)

Vorige
Vorige

Tien jaar na Utøya (2): de onderzoeksjournalist en de psychologe van de overlevenden

Volgende
Volgende

Zomeroverstromingen: het nieuwe normaal?