Tien jaar na Utøya (2): de onderzoeksjournalist en de psychologe van de overlevenden

(c) Jan Hertoghs

(c) Jan Hertoghs

" Psychiaters verklaarden Breivik krankzinnig, maar hij plande àlles en wist héél goed wat hij deed.”

Lees ook deel 1

De boten op het meer liggen met dekzeilen in het smeltende winterijs. De man wandelt met zijn hond. De kinderen eten hun appel. De zon schijnt op het bleke hout van het staketsel en nachtmerries zijn iets voor in een interview. Een onderzoeksjournalist sprak met meer dan honderd directe betrokken van de bloedige tragedie op 22 juli 2011.

In Noorwegen staat Kjetil Stormark (41) al jaren bekend als gravejournalist, wat Noors is voor onderzoeksjournalist: hij die graaft en spit. Stormark publiceerde in december "Da terroren rammet Norge" (Toen de terreur in Noorwegen toesloeg). Het boek is een chronologisch verslag van de "189 minuten waarin één man zevenenzeventig mensen doodde". Stormark had daarbij toegang tot politierapporten en hij en z'n researchers interviewden honderdtwintig directe betrokkenen: ambulanciers, agenten, redders per boot en stafleden van de crisiscentra. Hij sprak ook met zo'n twintig overlevenden van Utøya en bij het komende Breivik-proces is hij één van de hoofdverslaggevers voor de Noorse commerciële televisie.
Humo: Ik las dat men zich op Utøya zowat overal verstopte: in grachten, achter rotsen en zelfs hoog in een boom.
Stormark: «Ja, en om niet op te vallen, hebben velen ook hun kleren uitgetrokken. Op zo'n kamp draag je vaak felgekleurde t-shirts en regenjacks, dus die hebben ze weggestopt, ondanks de regen en de kou. Sommigen die het noodnummer belden, kregen de antiterreurpolitie aan de lijn en die gaf de raad om zich met slijk in te smeren, als camouflage."  
Humo: Ze hebben zich ook verstopt in toiletten en wasruimtes en in grotten nabij het fjord. 
Stormark: «In die nauwe toilethokjes zaten ze soms met vier of vijf bijeengekropen. Het vreemde is dat hij die  toiletruimtes niet is binnengedrongen om door die deuren te schieten; iets heeft hem daar tegengehouden. En je spreekt over die grotten, maar die kon je alleen bereiken door langs een steile klif af te dalen en dan een paar meters te zwemmen. Daarvoor moest je het eiland al heel goed kennen om die locatie te vinden, en je moest koelbloedig genoeg zijn om een kant uit te gaan waar aanvankelijk niemand naartoe liep. Het is ook aan de dodentol te zien, vooral de jongsten hebben hun leven verloren, zij die het eiland amper kenden of zij die mogelijk niet zo koelbloedig waren als de wat oudere kampeerders. (56 van de 69 slachtoffers waren nog geen twintig jaar, er waren ook twee veertienjarigen bij,jh)
Humo: Ik las ook dat sommigen zich onder lijken van anderen hebben verstopt.
Stormark: «Dat is zo. En het is zo delicaat dat ze er amper over kunnen spreken; zeker als je je hebt moeten verbergen onder het lichaam van een vriend of vriendin.  
Humo: Soms leek hij zelfs "genade" te hebben. Zo "spaarde" hij het leven van één van die elfjarige jongetjes.
Stormark: «Ja, dat was dat zoontje van die off duty politieman die als steward op dat kamp was. Drie getuigen hebben dat kind horen zeggen: hou op! hou op met iedereen dood te doen! je hebt ook al mijn vader doodgedaan! En Breivik keek 'm langdurig aan en ging verder. Was het toch een vorm van empathie? Of dacht hij dat het doden van kleine kinderen zijn politieke zaak geen goed zou doen, ik weet het niet. Eigenlijk had hij absoluut geen genade. Er is dat getuigenis over jonge gasten die in een gracht verstopt zaten, ze riepen, please, please, don't shoot us. En hij knalde ze af alsof het niets was. Sommige jongelui zijn tot zes keer door een salvo geraakt, en elk salvo was van heel dichtbij.    

Humo: Er is sprake van negenenzestig doden op Utøya, maar hoeveel gewonden waren er?
Stormark: «In de aanklacht spreekt men van drieëndertig gewonden, dat zijn jongeren die hij beschoten heeft, maar die hun schotwonden overleefd hebben. Ook zijn er tientallen kampeerders die breuken en andere verwondingen hebben opgelopen toen ze op de vlucht waren voor hem. Dat aantal is zo hoog omdat het terrein zo ruw is: van zo gauw je dat wandelpad, de sportvelden of het tentenkamp verlaat, moet je langs en over rotsen die  overwoekerd zijn met doornen en struiken. De westkant van het eiland is een heel steile rotswand; sommige jongeren zijn daar willen afdalen en één van hen is zelfs te pletter gestort.»
Allicht gaat het om de jongen die samen was met de 16-jarige Tsjetsjeen A.D. Beide hielden zich verborgen aan de onderkant van een klif, er was amper een uitsteeksel voor hun voeten, en dus moesten ze zich vastklampen aan boomwortels die uit de grond staken. Breivik was zo dicht bij hen dat ze "zijn schoenpunten konden zien," maar hij zag hen niet. De andere jongen had na veertig minuten niet langer de kracht om die wortels vast te houden en hij stortte te pletter op lagere rotsen. A.D. wist zich twéé uur aan de wortels vast te klampen voor hij uit zijn schuilplaats durfde te klimmen.

De kleine overzetboot waarmee Breivik op het eiland geraakte. © Jan Hertoghs

De kleine overzetboot waarmee Breivik op het eiland geraakte. © Jan Hertoghs

Humo: Heel bevreemdend is Breivik's aankomst met die ferry. Die paar mensen aan de aanlegsteiger waren - gezien de aanslag in Oslo- zelfs blij van een politieuniform te zien. Breivik zei hen "dat er nog twee collega's op komst waren" en dan hebben ze zijn zware koffers helpen dragen, die later vol wapens en ammunitie bleken te zitten.
Stormark: «Het was de kapitein van de kleine veerboot die hem geholpen heeft en die de hard case koffers achterin een auto heeft geladen. Met die auto zijn ze tot bij het hoofdgebouw gereden, een kleine honderd meter langs een helling. Toen hij met z'n auto van het gebouw wegreed, hoorde hij ineens schoten, en als hij ging kijken zag hij zijn vrouw op de grond liggen en net dan schoot Breivik ook de man neer die daar als off duty politieman voor de veiligheid moest zorgen. 
Humo: Ondanks die doden heeft hij die rol van ik-ben-de-beschermende-politieman nog lang kunnen spelen.
Stormark: «Ja, omdat iedereen zowat verspreid zat op dat eiland en niemand wist van wie de schoten kwamen. Tegen de eerste groepjes die hij zag, zei hij dingen als: kom wat dichter bij mij staan, zo kan ik jullie tellen, en dan opende hij het vuur. En bij het pomphuis (waar veel weggelopen jongeren bijeen zaten) zei hij: kom maar mee, ik weet een boot waarmee we veilig weg kunnen, en toen een meisje naar zijn politiebadge vroeg, schoot hij haar in het hoofd. Het is pas toen men mekaar begon te sms-en dat de dader eruitzag als een politieman, dat zijn aanpak niet meer lukte.
Humo: Naar het einde begon hij -volgens sommige Engelse kranten- te provoceren: speel geen verstoppertje! kom maar af, kom hier maar spelen!
Stormark: «Daar is me niets van bekend. Wel hebben verschillende mensen hem triomfantelijk horen juichen, lachen en hoera! roepen, telkens als hij raak trof. Alsof het een game was. Anderen hebben dan weer gezien dat hij kwaad werd als hij miste, en dat hij dan wildweg in de grond of in de struiken vuurde om zijn frustratie af te reageren. Naar het einde toe is hij ook dingen beginnen roepen als "ik ga jullie allemaal kapotschieten! jullie moeten er allemaal aan!"
Hij had het ook expliciet over hun ideeëngoed. "Jullie, culturele marxisten, ik maak jullie allemaal kapot!" Het vreemde is dat die uitlatingen in het begin nog verteld werden, maar dat de overlevenden ze later bewust of onbewust  weg lieten. Alsof ze instinctief aanvoelden dat het politiek correcter was om die dingen weg te laten. Men wil hem zoveel mogelijk negeren, en dus wil men ook op geen enkele manier verwijzen naar zijn extreemrechtse ideeën.
Humo: Klopt het dat Breivik soms dumdumkogels gebruikte?
Stormark: «De juiste term is uitzettende kogels omdat ze een holle punt hebben en breed openplooien als ze een doelwit raken. Wat dus vreselijke wonden veroorzaakt, maar daarom niet altijd de dood. Vandaar dat hij zijn slachtoffers extra afmaakte met een schot door hun hoofd. Anderzijds zijn die kogels allicht de reden waarom hij niet in gebouwen kwam en niet door de deuren van toiletten en wasruimtes heeft geschoten. Omdat hij wist dat die uitzettende kogels snelheid verliezen als ze door een wand gaan.

Humo: Hoevelen zijn kunnen wegzwemmen van het eiland?
Stormark: «Het moeten er meer dan tweehonderdvijftig zijn geweest. (Later kon je in Noorse kranten lezen dat sommige overlevenden hun zwemlesgever gingen bedanken met bloemen, jh) Sommigen hadden van het eiland ook een plank mee, dan hadden ze toch een drijver en houvast bij die lange afstand. Niet iedereen is die zevenhonderd meter tot aan het vasteland gezwommen, soms was het zelfs drié kilometer als ze vanaf de "achterkant" van het eiland vertrokken waren. Heel veel jongeren zijn uit het water opgepikt door boten van campinggasten (aan de oever van het vasteland was de Utvika-camping,jh); en als hun boot vol was, wierpen zij ook nog reddingvesten uit voor de achterblijvers. Niet dat je in het water zo veilig was, Breivik heeft ook op zwemmers geschoten en een aantal onder hen dodelijk getroffen. Eén jonge zwemmer is ook gestorven van kou en uitputting.
Al die gewone vakantiegangers die met hun bootjes tientallen gered hebben, dat zijn voor mij de ware helden van die dag. Erg genoeg lijden velen onder hen nu aan schuldgevoelens, dat ze niet genoeg hebben gedaan. Ze haalden bijvoorbeeld een volle boot van de oever, ze zegden tegen de anderen dat ze terug zouden komen, en als ze een goeie tien minuten later terug waren, zagen ze die jonge gasten daar dood aan de waterkant liggen. Dat is vreselijk om mee te maken.
Toch heb je in zo'n extreme situatie ook mooie verhalen. Een jongen en een meisje zwemmen voor hun leven, komen heelhuids aan land, en hebben zo'n bijzondere emotionele band dat ze nadien verliefd en een koppel zijn geworden.
Humo: Je bent er vroeger ook op zomerkamp geweest?
Stormark: «Toen ik zeventien was, ja. Ik was geen deelnemer, ik deed het soort klussen dat de vrijwilligers doen. Dus ik ken het eiland en ik heb ook nog vrienden uit die tijd, onder andere vijf ouders die op 22 juli een kind hadden op Utøya, en alle vijf hebben die het wonderwel overleefd. Dat maakt dat ik heel betrokken ben, maar toch heb ik een sober boek willen schrijven. Zeker geen sensatieverhaal dat de nabestaanden zou kunnen grieven.

Onderzoeksjournalistiek Kjetil Stormark reconstrueerde de koelbloedige wijze waarop Breivik tewerkging.  (ingescand uit Humo/ Ingve Aalbu - Dalane Tidende)

Onderzoeksjournalistiek Kjetil Stormark reconstrueerde de koelbloedige wijze waarop Breivik tewerkging. (ingescand uit Humo/ Ingve Aalbu - Dalane Tidende)


Humo: Bijna eenderde van de slachtoffers zou in de laatste twintig minuten zijn gedood. Die doden hadden vermeden kunnen worden met een efficiëntere interventie van de politie.
Stormark: «Ja, de politie is al tegen half zes verwittigd geworden en Breivik is pas na half zeven gearresteerd. Twee agenten van de lokale politie waren tegen zes uur al aan de kaai, maar de overzetboot was uit schrik voor nog meer terroristen weggevaren naar een andere baai, die konden ze niet gebruiken. Die agenten hadden een of meerdere boten van de campinggasten kunnen opeisen, maar van hogerhand kregen ze geen toelating om die boten aan te slaan, ze moesten wachten op hun eigen interventieboot die van een nabijgelegen gemeente moest komen. Die politieboot was voorzien voor tien manschappen, maar -in al hun ongeduld- zijn ze aan boord gegaan met elf agenten én met zo'n 300 kg aan zware wapens en ammunitie, waardoor de boot eigenlijk het gewicht droeg van vijftien personen. Gevolg: de boot ging niet alleen traag, hij hing ook te diep, waardoor er water in de motor en in de benzine is geraakt en waardoor ie stilviel. Het zijn dan locals die met een speedboot langszij zijn gevaren en die de agenten naar Utøya hebben gebracht. Ik heb met enkele van die anti-terreur-agenten gesproken, die gasten waren razend. Zij hoorden schoten op het eiland, zij wisten dat daar doden vielen, en ze zaten daar als sitting ducks in die stilgevallen boot. Het politiecommando heeft later een rapport bekendgemaakt dat ze zestien minuten eerder op het eiland hadden kunnen zijn.
Humo: Noorwegen heeft bergen en fjorden, er moeten toch  reddingshelicopters zijn geweest die ingezet konden worden.
Stormark:
«Het probleem is dat die helicopters bestemd zijn voor civiel reddingswerk, en dat hun bemanningen niet getraind  zijn op gewapende interventies. Er was die dag wel een militaire helicopter met special forces voorhanden, maar die stond een heel eind uit de buurt, dus ook daar was er tijdverlies. Ja, we zijn een land dat lang verschoond is gebleven van terreur, dat was te merken. Ik was één van de weinige journalisten die voor 2011 al langere stukken schreef over de vraag of onze politie voldoende uitgerust was tegen een mogelijke terreuraanval en of ons land wel afdoende beveiligd was tegen terrorisme. Ik zeg dat niet met leedvermaak, ik ben er ook niet trots op, maar het zijn wel vragen die nu ineens ernstig worden genomen.

Cover van het boek van Stormark “Toen de terreur in Noorwegen toesloeg”

Cover van het boek van Stormark “Toen de terreur in Noorwegen toesloeg”

Homegrown terrorist
Humo: Overlevenden beschreven hoe gefocust Breivik tewerk ging. Tegelijk is er de diagnose van de gerechtspsychiaters die hem krankzinnig verklaren. Jij hebt met veel ooggetuigen gesproken die hem bezig zagen. Wat voor beeld heb je daarvan overgehouden?
Stormark: «Ik ben niet alleen voortgegaan op die verklaringen, ik heb als enige journalist ook inzage gekregen in de zevenduizend e-mails die hij de laatste jaren verstuurde. En daaruit komt hij naar voren als iemand die extreem berekend is en ook uitermate precies wat betreft de uitvoering van zijn plannen. Hij ziet geen enkel detail over het hoofd, hij denkt vooruit en neemt àlle voorzorgen om te kunnen slagen, hij laat ook geen sporen na die belastend of compromitterend kunnen zijn, en hij gedraagt zich onopvallend voor familie, buren en  bekenden. Hij is systematisch, methodologisch, hij heeft een oog voor àlles kan je zeggen, maar tegelijk heeft hij geen enkel oog voor de menselijke kant, hij stapt als een schietende robot over dat eiland, zonder énige empathie. Meer nog, hij zal zelfs juichen als hij iemand raakt, en dat heeft dan weer meer van een lunatic. Maar in zijn nauwgezette voorbereiding is er niks lunatic te zien. Daar is hij in control of everything. En ook in control of himself. Naar mijn mening is hij toerekenbaar en moet hij als dusdanig berecht worden. Het is nu afwachten wat die tweede groep psychiaters zal zeggen. 
Humo: Dat moet een klap zijn voor de nabestaanden en de overlevenden. Dat ze niet te maken hadden met een politieke dader, maar met een crazy killer. Dan is het alsof hun levens "voor niks" zijn verspild.
Stormark: «Voor de nabestaanden en de overlevenden kan dat kloppen. Maar ik denk dat men erop aanstuurt om hem krankzinnig te verklaren en dat de publieke opinie die "oplossing" zelfs genegen is. Want hoe ga je om met iemand die zevenenzeventig doden maakt als politiek statement?! Dat is veel harder om te verteren, want dat wil zeggen dat de Noorse natie in eigen boezem zal moeten kijken. Hij is hier immers opgegroeid, hij heeft hier onderwijs genoten, hij is hier niet opgemerkt door de sociale diensten na de scheiding van zijn ouders en hij is ook onder de radar gebleven van de politie en de veiligheidsdiensten toen hij wapens kocht en contact nam met andere rechts-extremisten.  Het is veiliger om hem krankzinnig te verklaren, dan hoeven er verder geen vragen meer gesteld te worden, dan kan hij simpelweg in de vergeetput, case closed. En als hij als geïnterneerde ooit dreigt vrij te komen, dan zal Justitie wel iets vinden om dat te voorkomen. 
De algemene houding is: wij zijn een uiterst vredelievend land, dus kàn het niet dat wij een homegrown terrorist in huis hebben. En dus moet hij weggerangeerd worden.»

Eén maand voor de aanslagen zorgde de televisie- tocht van de Hurtigruten voor een volksfeest in Noorwegen.

Eén maand voor de aanslagen zorgde de televisie- tocht van de Hurtigruten voor een volksfeest in Noorwegen.

Exact een maand voor de aanslagen was Noorwegen nog een toonbeeld van grote nationale vreugde. De Noorse publieke omroep NRK 2 volgde toen het Hurtigruten-cruiseschip dat in vijf en een halve dag van Bergen naar Kirkenes (boven de poolcirkel) vaarde. De schepen van de rederij Hurtigruten varen al sinds 1893 langs hun vertrouwde dagelijkse route, maar deze reis was non-stop te volgen op tv en op de site van de Noorse openbare omroep NRK. Het "langste en allertraagste tv-programma ter wereld" werd een ongeëvenaard succes. Later bleek dat zo'n drie miljoen Noren korte of langere tijd gekeken had: dat is bijna 7O% van de bevolking. Op elk uur van de dag en de nacht waren er honderdduizenden tv-kijkers en op Facebook en Twitter vertelden fans dat ze 72 uren gekeken hadden zonder een oog dicht te doen.
Op zich was er weinig te zien. Vaak alleen maar de schuimende scheepsboeg of het panorama vanop de brug. Maar de boottocht werd een social event. Honderdduizenden wisten dat andere honderdduizenden zaten te kijken en op alle sociale media kwamen de uitroeptekens los: hoe geweldig dit was om deze reis te volgen. Ook langs de route zelf ontstond een volkstoeloop: er werd van overal intens gewuifd naar de boot, en niet alleen aan huizen werd de Noorse vlag gehesen, maar ook op bruggen, steigers en vuurtorens. Op het water kwamen speedboten en zeilscheepjes langszij om de passagiers te begroeten, op bruggen en staketsels stonden muziek- en volksdansgroepen  blij te spelen en waar geen muziek was, daar klonken kanonschoten of luidden de kerkklokken. In de schemer van de midzomernacht konden de passagiers op de oever vreugdevuren zien branden, ontstoken tot in de kleinste gehuchten en de meest afgelegen boerderijen. Het was een collectieve geestdrift die miljoenen in de ban hield, er was sprake van nationale trots, en mensen schreven dat ze met tranen in de ogen hadden zitten kijken. Ik heb zelf ook de vreemde ontroering ondergaan van dat traag varende schip dat door al die samenhorigheid plots uitgroeide tot een nationale held.
Op woensdag 22 juni kwam de boot aan in Kirkenes, op vrijdag 22 juli arriveerde het noodlot in Oslo en Utøya. De rimpelloze wereld voor altijd gebroken.

Ik hou van jullie xxx
Ingrid Sønstebø
(43) is de kommunepsykolog van de gemeente Ringerike, dat is de hoofdgemeente waarbinnen het eiland Utøya gelegen is. Sinds 22 juli heeft ze zo'n tachtig inwoners op consultatie die bij de hulpverlening betrokken waren als ambulancier, politieman of reddingswerker, of die op de dag van de schietpartij in de buurt waren als campinggast of als gezin dat een vakantiehuis bewoonde nabij Utøya. In oktober was ze ook terug op het eiland, samen met nabestaanden en overlevenden.
SØNSTEBØ «De voormiddag van die bezoekdag was voor de ouders van de slachtoffers, de namiddag voor de overlevenden. De politie leidde de ouders rond en wees waar hun kind gestorven was, en werkelijk, die agenten -meest mannen dan nog- waren geweldig, zo empathisch als ze omgingen met die ouders: hoe ze het kind gevonden hadden, hoe het daar lag, wat het bij zich had, ze hebben dat heel omzichtig en correct weten te vertellen. 
Politie, brandweer en Rode Kruis hadden ook schoongemaakt. Nergens lagen nog kogelhulzen, nergens was nog bloed of een ander spoor van terreur te zien. Mij troffen de happy things die je ziet. Zo hingen er nog affiches met reclame voor een cake-abonnement: voor 100 kronen mocht je gedurende heel dat kamp zoveel cake en wafels eten als je wilde. Waffles are good for you! Het stond er alsof het kamp nog bezig was.
Ik zag die ouders over dat Love Path gaan, dat grintpad rond het eiland, en je voelde haast hoe die jonge gasten daar met plezier hadden rondgelopen en tegelijk wist je: hier zijn velen de dood ingelopen.
Veel ouders vertelden ook over de smsjes die ze nog hadden gekregen van hun kind, dat was na de bomaanslag in Oslo. "Mama, papa, maak je geen zorgen, wij zitten hier veilig, dit eiland is the safest place on earth!" En een goed uur later kregen ze bericht dat er een schietpartij aan de gang was. Sommige ouders hebben dat hele drama kunnen volgen via berichten van hun kind. Voor die ouders was dat verschrikkelijk. Je bent ouder, je wil instaan voor je dierbaarste bezit, en hier stonden ze machteloos. Dat was zo traumatiserend. Zelfs ouders die hun kind terugzagen, zijn nog altijd getraumatiseerd omwille van de angsten die ze doorstonden. De ouders die hun kind verloren houden al die berichtjes bij. Die laatste keer dat er "Jeg elsker dere!" ("Ik hou van jullie!") op die display staat, dat betekent zovéél voor hen.

GVA 22/7/12

GVA 22/7/12


Humo: De ouders konden ook bloemen achterlaten op de plek waar hun kind gestorven was.
SØNSTEBØ «Dat was geweldig. Er stonden overal emmers waar ze prachtige rode rozen konden nemen. En er waren ook kaarsen. En heel veel ouders hebben een foto genomen van die plek met de bloemen en de kaarsen, voor hen is dat als een graf dat daar achterblijft. Toen we 's avond weer naar de kant vaarden, was dat ook zo innig; dat eiland met die donkere contouren, en al die lichtjes die je kon zien! Ja, voor die ouders was echt goed gezorgd. Op de middag konden ze met andere ouders bij elkaar zitten in een grote tent, de tafels waren mooi gedekt met eten en drank, een heel waardig afscheid was dat.

Angst voor de trilfunctie
In de namiddag was het de beurt aan de overlevenden. Die wilden allemaal de route volgen die ze toen gelopen hadden om te ontsnappen. (imiteert de opgewondenheid) Hier liepen we! Hier zaten we verstopt! En toen was hij daar ineens! En daar, dààr heeft hij m'n vriend doodgeschoten!
Het is belangrijk dat ze daar terug kunnen gaan.  Want meestal herinner je je een chaotische reeks van heftige gebeurtenissen, en door terug te gaan, zorg je dat er een logisch verhaal ontstaat, zorg je dat er orde ontstaat in die chaos, zo krijg je weer greep op die dramatische ervaring.
We zijn ook in het cafetaria geweest waar veel doden zijn gevallen, daar zag je nog wel de kogelgaten en hoeveel er waren. Wie daar levend ontsnapte, die mocht van een mirakel spreken. Ik sprak een meisje dat van de eerste verdieping in paniek naar beneden was gesprongen. Ze brak haar enkel, ze kon zich alleen nog voortslepen, ze zocht beschutting achter een boom, en daar zag ze Breivik naderen, en terwijl ze zich nog kleiner maakte, zag ze hoe hij andere jongeren neerschoot. En zij die dacht dat ze het niet zou overleven, vanwege die enkel, zij overleefde. Een ander was er getuige van hoe een meisje een jonger kind troostte, ze konden geen kant meer uit, ze zagen Breivik naderen, maar dat meisje bleef dat kind maar sussen, en dan werd ze doodgeschoten. Terwijl ze de armen rond dat kind hield. (schudt het hoofd) Je houdt het niet voor mogelijk wat sommige jongeren hebben moeten zien. 
Dan heb je ook het Skolestua bezocht, dat is het oude schoolhuis dat als slaapzaal werd gebruikt. Daar hadden ze zich met zevenenveertig  verschanst en voor de ramen hadden ze  matrassen gezet. Hij heeft daar niemand kunnen doodschieten. Hij heeft in het slot geschoten, en toen dat niet open sprong, is hij weggegaan. Maar de angst die ze daar hebben uitgestaan! Bijna allemaal waren ze onder de stapelbedden gekropen, ze hielden mekaar vast en in een kluwen lagen ze onder die bedbodems, alsof dat een bescherming bood. En ze hadden hun cell phones op stil gezet en op een hoop gegooid, maar zelfs die bzzz van de trilfunctie was soms hoorbaar in die ijzige stilte, en hoe bang ze waren geweest dat hij dat tot buiten zou kunnen horen. Je moet het je voorstellen dat ze daar anderhalf uur gelegen hebben en anderhalf uur voor hun leven hebben gevreesd. Ze konden ook niet naar buiten kijken vanwege die matrassen voor de ramen, dus die zaten echt opgesloten in hun angst, they were trapped.  

Humo: Veel van die overlevenden zullen een posttraumatische stresstoornis hebben opgelopen.
SØNSTEBØ: «De enquêtes daarover zijn nog aan de gang. Het hangt ervan af hoe ernstig je voor je leven gevreesd hebt en hoe lang die angst geduurd heeft. Hier was het een zeer ernstige angst die zeer lang geduurd heeft. Het maakt ook een verschil of je door een natuurramp dan wel door een "medemens" getroffen wordt. In het ene geval kan je dat accepteren als "iets van buitenaf" waar niets tegen te doen was. Maar in het andere geval kan je hele wereldbeeld, je hele vertrouwen in de mens en de mensheid geschokt zijn.
Als je beide factoren optelt, zou dat PTSS-percentage dus  zeer hoog kunnen liggen, maar ik hoor van veel jonge gasten dat ze erin slagen om door te gaan met hun leven. Neem al degenen die politiek actief blijven zelfs nadat ze zo zwaar geterroriseerd zijn. Zij zeggen dat ze de jongsten hoop willen geven, dat ze voor de jongsten een voorbeeld willen zijn. We will be okay, zeggen ze, we will manage. Ik bewonder ze, want ik weet hoeveel moeite het hen kost. Dat ze het hoofd recht houden komt volgens mij ook omdat er zoveel steun en troost was van de natie, er wordt hier in Noorwegen echt mee-geleefd.  
Humo: Ik heb met Vietnamveteranen gesproken waarvan velen PTSS hadden. Niet alleen om wat ze in de oorlog hadden meegemaakt, maar ook vanwege de ontvangst "back home". Ze werden met de nek aangekeken door de media, werden op straat beschimpt als kindermoordenaars, terwijl ze als miliciens niet eens gevraagd hadden om daar te zijn.   
SØNSTEBØ «Dat is het verschil, wij beschouwen die jonge gasten haast als helden omdat ze daar levend vandaan zijn gekomen. Wij zien ook in dat niet alleen Oslo en Utøya, maar dat heel Noorwegen is aangevallen. Dat hij heel ons maatschappijmodel heeft willen treffen, en daarom zijn we zo medelevend. Iedereen voelt zich geraakt. The whole society was under attack.

© Jan Hertoghs

© Jan Hertoghs

Humo: U hebt allicht overlevenden gesproken die last hebben van flashbacks.
SØNSTEBØ «Ja, en zo'n flashback grijpt je echt naar de keel. Een buitenstaander kan zich dat niet inbeelden, het is niet zomaar aan de feiten terugdenken en zwaarmoedig worden. Nee, je zit thuis en ineens (imiteert zeer heftige schrikreactie) ben je terug op Utøya en je beleeft opnieuw dat moment dat je in hevigste doodsangst verkeerde. It feels as if it 's happening right now. Bij de enen is dat een "film", een sequentie van beelden, bij anderen is dat één beeld in close-up, nog anderen hebben een intens en bijna ziekmakend gevoel van horror dat hen overvalt. Zo'n flashback wordt getriggerd door iets dat aan het voorval herinnert. Een knal van een uitlaat of een ontploffende ballon kan genoeg zijn. Vandaar ook dat PTSS-patiënten aan vermijding gaan doen. Alles wat zo'n vreselijke flashback kan triggeren, alles wat hen terug naar Utøya slingert, dat mijden ze.
Humo: Het zien van een politieman op straat kan een trigger zijn.
SØNSTEBØ « Ja. En het komt er dan op aan om jezelf "tegengif" toe te dienen, om genoeg politielui te zien of genoeg vuurschoten te horen, dan gaan die triggers uitdoven. Er zijn Utøya-overlevenden die in groep een schietstand van de politie hebben bezocht. Tot ze die knallen konden aanhoren zonder heftige reacties. Dat vind ik heel sterk van ze, en dat hadden ze niet van een psycholoog, dat hadden ze zelf bedacht. Oudejaarsavond was ook een probleem, veel van die jonge gasten waren bang voor de voetzoekers en het openluchtvuurwerk. Maar omdat ze allemaal psychische follow up krijgen, waren ze erop voorbereid. Sommigen zaten thuis naar een rustige film te kijken, maar wel in de kelder en mét een koptelefoon op. Anderen waren met Utøya-lotgenoten samen wat ook een manier is om rustig te blijven. Er waren er ook die op reis gingen naar het buitenland en/of naar een afgelegen streek met weinig nieuwjaargedruis.
Naast de flashbacks en de vermijding is er nog een derde PTSS-symptoom en dat is voortdurende spanning. Het minste kan hen opjagen. Ze wandelen door een straat, iemand die een bus wil halen, komt rennend hun richting uit en ze staan al op hun benen te trillen. Eigenlijk zijn ze doorlopend in hoogste staat van paraatheid en dat is zo uitermate vermoeiend dat ze slecht slapen, dat ze zich niet kunnen concentreren en dat ze slecht verder kunnen met studies of werk. Sommigen moeten thuis blijven van hun werk of dat schooljaar overdoen.

Psychologe  Ingrid Sønstebø  (ingescand uit Humo/ Karl Braanaas)

Psychologe Ingrid Sønstebø (ingescand uit Humo/ Karl Braanaas)


Humo: Wie levend uit zo'n situatie komt, heeft soms te kampen met een zwaar schuldgevoel. Zo zijn er overlevenden van de concentratiekampen die eronder gebukt gaan dat zij het redden, en dat de rest van hun familie dood is.
SØNSTEBØ: «The survivor guilt. Daar hebben veel Utøya-overlevenden last van. Want iedereen klopt op hun schouder dat zij het gered hebben, maar zij vinden soms dat het niet terecht is. Vaak hebben ze opgekeken naar iemand die ouder was, of sympathieker, of politiek talentvoller, en die mensen zijn dan dood, en zij leven nog. Waarom moet ik leven? Ik verdien het niet! Anderen zijn dan weer diep ontgoocheld in zichzelf: waarom was ik niet dapper genoeg, waarom heb ik die of die niet geholpen?! Ook daarover hebben sommigen schuldgevoelens. Eén overlevende zag van nabij haar vriendin doodschieten en ze vroeg zich af waarom ze zich "niet voor die kogels had gegooid?" Het was een dwanggedachte die haar niet los liet. Ik heb haar gevraagd of ze werkelijk dacht dat Breivik het leven van haar vriendin zou sparen nadat zij zich voor die kogels had gegooid. Ze dacht na, en ze zei "nee" en nu heeft ze ingezien dat dat schuldgevoel onterecht is.  
Humo: Maar daarmee breng je die vriend(in) nog niet terug.
<SØNSTEBØ> «Dat klopt. Dat schuldgevoel kan je wegnemen, maar dat verdriet, dat blijft. En dat verdriet moet je ook niet willen uitwissen, het gaat immers om iemand die je grààg zag.
Humo: Waarom denk je dat Breivik die elfjarigen "spaarde"?
<SØNSTEBØ> «Sparen? Ik denk dat het berekening was. Dat hij alleen maar kogels spaarde om alvast de groten te kunnen doodschieten. Die kleintjes, die zouden wel volgen, die kreeg hij nog wel. (Breivik keerde af en toe terug naar zijn wapenkoffers om nieuwe ammunitie te halen,jh). Er zijn ook getuigenissen dat hij niet alles of iedereen zàg. Sommige overlevenden waren steil verwonderd dat hij hen voorbijliep terwijl ze amper dekking hadden van wat hoog gras. Uit rapporten is gebleken dat hij al verschillende maanden anabole steroïden nam. Dat is om je spieren te versterken, maar allicht nam hij ze ook voor de psychische effecten, want het maakt je agressiever en het vermindert je empathie, het maakt je detached van wat je doet. Hij nam die dag ook een cocktail van allerlei producten, met onder andere ephedrine (wat je alerter en actiever maakt), en die cocktail moest hem van genoeg agressie voorzien voor die aanslagen. Maar tegelijk moet hij niet al te helder zijn geweest in z'n hoofd, vandaar dat hij sommige 'doelwitten' letterlijk over het hoofd heeft gezien.»

DEEL 3: DE ontreddering van de redders.

Vorige
Vorige

Tien jaar na Utøya (3): de ontreddering van de redders en de hulpverleners

Volgende
Volgende

Tien jaar na de tragedie in Utøya (1): het relaas van de overlevenden